INDONESISCHE KALENDERS 1985
BOGOR INN
met pasardagen
Keuze uit diverse afbeeldingen: landschappen, orchi
deeën, Indonesische klederdrachten, wayang, etc.
"Saja Tuan", zegt hij, van schrik waar
schijnlijk.
Ach ja, die chauffeurs. Je raakt aan ze
gehecht. Gek dat namen van chauf
feurs altijd met een "A" beginnen. In
Bangka was het Achmat, in Djakarta
Amid, in Pontianak Anwar, in Soera-
baja Adung. En die van djongossen
altijd met een "D", Da'im, Daud, Dutu,
Darmo etc.
Van auto's weten zij alles af, die 'A' 's,
zij het niet in puur technische zin. Zij
beschikken over een onuitputtelijk ge
duld en vindingrijkheid en over een
werkelijk rijk arsenaal van draadjes,
touwtjes, ringetjes, veertjes, waarmee
zij de leemten van de Westerse be
schaving in de praktijk doeltreffend
aanvullen. Een onfeilbaar instinct waar
schuwt hen wanneer hun wat gecompli
ceerd systeem van draad- en touw
werk de regelmatige voortgang van
het hen toevertrouwde voertuig be
dreigt.
Maar Asmat is de beste, de oudste,
EVEN GLIMLACHEN
Het Dagboek van Annètje
door Hanna Muelder
Er heerste die warme zomerdag een
grote bedrijvigheid op de kade in Am
sterdam, een van de grootste mail
boten zou naar Indië vertrekken en de
fluit was al een keer gegaan. Passa
giers en afduwers liepen af en aan,
bloemstukken werden de loopplank
opgedragen en een gewichtig doend
telegrambezorgertje kwam er haastig
aan, zijn imponerende pet ietwat zwie
rig op zijn hoofd. Vanaf het dek werd
al gewuifd en serpentines werden om
hoog en omlaag gegooid.
Tussen al de passagiers liep Annètje
van Suchtelen, ze werd weggebracht
door een oom en tante. Juist haar
eind diploma H.B.S. gehaald hebben
de mocht ze nu naar haar ouders in
Indië komen. Ze verheugde zich enorm,
ze had eigenlijk altijd heimwee gehad
naar dat heerlijke land. Ze was ge
boren op Sumatra.
Ja, ze verheugde zich enorm weer
naar huis te gaan en iedereen terug
te zien. Maar terwijl Annètje de hele
dag over de toekomst en de bootreis
fantaseerde, zat de heer van Suchtelen
in spanning en eigenlijk ietwat in angst.
Van Suchtelen was geen losbol of een
vrouwenjager geweest, maar geduren
de de 6 jaar ongetrouwd - dat was
toen verplicht - alleen op de kebon te
hebben geleefd kende hij het leven en
wist ook wat er om kon gaan op zo'n
bootreis. Hij moest er niet aan denken
wat zo'n lief meisje als Annètje kon
overkomen daar helemaal alleen aan
boord. Ten einde raad schreef hij aan
een bevriende relatie van de Maat
schappij. Hij kreeg een brief terug die
zei: "Kerel maak je niet ongerust,
iedereen weet dat Van Suchtelen al
de wijste. Al acht maal hebben we
samen deze reis gemaakt. Zo herinner
ik mij, dat we op één van onze eerste
reizen ergens midden in het oerwoud
tussen Lahat en Limau met een oude
Dodge tot stilstand kwamen.
Na veel tonggeklap, nauwkeurig ge
peins en gespeur bleek een membraan
het te hebben begeven. Dat duurde
een uur. Een reserve-membraam bleek
van een andere nog oudere datum en
niet te passen. Dat duurde een uur.
Asmat, onverstoorbaar als een schoen
maker met de benen kruiselings ge
bogen op een tikar gezeten, omgeven
door zijn arsenaal van moertjes, bout
jes, staafjes en asjes, draadjes en
touwtjes, zeer geleerd uitziend met
een ijzeren brilletje op zijn tanige neus,
schudde tenslotte misprijzend het
hoofd, stond moeizaam op, zocht met
grote zorg ergens een pisangblad uit
en plaatste een deel hiervan als een
surrogaat-membraan. Binnen het kwar
tier reden we.
(wordt vervolgd)
zijn tabak met ons verstuurt en er zal
heus wel een oogje op je dochter
worden gehouden. Toevallig sprak ik
Rudolf van Straten, de kapitein, van
morgen, hij begreep je zorgen en be
loofde Annètje onder zijn hoede te
nemen, ze komt ook aan de kapiteins
tafel te zitten".
Annètje genoot van alles wat er te ge
nieten viel en ze begon direkt een
dagboek. Nu zal ik de lezer niet ver
moeien met alles wat ze scheef over
de storm in de golf van Biscaje, de
fantastische diners, het Suezkanaal -
met toen nog het standbeeld van Den
Lesseps, in zijn éne arm wijzend naar
het oosten een botol en in de hand
die wees naar het westen een "rol" -
de hitte in de Rode Zee, Port Saïd,
Simon Artz, Colombo en het uitstapje
naar Mount Lavinia enz. De meeste
van de lezers hebben die reis gemaakt
en weten dus hoe alles was. Neen, ik
zal me bepalen tot de meer persoon
lijke belevenissen.
20 Juli. Zit naast de kapitein links,
rechts zit een dame wier man
heel belangrijk is.
21 Juli. Wat is hij toch knap en al die
gouden strepen. Hij heeft mijn
hand vast gehouden.
22 Juli. Uitgenodigd met 2 dames van
Geboren:
JOHAN BASTIAAN GERARDUS
zoon van
mr. J. C. J.E. Allein Richir en
B. Allein Richir-van Abshoven
8 augustus 1984
Westfalen 46 3524 KG Utrecht
Hotel-Restaurant-Bar
Jalan Kumbang 12-A
tel. (0251) 28134-26111
BOGOR BARU - INDONESIA
- 25 min. rijden van Halim Airport
- Uw "steppingstone" naar Bandung-
Yogya, Bali of andere plaatsen
- 200 m van de wereldberoemde
Plantentuin
- rustig gelegen, Aircon.,
warm/koud bad
- Nederl./Engels/Frans sprekend
management familiar treatment
Wij hebben 15 kamers, dubbel
singles en een klein zwembad.
onze tafel voor thee in zijn hut.
Ik zit naast hem
23 Juli. Gedanst met hem. Twee keer.
Onder de Engelse wals cheek
to cheek.
24 Juli. Geloof dat ik verliefd ben.
Nooit zo'n charmante man ge
zien.
25 Juli. Uitgenodigd voor cocktails,
alleen bij hem in de hut. Hij
noemt me Nanètje en ik moet
Rudi zeggen.
26 Juli. Na het diner koffie gedron-
in zijn hut, later op zijn dekje
gezeten, er was maan, hij
heeft me gekust.
27 Juli. Weer samen op zijn dekje ge
zeten, hij heeft me weer ge
kust en gezegd dat hij dol op
me is. Hij heeft me voorstel
len gedaan waar ik toch echt
niet op in kan gaan. Of wel
soms
28 Juli. Was weer in zijn hut en Rudi
heeft gezegd dat hij zo dol
op me is en dat hij de wan
hoop bijna nabij is. Als ik
NIET op zijn voorstel inga, zal
hij de boot met 750 mensen
op een rots laten lopen. Wat
moet ik doen?? Wat moet ik
toch doen
29 Juli. 750 mensenlevens gered I
Bel voor informaties 020 - 90 99 45
Liefst na 19.00 uur. Of schrijf naar W. Rompas, Koolzaaddreef 19,
1112 JR DIEMEN.
Bestellingen worden uiterlijk tot 1 november aangenomen.
Attentie NIET NAAR MOESSON SCHRIJVEN OF BELLEN
19