125 jaar "Weltevreden" (I)
De 18e januari 1859 werd in het toenmalige Batavia het Ursulinenklooster
"Weltevreden" gesticht. In de volksmond heette het al gauw het kleine
klooster", want dat was het in vergelijking met "het grote klooster van de
Ursulinen in de stadswijk "Noordwijk". Bij het zilveren feest dat een eeuw ge
leden gevierd werd, bood een missionaris aan de Zusters deze regeltjes aan:
"Klein was ik in het begin,
Klein noemt men mij nog heden.
't Kleine zij steeds naar uw zin,
Dan blijft ge altijd Weltevreden."
Batavia, 18 januari 1859 - Jakarta, 18 januari 1984
door Mère Francoise Boom O.S.U.
Het kleine scheutje genomen van de
moederboom op "Noordwijk groeide
uit tot een forse stam met brede
bladerenkroon, die krachtige loten gaf
aan andere stadsgedeelten en steden
en nog steeds nieuwe twijgen schiet.
Het eerste zaadje voor die Ursulinen-
boom werd uitgestrooid in Brescia bij
het Garda-Meer in Noord-ltalië waar de
heilige Angela Merici op 25 november
1535 de "Compagnie van Sint Ursula"
stichtte. Vandaar werd het boompje
overgeplant naar Frankrijk, waar ver
schillende nieuwe takken van de Com
pagnie tot leven kwamen, o.a. in
Bordeaux in 1606. Deze Congregatie
van Ursulinen, die op 5 februari 1618
de pauselijke bul van oprichting kreeg,
heeft een buitengewoon grote ont
wikkeling gekend.
Zo gaf Pastoor J. Lambertz, die in
Thildonck, België, jonge meisjes die
bereid waren zich aan de opvoeding
en het onderwijs van de jeugd te wij
den, haar in 1832 de Constituties van
de Ursulinen van Bordeaux, aangepast
aan de plaatselijke omstandigheden.
Evenals Pastoor Lambertz in Thildonck,
was in Sittard Pastoor-Deken P. M.
Vrancken zeer bezorgd over de ver
waarlozing van het onderwijs aan de
vrouwelijke jeugd. In 1843 reisde hij
met zijn kapelaan naar Thildonck om
Ursulinen te vragen zich in Sittard te
gaan vestigen. Na twee maanden kwam
er al een klein groepje aan.
In 1848 werd Deken Vrancken tot
Apostolisch Vicaris van Batavia be
noemd. Bij zijn afscheid riep hij de
Zusters toe: "Tot weerziens in Bata
via"! Vanaf zijn aankomst begon hij te
kloppen aan de kloosterpoorten van
Thildonck, Maeseyck en Sittard om
Ursulinen voor Batavia. In 1849 schreef
hij aan het klooster van van Thildonck:
"Wanneer ik de zaak kan verwezenlij
ken en ik Ursulinen bekwam, dan moest
ik grote deugnieten hebben om hier
onder de heidenen en Mohammedanen
te leven en wellicht verachting en ver-
Een oude luchtfoto die een overzicht geeft van het "Kleine Klooster" en de scholen van
de Zusters Ursulinen aan de toenmalige Postweg (nu Jalan Pos) in Weltevreden. De oto
geeft de tegenwoordige toestand nog juist weer.
Een Ursuline in de kleding die de Zusters
in 1859 in Indië droegen.
smading voor de naam van Jezus te
verdragen... Ook zou ik haar niets
anders dan lijden en kruisen durven
beloven." En in 1850 schrijft hij: "Ik
moet voor een stad als Batavia, waar
zich over de tweehonderdduizend
zielen van allerlei kaliber bevinden,
enige uitgelezen pareltjes van religi
euzen hebben,... bekwaam en voor het
onderwijs geschikt, onbeschroomd van
karakter... Zij moeten duits, engels,
frans en natuurlijk nederlands kunnen
onderwijzen." Bovendien moesten het
allen vrijwilligsters zijn.
Op 7 februari 1856 landden zeven
Ursulinen in het land, waar nog nooit
een religieuze een voet aan wal had
gezet. Zij noemden haar klooster op
Noordwijk de "Transfiguratie", waar
mee zij te kennen gaven, dat zij geko
men waren om de gedaanteverande
ring van de jeugd te bewerken.
De overste, Mère Ursule Meertens,
zag de nood van zoveel arme meisjes
uit de volksklasse, voor wie geen gele
genheid tot onderwijs en Christelijke
vorming bestond. Toen een tweede
groep Ursulinen in zicht was, besloot
zij enkele Zusters daarvoor af te staan.
Dat was een moedige onderneming,
Noordwijk beleefde dagen van armoe
de en drukkende zorgen. "Ons ge
sticht krioelt van kinderen en onze
goede Zusters zijn afgesloofd en haast
geheel uitgeput", schreef Mgr. Vran
cken aan Thildonck. De Zusters zelf
zagen dat ook wel: "Er is hier zoveel
goed te doen onder de jeugd op Java.
Wij zijn op verschillende plaatsen ge
vraagd, te Semarang, Padang, Sura
baya, enz
De oogst is groot, maar er zijn te
weinig arbeiders. Maar laat ons geduld
hebben en met ijver en moed werken
en veel bidden, opdat Jezus het weini
ge dat wij doen, moge zegenen en Hij
toch spoedig hulp moge zenden
Indien ons soms zwarigheden over
vallen en wij te kampen hebben met
moeilijkheden, och, dan is het zo ge
makkelijk zich te troosten met de ge
dachten, wij zijn de fundamentstenen
22