BEZOEK AAN BRONBEEK
30 Mei, midden lente en het regent zachtjes, mist overal, koud - en we gaan
vandaag een hele dag naar Bronbeek. Voor mij, heidens vroeg uit de veren, al
om 7 uur 's morgens, is het een hele belevenis zo'n excursie. We gaan met
Madjoe, een vereniging van oud KNIL-mensen. Bij het verzamelpunt staan ze
allemaal opgewekt, ondanks de miezerige regen, al te keuvelen.
Als we wegrijden door een nog rustig Breda en ik zo luister naar het gebabbel
van de mensen, valt het me voor de zoveelste maal op hoe fantastisch lang je
hier in Holland conversatie kunt voeren over het weer. Het is een uitkomst in
situaties, waarin je elkaar eigenlijk niets te zeggen hebt. Je kunt eindeloos door
meieren over alle fijne facetten van het weer, regen, mist, glad, koud en mis
schien wat zon. Verschillende Pelleboertjes doen hoopvolle weersvoorspellingen.
Eenmaal onderweg wordt via de cassetterecorder een verzoekprogramma ge
presenteerd door Pietje Pitamientje Driessen, een zeer actief lid van Madjoe, die
iedere gast in de bus bedenkt met een plaatje en geestig praatje. Zo rollen we
zoetjes door een druilerig landschap, de stemming is er niet minder door.
"Rasa Sayang EE" speelt radio Pitamien van Madjoe en er wordt vrolijk mee-
gefloten.
De benedengalerij van het militair tehuis Bronbeek.
Daar is Bronbeek! Langs de lange op
rijlaan rijden we naar het op een groot
landhuis lijkende gebouw. Eerst koffie
in de kantine, een idioot woord eigen
lijk voor de geriefelijke ruimte met ge
zellige zitjes, waar de hofmeesters
koffie met cake ronddelen.
De rondleiding gebeurt onder de hoe
de van twee inwoners, een martiale
adjudant, flink in de 80 en een "novi
ce", die pas drie maanden in Bronbeek
zit. De groep is te groot en wordt dus
gesplitst. Het museum is zo uitgebreid
dat het mooi in twee gedeelten be
keken kan worden, voor en na de
lunch. Wij gaan met de novice mee,
de heer van Gorkom, ook al gezegend
met een aardige baard in wording De
trap op en daar begint de koloniale
geschiedenis in woord en beeld af te
rollen.
Atjeh, de begraafplaats Peutjoet, de
krijgsheren uit die tijd, van wie de
kleurrijkste wel de Indische jongen
"Eenoog" van der Heyden is, die later
ook een tijd commandant van Bron
beek is geweest. We zien hem dan op
de vergeelde foto's staan met Wilhel-
mina tijdens een van haar bezoeken
aan het door haar vader, Willem III,
gestichte tehuis. Verschillende buit
gemaakte wapens tijdens die lange,
verbitterde strijd, de slag, die eigen
lijk nooit gewonnen is. Je loopt langs
alle vitrines met onderscheidingen, de
foto's van hen, die ze droegen er
boven.
Onze gids vertelt van de bentengs,
legt ons het gebruik van de houwit
sers uit, die er staan. Dringend roept
hij de dames toe om even te kijken
naar de mode van toen van de heren
militairen. Daar staan ze, de verschil
lende uniformen en je vraagt je af, hoe
de arme kerels het uithielden in die
enorme hitte, al dat zware donkere
keper. Chique was het wel, daar niet
van, maar warm
Tijd voor de borrel voor de lunch. Het
wordt een vrolijke boel en de rijsttafel,
weer efficiënt door de hofmeester ge
serveerd, is uitstekend. In opperbeste
stemming beginnen we aan het tweede
gedeelte van de rondleiding. Per ver
gissing loop ik met de verkeerde groep
mee en zodoende zie ik nu ook de
kamer van de adjudant. Een hele, grote
ruime kamer met massa's foto's van
de familie. Van hier in Nederland,
kinderen en kleinkinderen met hem in
het midden, de spierwitte, lange baard
keurig gekamd op het donkere uni
form.
Trots vertelt hij: "Dat heb ik er dan
toch goed van afgebracht I Alleen op
de wereld begonnen en nu heb ik 26
familieleden, kinderen en kleinkinde
ren, alleen al in Nederland". Er hangt
een grote foto van een beeldschoon
Balisch meiske, "Mijn kleindochter"
vertelt hij, "ze is van mijn jongste
dochter uit Bali, van mijn Indonesische
vrouw, voor ik als weduwnaar naar
Holland kwam en hier met een Hol
landse trouwde. Ze komt in het najaar
naar Europa met een dansgroep op
een tournee". Ook in Indonesië heeft
hij een talrijke familie, met wie hij een
goed contact heeft.
Ik haast me terug naar mijn groepje
en het viel me op hoe bij vele mannen
in onze groep hun eigen militaire ver
leden herleefde. Ze herkenden de
plaatsen waar ze gediend hadden, za
gen foto's van hun commandanten,
waren weer helemaal even terug
Ik kijk naar onze novice, gefascineerd
luistert hij; als een paar dames wat
luid kwebbelen, brult hij met een sten
torstem "Koppen dicht I! I De tim
merman, die loopt te hameren (we zijn
in de te renoveren vleugel) wordt met
een donderend bevel tot stilte ge
maand. Ik krijg er gewoon zachtjes de
slappe lach van. Dit is de meest uit
zonderlijke rondleiding, die ik ooit
heb meegemaakt
Maarook de beste I Wist U, dat
je als man in de Torajalanden nooit op
een merrie mocht rijden? Dat doe je
niet, je wordt zo afgrijselijk uitgelachen
dat je maar beter rechtsomkeert kunt
maken, wil je niet helemaal je gezicht
verliezen.
Onze twee gidsen lossen elkaar vol
humor af bij de verdere eilanden. Maar
het KNIL was ook in Suriname en dat
is het moment, dat we uit de groep
een derde gids krijgen I Heer van Dijk
diende daar lange jaren en op voor
treffelijke wijze vertelt hij ons daar
de bijzonderheden van. Het verhaal
van de Indianen, de bosnegers, die
nimmer samenwoonden, doch apart
langs de rivier, die voor hun levens
belangrijk was in alle opzichten. Het
is opnieuw nodig, dat de timmerman
tot de orde wordt geroepen, lees ge
bruld De brave borst had zich heel
lang stil gehouden, maar ja, renoveren
moet toch ook doorgaan, nietwaar?
Gehoorzaam legt hij z'n hamer maar
neer; met die Indischgasten en met al
die wapens rond om weet je maar
nooit
De tijd is omgevlogen, alweer tijd voor
de afscheidskoffie. We zijn een dag
terug geweest in Indië, we hebben ge-
imponeerd gekeken naar dat reusach
tige gebied, waar rust en orde werd
gehandhaafd en vol respect nemen we
afscheid van hen, die er aan meege
werkt hebben, dat we inderdaad mo
gen blijven zeggen "Daar werd iets
groots verricht".
E. MELAI
21