SWEET MEMORY INDISCHE DAG NINES De sluizen van onze herinnering wer den weer geopend op de vraag van Mevr. Everard over Sf. Watoetoelis, waar mijn vader chemiker en fabricage- chef is geweest en waar we onze jeugd hebben doorgebracht. Het naar school gaan was, zoals op vrijwel elke onderneming, een pro bleem. Iedere ochtend 5 uur stonden we op, 6 uur stond de dogkar klaar om ons naar de halte Prambon te brengen. Ik hoor nog de belletjes van 't paardetuig en 't ge-ninèng van de voetbei en af en toe 't scherpe klappen van de zweep in 't schemerdonker. Daarna was het nog een uurtje rijden met de boemel o.a. langs Sf. Toelan- gan, waar nog een paar schoolkin deren instapten. Van 't station Sido- hardjo liepen we ruim een half uur langs de stoffige straten naar school. Later kocht mijn vader een "kip op hoge poten" (Ford) auto. Vaak werden er races gehouden onder de weg- breng-auto's van verschillende suiker fabrieken uit de omtrek. Het was zaak vooraan te blijven, want anders reed je midden in de dichte stofwolken. Na een botsing tegen een asemboom, vonden mijn ouders het welletjes en deden ze ons in de kost bij familie in Malang. De vakanties brachten we natuurlijk op de fabriek door en ik herinner me, dat de campagne tijdens de grote vakantie plaats had. 's Avonds als we in bed lagen en mijn vader nachtdienst had, hoorden we het vertrouwde gedreun van de machines. En soms (gelukkig heel zelden) was 't plotseling heel stil; de machines waren dan stopgezet vanwege een ongeluk; een arm of hand was dan afgerukt. We hebben ook vaak riet gegapt van de lorries, waarbij onze voorkeur uit ging naar één bepaalde dunne soort (de naam ben ik vergeten). Het wa ren dunne gele stengels. Geroosterd smaakten ze nog zoeter. De heerlijke lucht van de ampasblok- ken zal ik nooit vergeten. Ook niet de smaak van de goela tètès, die in grote bakken even buiten de fabriek door werksters met lange houten stokken werden geroerd. Op stukjes opgeraapt papier kregen we een schepje van de warme tètès, die gauw stolde. Het smaakte lekkerder dan borstplaat. In april 1976 bij een bezoek aan Indo nesia na een afwezigheid van 26 jaar zijn we er weer geweest. Helaas moch ten we het fabrieksterrein niet op. Het was een prestige-object en werd door militairen bewaakt. De Administateur was afwezig en de Mil. Commandant wilde geen toestemming geven. Het was beter geweest, dat we van tevoren toestemming voor de bezichtiging had den aangevraagd. Het hele complex was omheind met een muur en een prikkeldraad omrastering. Maar wat we zo van de buitenkant konden zien, zag alles er keurig verzorgd uit. Een grappig voorval hebben we eens meegemaakt. Bergen ampas-blokken leveren een wijds uitzicht en een heerlijk speelterrein voor de jongelui. In de verte sluimerende kamponghuisjes, bamboebossen en sawah's. Van het uitzicht genieten les, Eef, Meis, Eric, Frits Hofmeister en op de voorgrond Otto Cours. üi? ió- Er kwam een Hollandse grootmoeder logeren. Gekleed in een lange zwarte jurk met lange mouwen, kanten befje en een mutsje met lintjes (a ia koning in Emma) ging ze wandelen. Plotseling was ze onvindbaar. De hele onderne ming was in rep en roer. Het liep al tegen de avond en ze was nog niet te recht. En eindelijkdaar kwam uit de donkere desa over de rails van de lorries, Opoe aangelopen, vrolijk bab belend met de Petinggih (dorpshoofd). Wat bleek? Nieuwsgierig was ze over 't terrein gaan wandelen zo langs de desa; vond overal vriendelijk lachende gezichten, maar verstond 't taaltje niet. 't Werd al later en later, ze kon de weg terug niet meer vinden. Ze werd uit eindelijk naar de Petinggih gebracht, die met zijn H.I.S.-opleiding haar te woord kon staan. Hij onthaalde haar op djadjan en koffie toebroek. Ze ge noot. En zo bracht hij haar thuis. LILY GERRISSEN-HOFMEISTER De op zaterdag 6 oktober jl. gehouden Indische Dag Nines in de Carrousel zaal van het Nederlands Congresge bouw was een gezellige dag, druk be zocht, goed georganiseerd en bood een gevarieerd pakket aan attracties. Het geheim van zulke manifestaties is altijd een sfeervolle zaal (dimlight), mu ziek (niet te hard), hapjes (vers), con centratie van culturele uitingen (veel te zien), dansen (gezellig) en veel mensen (gezellig). Het samenzijn werd officieel geopend door de burgemeester van Den Haag en de nieuwe cultureel attaché van Indonesië, Suharno. Door de toespraak van eerstgenoemde kreeg je trouwens het gevoel alsof Indische mensen pas enkele weken in Nederland vertoeven. Een uitspraak als "Ik hoop dat u zich hier thuis zult kunnen voelen en dat er geen al te grote problemen met de aanpassing zullen ontstaan" zijn niet meer direkt aktueel te noemen. Opval lend in de toespraak van de heer Su harno was het uitdrukkelijk en voorna melijk presenteren van Indonesië als toeristisch trekpleister dat toch voor al bezocht zou moeten worden want dan pas kon men zien datgene waar men zoveel over praat op pasar ma- lams en dagen als deze. Indonesië be zoeken anno 1984. We hebben er ge loof ik nooit weggewild. R.B. MINERALENBEURS Kwak-Minerals organiseert op zondag 25 november 1984 in de Noordhal van de RAI te Amsterdam een internatio nale mineralenbeurs, die geopend is van 10.00 tot 17.00 uur. Op 450 meter tafel zullen 140 standhouders onder meer het volgende brengen: kristal- groepen, ruw edelgesteente, appara tuur, gereedschappen en grondstoffen voor slijpers, literatuur, geslepen ste nen en fossielen. De beurs zal geheel gelijkvloers wor den opgezet en daardoor ook bereik baar zijn voor rolstoelen. De toegans- prijs bedraagt 4,voor volwasse nen en 2,50 voor kinderen tot 15 jaar en voor houders van een 65 plus-pas. Nadere informatie is verkrijgbaar bij Kwak-Minerals, tel. 08894 - 1 52 73 (na 17.00 uur). 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1984 | | pagina 19