Foto links: Voorbereidingen voor mijn afscheids-selamatan.
Foto rechts: Dankwoord van "tante". Van links naar rechts: de
gemeente-secretaris, het dorpshoofd en zijn echtgenote.
tionele gewoonte om gezamenlijke
maaltijden te geven wanneer er iets
bijzonders aan de hand is, zoals de
diverse "rites de passage" in iemands
leven (geboorte, besnijdenis, huwelijk,
bijzondere verjaardagen, begrafenis
sen), maar ook ziekte, verhuizing, een
verre reis of het voltooien van een
bouwwerk.
Een selamatan betekent veel meer dan
louter eten en drinken; die diepste be
tekenis ligt in de gezamenlijke voorbe
reiding en aanbieding van het voed
sel, in het gevoel van saamhorigheid
en eensgezindheid, aanwezig bij gas
ten en gastvrouw/gastheer. Bovendien:
het voedsel wordt genuttigd door de
gasten, het aroma door de geesten.
Een selamatan duurt een hele dag en
soms nog een hele nacht; gasten ko
men op ongeregelde tijden binnenlo
pen, offeren een bijdrage in de kosten
door bij het begroeten van de gast
vrouw een bankbiljet in haar hand te
drukken, of iets te deponeren in een
speciale doos, eten en drinken weinig,
maar krijgen wel een doosje, gevuld
met lekkers mee naar huis.
Ik was te gast bij verscheidene sela-
matans en raakte steeds opnieuw on
der de indruk van de opgewektheid bij
het gebeuren (zelfs bij een begrafenis!)
en van de voortdurende activiteiten
van de vrouwen (buurtgenoten en fa
milieleden), die hielpen bij het aan
dragen, koken en uitdelen van voed
sel, onderwijl babbelend met oude be
kenden uit andere desa's.
De laatste selamatan die ik meemaak
te, was die welke ik zelf bij wijze van
afscheid aanbood aan allen, die mij
geholpen hadden bij mijn onderzoek.
Deze werd gegeven in het gemeente
gebouwtje, nadat dagen van tevoren
in verschillende huizen allerlei gerech
ten waren gekookt. Het werd een groot
succes, al had ik mij een en ander wat
minder formeel voorgesteld Er waren
toespraken, gebeden voor mijn veilige
terugkeer naar Nederland, ik zelf
moest ook een "speech" houden en
tenslotte kreeg ik een cadeau aange
boden: een fraaie waterkaraf met 6
glazen. Toen werd het echt gezellig,
omdat men vrij was de borden te gaan
vullen met allerlei heerlijkheden, die
op tafels waren neergezet.
Ten tweede: de"arisan". Ook de ari-
san zou men een vorm van hulpver
lening kunnen noemen. Het is een
soort loterij, waarbij alle aanwezigen
een bescheiden som gelds storten
aan het begin van de bijeenkomst.
Papiertjes met de namen der deelne
mers worden verzameld in een beker.
Daarna wordt de beker geschud tot
dat er een papiertje uitvalt. Degene
wiens naam daarop voorkomt, wint de
pot en wordt meestal geacht zijn of
haar huis aan te bieden voor de vol
gende arisan. Uiteraard doet haar/zijn
papiertje bij de volgende trekkingen
pas weer mee als alle deelnemers een
beurt hebben gehad. Mijn gastvrouw
vertelde mij dat zij lang niet altijd naar
zo'n bijeenkomst ging, maar dat haar
bijdrage wèl iedere keer werd ver
wacht. Andere vrouwen gingen alleen
voor de kans op een flinke som-ineens
naar de bijeenkomsten van de PKK,
die ook altijd een arisan op het pro
gramma had staan. Hierbij werd het
concept van de arisan vooral be
schouwd als een soort spaarregeling.
De "pot" bestaat voornamelijk uit geld,
maar ook wel eens uit keukengerei,
borden, glazen enz., gekocht met de
inleggelden. Mannen en vrouwen had
den in de desa afzonderlijke arisans;
ook hierbij was functioneel: het bevor
deren van een saamhorigheidsgevoel
tussen de leden.
Ook ik de steden is de arisan-gewoon-
te wijd verspreid. Een vriendin uit Ma-
lang vertelde mij dat zij een dienst
meid wilde aannemen uit een bepaal
de kampong, die bij haar in huis zou
moeten wonen, om ook 's avonds en
's nachts op de kinderen te kunnen
passen. Dit was echter pas mogelijk
nadat zij de vrouw had "los gekocht"
uit haar arisan, en haar zodoende had
bevrijd van haar financiële verplichtin
gen
Ten derde: "ganti hari". Deze term be
tekent: het afwisselen van (werk) da
gen, een vorm van hulpverlening, voor
al toegepast op het gebied van de
landbouw. Sawah's en ladangs worden
nooit allemaal tegelijk beplant, omdat
dit teveel aan man/vrouw kracht zou
vergen. Ook de oogsten wisselden el
kaar dus af en zo ontstaat een werk
patroon, waarbij planters en oogsters
van het ene veld naar het andere trek
ken, afhankelijk van de noodzaak tot
planten of oogsten per sawah/ladang.
Op mijn wandelingen door en langs de
desa zag ik meermalen dezelfde vrou
wen werken op telkens andere velden.
Ook de tani's (boer met een eigen
stuk(je) grond, meestal niet groter dan
2 ha) stonden elkaar bij op de respec
tievelijk velden en gaven hierbij infor
mele leiding. Men zou de "ganti hari"
inderdaad een vorm van wederkerige
hulpverleining kunnen noemen, een
uiting van de traditionele "gotong
royong" gedachte.
(lees verder pagina 13)