Een natte en rumoerige Trouwdag "Pap, ik wil trouwen," sprak mijn tweede dochter Férie. Ze was maar net zeven tien geworden. Ik wist dat Férie niet mee naar Nederland wilde, toen ze van mij hoorde dat mijn man (voor de tweede keer) uitgezonden zou worden, maar nu met het hele gezin. Dit zou plaatsvinden op 16 maart 1S65. "Mam, hoe dan mijn vrind?" zei ze: Haar vrind (nu haar man) was en is het nog, Garudapiloot en deed Balikpapan, waar we toen woonden, zoveel mogelijk aan vanwege Férie. Hij had haar al eens eerder, toen ze net haar eind SMP had ge haald, gevraagd, maar we vonden 17 jaar nog te jong, alhoewel ze goed uit de kluiten gewassen was. In de huishouding deed ze ook graag het een en ander. "Neen mam, ik wil niet mee hoor, want misschien blijven we twee jaar in Neder land heb ik gehoord." "Nou," zei ik, "ik begrijp je heel goed, ga maar met papa praten." Dus toen mijn man 's middags op het platje zat, duwde ik Férie naar hem toe. Ik bleef op de achtergrond. "Pap, ik wil trouwen," klonk Férie's stem toen. Mijn man barstte in lachen uit, "jij trouwen, je bent pas zeven tien." "Ja, maar Rock is acht jaar ou der en ik weet al iets van huishouden af." Gelukkig dat Férie ook lachte. Zij is altijd een vrolijk en zonnig kind ge weest. Ik kwam er bij zitten en na veel heen en weer gepraat zei pa "ja" en kon Rock bij zijn eerstvolgende bezoek z'n officieel aanzoek doen. De trouw dag werd gesteld op 9 december 1964. ledereen ging toen aan het werk voor de grote dag. Alle Sangirese tantes en omes kwamen opdraven om te over leggen wat er op die dag gedaan moest worden en wat het menu zou zijn. Op zo'n olieterrein is iedereen welkom en daar moesten we natuurlijk ook op rekenen. Een dag van tevoren werd een grote tent opgezet, want het was december, dus moest er wel met regen rekening gehouden worden. Een geit werd door een prevelende Arabier heel ver ach ter in onze grote achtertuin geslacht. Niemand mocht er bij zijn, alleen zijn helper. Twee grote vette varkens wer den door Sangirese tantes geroosterd en meer dan tien kippen geslacht. De ooms zorgden voor het technisch ge deelte, het aanrukken van de dranken en het huren van borden, kopjes, enz. enz., dameskennissen bakten cakes en soesjes, ikzelf was de penningmeester en mijn man de algemene opzichter. Zo gaat dat op zo'n olieterrein, overal hulp, erg gezellig, begeleid met muziek van onze tape-recorder. Bloemen wer den uit Soerabaia besteld, het huis en de tent versierd door de klasgenoten van Férie. Zij hadden de opgeblazen ballonnen leuk beschilderd met cari- catuurtekeningen van Férie en Rock en allerlei grappige en gekke opschriften. De dag van het trouwen, ledereen was druk bezig. Om vier uur 's middags zou de ambtenaar van de burgerlijke stand bij ons thuis het huwelijk vol trekken, daarna om vijf uur inzegening in de kerk. Tien uur 's ochtends hoorden we al het motorgeronk van een naderend Garudavliegtuig, met Rock natuurlijk. Jawel hoor, heel laag denderend over de dennebomen in onze tuin, die vro lijk met hun dennenaalden terugwuif- den. Dit is niet overdreven gezegd, zo laag vloog de kist. De tantes die in de tuin bezig waren met bawang schillen, schrokken zich dood en de schilletjes vlogen de lucht in. Later hoorden wij dat men op kantoor zei: "Schoonzoon van Makadoero is in het land." Dat was hun allemaal bekend, want iedere keer als Rock Balikpapan binnenvloog - Férie wist dan van tevoren al wan neer en hoe laat - kwam hij laag over de zee gevlogen met knipperende lichten, en Férie stormde dan de tuin in al zwaaiend met een bezem. Die dag mocht Rock niet rechtstreeks bij ons thuis komen, maar werd opge vangen door een goede kennis van ons (bij wie de bruidegom aangekleed zou worden) die ook eerste getuige zou zijn. Maar ja, het ging natuurlijk weer niet volgens het protocol en hij kwam toch, want hij bracht ook nog verschillende dingen voor het feest mee. Hij zou na het bad wel weggaan naar oom Jan om zich te kleden, zei hij. Plotseling tegen enen begon het ver schrikkelijk hard te regenen. Het ter ras, alhoewel overdekt, liep onder en de versierde bruidsstoelen moesten in alle haast naar binnen geschoven wor den. Wanhopig waren we. Het was net de tijd dat iedereen in het bad moest. Ons aller tante Marie Lesa- wengen (echte tante van mijn man) kwam als een haas de kamer binnen gestoven, waar Férie net bezig was naar de badkamer te gaan. Tante ruk te haar slipje (die van Férie) van het lijf, stoof weer naar de jongenskamer, duwde Rock de badkamer in en schreeuwde: "Vlug, ik moet je onder broek hebben I" Bleek later een ge bloemde te zijn. Rock wist niet hoe hij het had. Verbijsterd, met grote ogen en open mond stond hij daar. Niets mee te maken. Tante sloot de deur. "Opschieten, vlug!" Wat hebben we later gelachen, gebul derd, want zoiets zou in Rock's familie beslist niet voorkomen. Niet alleen was hij van Javaanse afkomst, maar daarbij ook van adel. Dus je weet wel. Dus tante had de twee slipjes, liep ermee in de stromende regen naar bui ten en beval één van de werklui die op het dak te gooien. Wel hadden we tja- bé-bawang aan een lidi in de tuin ge plant, maar dat zou niet helpen, zei tante. Het bruidspaar Rock en Férie. Wonderlijk, na vijf minuten verander de de harde regen in druppels en na tien minuten geen druppel meer en het bleef de hele avond droog. Lieve men sen, dit is waar gebeurd. Wonderbaar lijk! Hadden we nog nooit eerder ge hoord of meegemaakt. Later heb ik de twee slipjes netjes per postpakket teruggestuurd naar Jakarta, waar het jonge stel woonde. Er werd natuurlijk druk gedweild en alles werd op z'n plaats gezet. Om drie uur ging Rock weg naar het huis van de eerste getuige om zich te kleden. Tegen vieren kwam de ambtenaar van de burgerlijke stand en telefoneerden we naar de bruidegom dat hij kon ko men. Daar kwamen ze, het tuinpad op, Rock met het bruidsboeket in z'n han den, achter hem volgde de eerste ge tuige. Niet naar zijn bruid keek Rock, maar het eerst naar mij. Net of hij voel de wat er door mij heen ging. Mijn eerste dochter die de deur uit zou gaan. Ik had een prop in mijn keel, haatte Rock op dat moment. Hij kwam Férie van mij weghalen en ik barstte in snikken uit. Heel even maar en het nare gevoel was weg. Ik zag in zijn ogen iets als excuus en toen had ik me zelf wel een klap willen geven zo onrechtvaardig vond ik mezelf. Dat nare gevoel is ook nooit meer terug gekomen en ik was de hele avond toch wel vrolijk en het werd ook een suc ces. In het receptieboek telden we bijna 600 gasten. De man van onze kokki zorgde voor een verrassing: een wa- yangdans uitgevoerd door twee Ja vaanse vrienden. Onze buitenlandse gasten vonden het natuurlijk machtig. Bij onze Indonesische kennissen was (lees verder volgende pagina) 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1984 | | pagina 15