Verkiezing van volkshoofden in het Palembangse
BESTUUR IN NED. INDIÊ (V)
Het residentshuis in Palembang, zetel van het gewestelijk bestuur
door Victoria Kaulbach en Dr. J. J. C. H. van Waardenburg
De Pasirah's (Margahoofden), de Kria's (doesoenhoofden) en Poenggawa's
(wijkhoofden) - allen volkshoofden - werden door de bevolking gekozen, maar
alleen de Pasirah's werden door de Resident aangesteld, op grond van het door
de controleur opgestelde proces-verbaal van de verkiezing. Deze verkiezing ge
beurde op democratische manier; altijd onder toezicht van de Toean controlir,
dat wel. Op een goede dag moest er in een doesoen van een Marga (rechtsge
meenschap) een Kria worden gekozen. De controleur van de onderafdeling had
de datum en het tijdstip van deze verkiezing vastgesteld.
De dag was warm begonnen. Geen
zuchtje wind bewoog de bomen onder
de strakblauwe hemel. Toen de con
troleur in de gloeiende middag weg
reed van zijn huis naar de betreffende
Marga en doesoen (afstand 65 km)
dwarrelde hoog het grijze stof achter
de auto op. De chauffeur voorin toe
terde als een kar moest worden inge
haald. De enkele tegenliggers stopten
uit beleefdheid, zodra zij de driehoe
kige vlag van de controleur zagen na
deren. Dit om te voorkomen dat de
toean hun stof in zijn keel zou krijgen.
In de doesoen Penjaboegan dus moest
een Kria worden gekozen. Het dorp
lag tussen rijke sawahvelden te stoven
onder de brandende zon, die scherpe
schaduwen wierp op de weggetjes. Er
hadden zich vier candidaten voor dit
ambt in deze doesoen gemeld. Een
zoon van de Pasirah, een neefje van
de Demang (districtshoofd, ambtenaar)
en een notabele uit de doesoen. De
vierde kandidaat was een bijzonder
geval. Hij was namelijk niet lang ge
leden uit de gevangenis van Noesa
Kembangan ontslagen, waar hij een
gevangenisstraf van drie jaar had uit
gezeten. De man had in blinde woede
iemand doodgeslagen, die hem be
ticht had van oplichting en afpersing.
Hij had zijn daad geboet, zijn straf uit
gezeten en moest daarom als kandi
daat worden geaccepteerd. In Noesa
Kembangan - letterlijk: "bloemen-ei-
land" (Java) had hij rijke ervaring op
gedaan, had als mandoer gewerkt en
vele boeven meegemaakt en veel ge
leerd. Hij had opgeschept over zijn
kundigheden en gold als een djago
(haan) in de doesoen.
De controleur was benieuwd wie tot
nieuwe Kria zou worden gekozen. De
auto zwenkte de verharde weg af en
reed het zandpad op dat naar de doe
soen leidde. Toen hij uit de auto stapte
zag hij dat al vele belangstellenden en
kiesgerechtigden het terrein van de
verkiezing vulden. De demang die op
eigen houtje naar de doesoen Penja-
boengan was gereden, trad hem met
de Pasirah tegemoet.
De vier pantjangs (gegadigden) zaten
bij elkaar onder de waringin, die als
een reusachtige pajong midden op het
veld stond. Rondom het pleintje wier
pen de bomen schaduwen op het uit
gedroogde grasveld. De zoon van de
Pasirah was keurig gekleed in een
djas toetoep (gesloten jas) met zilve
ren knopen. De neef van de demang
had zich uitgedost in een zijden jasje.
De notabele had zijn beste baadje aan
en een nieuwe kopiah opgezet. De ex-
gedetineerde was met een zwart jasje
getooid, waarop een doublé horloge
ketting hing.
De vier kandidaten werden door de
Demang elk bij een boom gezet met
het gezicht naar de stam gekeerd, op
straffe van diskwalificatie als zij zich
omdraaiden. De stemgerechtigde be
volking verzamelde zich bij de waring-
in. Op een teken van de controleur
liep een ieder naar zijn djago (kandi
daat) toe en hurkte doodstil neer ach
ter de rug van zijn favoriet. Weldra
waren er vier slingerende rijen ge
vormd achter de gegadigden. Dat ging
geruisloos met een klein geschuifel
van de blote voeten.
De demang en de controleur telden
snel het aantal kiezers achter ieder
van de vier kandidaten. Sommigen
maakten op het laatst nog een andere
keuze en liepen haastig uit de rij om
zich bij een andere staart te voegen.
De telling was snel verricht en daarna
werden de kiezers bij de controleur
verzameld, want de kandidaten moch
ten niet weten wie "wel" of wie "niet"
op hen had gestemd. Dan mochten de
pantjangs zich eindelijk omdraaien. En
wat de controleur wel had vermoed:
de ex-djahat (boef), die drie jaar had
geboet, won met glans I Hij had al bij
de eerste ronde de absolute meerder
heid (de helft plus één) bereikt. Hij
was blijkbaar een populaire figuur
Om hem lag het aureool van avontuur
en hij zou door zijn ervaring op Noesa
Kembangan - bloemeneiland - in ont
wikkeling ver boven de andere kandi
daten staan.
Of had hij opgeschept dat hij het Be
stuur wel aandurfde? Hij was nu in elk
geval "besar-hati" (opgewekt). Nu
werd hij een eerzame Kria, mét de sta
tus van volkshoofd. Als Kria mocht hij
zich een gouden band om zijn kopiah
aanmeten. De eerste stap naar een
veelbelovende carrière was gezet. Wie
deed hem wat?
"Untung sabut timbul" - een kokos-
notenschil drijft, "Untung batu ten ge-
lam" - een steen zinkt in het water -
zegt een veelbetekenend spreekwoord.
De toekomst zou het leren
De controleur boekte zijn naam in het
hoofdenregister en bevestigde de ge
kozene schriftelijk in zijn eerbaar ambt
en verdween daarna in de schemer
huiswaarts, snakkend naar een bad
en een koele dronk. De zon was al
als een rode bal achter de horizon
verdwenen.
Ook hier dus diep in het binnenland
werd democratie bedreven volgens de
aloude adat. Dit soort verkiezingen
gaf de bestuursambtenaar veel werk.
In een onderafdeling met 10 12 Mar-
ga's had men een 100-tal doesoen
hoofden en een 250 wijk-hoofden. Door
sterfte of ontslag op verzoek ontston
den nogal eens vakatures. Dit gaf
altijd veel werk voor de B.B. ambte
naar.
17