Gotong Royong,
samenwerking en hulpverlening in desa Oro-Oro-Ombo (slot]
gp'iv
Selamatan, arisan en
ganti hari
door M. I. Hesselink-van Stelle
v >i«- y
Na de rijstoogst wordt de bovenste grondlaag gebruikt voor het vervaardigen van bak
stenen.
De vereniging was ook actief op het
gebied van gezinsplanning. Regelmatig
werden ten huize van de wijkhoofden
vergaderingen gehouden en de op
komst van de vrouwelijke bevolking
was groot; men luisterde geïnteres
seerd en soms wat lacherig naar de
uiteenzettingen van de verschillende
methoden - mèt vertoon van allerlei
voorbehoedsmiddelen - maar het aan
tal acceptores bleek meestal gering.
Het hebben van veel kinderen is nu
eenmaal een maatschappelijke behoef
te in Indonesië, zij worden met veel
liefde en zorg omringd zolang zij nog
klein zijn en overal mee naar toe ge
dragen door de moeder of door oudere
zusjes of broertjes. Ook vaders zijn er
mee bezig; kunnen de kinderen echter
eenmaal lopen, dan wordt de relatie
tussen vader en kind veel meer een
van afstandelijkheid en eerbied voor
het vaderlijk gezag. Ik zag mijn gast
heer soms uren spelen met zijn klein
dochter, maar nooit praten met zijn
dochter van 16.
Behalve een emotionele behoefte aan
kinderen bestaat er uiteraard ook een
economische behoefte, vooral in agra
rische gebieden, waar kinderen al
vroeg moeten meewerken op het land
of in het huishouden en waar zij een
sociale voorziening verzorgen voor hun
ouders' oude dag. Er bestaan dus ver
schillende redenen om aan te nemen
dat - althans in de desa's - de over
bevolking nog niet afdoende kan wor
den bestreden, ondanks alle pogingen
die de overheid in het werk stelt om
de mensen te waarschuwen dat "dua
anak cukup" is (2 kinderen genoeg).
Na de eerste weken kennis te hebben
opgedaan van de omgeving en infor
matie te hebben gekregen van het
dorpsgebeuren in het algemeen, kreeg
ik inzage in het bevolkingsregister en
kon ik een willekeurige steekproef ne
men van de vrouwelijke populatie bo
ven de 18 jaar.
"Gewapend" met een opschrijfboekje
en een eenvoudige vragenlijst omtrent
verschillende hulpverleningsvormen,
ging ik in de derde week op pad. Nu
deden zich al gauw enkele problemen
voor. Ten eerste was het niet eenvou
dig de vrouwen te localiseren, aange
zien naamplaatjes en huisnummers
meestal ontbraken. Bovendien bleek
dat de officiële namen vaak sterk af
weken van de roepnamen, zodat het
heel wat voeten in de aarde had vóór
dat ik de juiste vrouw had gevonden,
uiteraard met behulp van geïnteres
seerde, om niet te zeggen: nieuwsgie
rige buurtgenoten c.q. voorbijgangers.
Was ik dan eindelijk bij het goede
adres aangeland, dan gingen de "in
formanten" doodleuk mee naar binnen,
of posteerden zich vóór de ingang of
de ramen en installeerden zich voor
het bijwonen van de voorstelling. Het
slachtoffer (want zo voelde de te in
terviewen vrouw zich meestal I) kreeg
nauwelijks gelegenheid lang na te den
ken over een antwoord; ik kreeg al
gauw de overtuiging dat de vrouwen
in deze desa, en waarschijnlijk ook in
andere, niet in de eerste plaats indi-
viduën waren, maar vooral leden van
een groep en het was deze groep die
voor haar antwoordde of haar ant
woord corrigeerde, mocht zij een me
ning uiten, die van de algemene af
week.
Zodoende kreeg ik overal dezelfde ant
woorden en dan nog de meest ideale,
zodat ik wel de indruk moest krijgen
dat ik een bijzonder harmonische ge
meenschap als onderzoeks-locatie had
gekozen Natuurlijk werd steeds hulp
verleend aan wie ook maar, waar ook
maar, zo vaak als nodig was en zon
der enige berekening van wederhulp.
Het streven naar "rukun" overheerste,
daar was iedereen het roerend over
eens
Nadat ik ongeveer 35 vrouwen had be
naderd besloot ik mijn tactiek te ver
anderen door een ander soort "wille
keurige steekproef" toe te passen, zo
"overviel" ik de vrouwen in huis en
trof hen veel vaker alleen. Wel was
het dan zaak in de eerste 5 a 10 mi
nuten zoveel mogelijk informatie te
verzamelen, want meestal kwam "toe
vallig" een manspersoon na enige tijd
binnen, altijd een familielid van de
vrouw (echtgenoot, zoon, vader,
schoonvader) en ook al bemoeide de
ze zich niet rechtstreeks met het
vraaggesprek, toch was de sociale
controle duidelijk merkbaar. In een
desa als Oro-Oro-Ombo is deze nu
eenmaal zeer sterk, omdat iedere af
wijking de "rukun" kan verstoren en
wrijvingen kan doen ontstaan.
Een tweede probleem bij het onder
zoek lag in het feit dat een aantal
vrouwen niet of nauwelijks het Bahasa
Indonesia spraken, aangezien de voer
taal nu eenmaal Javaans was en de
taallessen op de lagere school soms
ver in het verleden lagen. Hoewel ik
het trachtte te vermijden gebruik te
maken van een vertaalster, moest ik
daar toch soms toe overgaan, met alle
nadelen vandien. Over het algemeen
werd het mij toch duidelijk welk een
belangrijke rol de vrouwen speelden
binnen familie- en gemeenschaps ver
houdingen. Zij waren grotendeels ver
antwoordelijk voor de opvoeding van
de kinderen en hielpen bovendien ver
wanten en buurtgenoten bij het ver
zorgen van zieken of oude mensen en
het voorbereiden van selamatans. Mèt
hun echtgenoten vormden zij vaak een
produktie-eenheid en waren ook nog
in staat een tamelijk onafhankelijke
status op te bouwen door een eigen
handeltje te drijven. Tenslotte was het
ook hun taak goede relaties te onder
houden met de eigen familie èn met
die van hun echtgenoot.
Welke waren nu de verschillende vor
men van wederkerige hulpverlening
binnen de vrouwengemeenschap, die
ik aantrof
Ten eerste: de "selamatan", een tradi-
10