MAKASSAR 1938 Rechtspraak door Sultans en Radja's "3ndiócke familienamen" In vroeg, dauwdronken morgen een bries, wat rimpels op het water speelt op de reê een twinkelvlag een liedje, 't Is als een pijperdeun 20 simpel, klaar en zo alleen. In 't dal, waasblauwe bergen de nevel een nog natte spinrag wordt aan een mast het doek gehesen. Een fris trompetsignaal dat stramheid, trouw ook uitwaait. Maar het mooiste is die zware driekleur die machtig golvend torst. Zo diep en hecht als ons Wilhelmus dat huiveren doet van trots genot op vreemde reê; gehesen of gespeeld. "Bers-bers" '38 Anders dan Java, was Sumatra, even als de meeste andere buitengewesten, gelaten "in het genot van eigen rechts pleging." In civiele zaken - schuldvor deringen, handelskwesties en derge lijke - was dan niet zozeer het Neder lands Indisch Burgerlijk Wetboek van toepassing, doch veeleer de Adat; normen en gebruiken die gewoonte recht vormen. Indien beide partijen Mohammedaan zijn, geld lokaal bijv. het huwelijks en erfrecht zoals dit is vastgelegd in de Koran. Indien noch Koran noch animistisch of ander volks geloof uitsluitsel geeft m.b.t. moderne rechtsconflicten aan de inheemse rechter, dient deze de oplossing te zoeken en recht te doen op basis van zijn kennis en ervaring van de door de lokale bevolking gehuldigde inzich ten over recht en billijkheid. Vele Sultans, Radja's en andere zelf- bestuurders brachten de integriteit en het gezond verstand op om aan hun rechtspleging onderworpen gedingen te berechten op een wijze welke de bevolking respecteerde en de rechts- partijen aanvaardden. Toen evenwel de bevolking in sterkere mate aan han del en industriële verwerking van landbouwprodukten ging deelnemen, vonden verschillende Maleiers, Atje- hers en Bataks - om mij tot Sumatra te beperken - het geraden om hun be- drijfsfuncties te onderwerpen aan Ne derlands (Indisch) recht. Daardoor vielen ze dan niet meer onder de competentie van autochtone rechters, Kerapatans, Rapats en dergelijke die m.b.t. het verbintenissenrecht onzekere en wankele adatnormen hanteerden, maar inplaats daarvan onder Residen tie-gerechten en in hogere instantie onder Raden van Justitie. In de recht spraak door Nederlandse rechters stelden de in aantal wassende autoch tone ondernemers allengs meer ver trouwen. De materie was voor de inheemse vorsten veelal nieuw en vreemd. Naar ik vernam was in Sumatra de reputatie van de Sultans en Radja's op het stuk van rechtspraak over het ai- gemeen goed. Geen wonder, hun pres tige en populariteit bij de bevolking was daarvan deels afhankelijk. Als ik hieronder een belevenis vertel welke doet denken aan de oude sprookjes van 1000 en één nacht, besef ik dat dit een uitzondering vormt. Het is meer curieus dan tekenend: Eens had ik mij in verband met een claim wegens onrechtmatig voor voed selgewassen "geladangde" doch voor tabaks-cultuur bestemde gronden, naar de Kerapatan van Deli begeven, welke zitting hield in het Sultanspaleis te Medan, onder leiding van de Tengkoe Makotta, Kroonprins van Deli. Mijn rechtszaak, welke voor de betrokken Tabaks-Maatschappij ook als prece dent van groot belang was, verliep goed en werd voor mijn cliënt gunstig berecht. Maar vlak voor de behande ling van die grondzaak gebeurde er iets vreemds: Een bevallige Maleise vrouw had een eis tot betaling van onderhoud inge diend tegen haar voormalige echtge noot. Die had het huwelijk beëindigd door haar formeel ten overstaan van de Kadi te verstoten en dit bevestigd met een "Soerat Tjerei". Man en vrouw waren Moslim; het Islamitisch recht was dus van toepassing, en volgens de interpretatie daarvan moest de man slechts drie maanden onderhoud be talen - niet veel maar kinderen waren er niet. De man die nooit een cent onderhoud betaald had, werd veroor deeld om dat terstond te doen. Alles normaal en goed zult U zeggen, maar toen werd de vrouw plotseling weggeleid. Toen ik de mij vergezellen de Krani van ons Advokatenkantoor vroeg wat zij dan misdaan had, ant woordde die lachend: "Als ze iets mis daan heeft is het dat ze zo mooi is". Ze heeft genade gevonden in de ogen van de Kroonprins en is naar diens vertrek ken geleid. Een dubbele overwinning voor de Maleise schone Mr. A. F. CALKOEN door D. A. Visker Prijs f 29,50 - Porto f 4,25 Een boek dat geslachten na U nog waarde zal hebben. De pier in Makassar in 1931 17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1984 | | pagina 17