DE GOELING
Chris Muller was employé van een
tapioca-onderneming in de buurt van
Malang. Hij had geen goeie job maar
als boedjang was hij tevreden en hij
leefde gelukkig in het gezelschap van
de andere employe's.
Toen de oorlog uitbrak werd ook hij
opgeroepen. Hij zou opkomen bij de
landstorm van Soerabaja. Een korte
militaire opleiding volgde, 's Avonds
bezocht hij gewoonlijk zijn bejaarde
moeder, die ook in Soerabaja woonde.
Omdat zij wist, dat Chris maar moeilijk
aan het harde soldatenbed kon wen
nen, maakte zij voor hem een goeling,
je weet wel, zo'n dikke rol, met een
geplooid omhulsel, een lekker kussen.
Op zekere dag bracht Chris het ding
mee naar de tangsi en sedert die dag
was hij er onafscheidelijk van. Een
goeling is haast net zo als tabak of
alcohol, ben je er eenmaal aan gewend,
dan kom je er moeilijk van af.
Bij de capitulatie kwam Chris eerst in
het HBS-kamp en later op de jaar
markt, de goeling ging natuurlijk mee.
Andere kampen volgden en telkens
ook de gebruikelijke inspectie door de
Japanners. Naast voortdurend tellen
hadden deze ook een hartstocht om
de schamele spullen van de krijgsge
vangenen te onderzoeken. Het vreem
de voorwerp werd bekeken en beklopt,
maar door de wat verlegen glimlachen
de Indo besloten zij toch steeds hem
de goeling maar te laten houden. Het
ding had intussen wel veel geleden.
Aan boord van de vrachtschuit naar
Japan was Chris met zijn goeling de
enige die niet alleen maar het harde
dek voelde. In het land van de vijand
volgde een lange treinreis, totdat de
groep krijgsgevangenen de plaats van
bestemming had bereikt. Daar volgde
natuurlijk weer een telling en een heel
strenge inspectie, waarbij de Jappen
toch weer verboden voorwerpen von
den; zakmesjes, aanstekers, aanteken
boekjes, enfin U weet het wel. Een
gemene Japanse soldaat gaf de goe
ling een schop zodat die meters ver
wegrolde. Chris probeerde weer zijn
verlegen glimlach, maar deze Japanner
was niet te vermurwen. Er kon wel
eens een verboden voorwerp in zitten!
Hij trok zijn bajonet en prikte de goe
ling opeen ferme zwaar en daar
ging de dikke worst de lucht in. Er was
intussen een grote scheur in het om
hulsel gekomen. De goeling plofte
neer en barstte uit mekaarwitte
vlokken kapok overal. Nu werd de Ja
panner pas goed kwaad. Chris werd
erbij gesleurd en hij moest de kapok
verzamelen en in de goeling-helften
stoppen. Dat lukte natuurlijk niet maar
het betekende wel het einde van de
goeling. Dagenlang zagen we op de
binnenplaats van het kamp nog pluk
jes kapokzo gaat dat.
D.A.V.
LOOT
Er is een Nederlander geboren.
Gisteravond om half tien. leder
een zat toen naar de film te
kijken. Alles is goed gegaan,
moeder en kind maken het uit
stekend. Thuis is alles gereed en
wanneer de kleine zijn ouderlijk
huis binnengedragen zal worden
zal het feest zijn en zal hij een
paar dagen gewikt en gewogen
worden. Daarna zal de rust her
steld zijn, min of meer. Toen het
nieuws om tien uur werd rond-
gebeld, nam opa een flinke bor
rel en oma was verrukt. Andere
opa bleef eeuwig rusten, maar
zal ongetwijfeld geglimlacht heb
ben. Zijn weduwe bleef de hele
nacht op, bij een 25 watt lampje.
Ze zat aan tafel, eerst met glan
zende ogen, later heel ontspan
nen. Af en toe bewogen haar
lippen.
De vader sliep om een uur als
een blok. Hij wilde opblijven om
in alle rust alles tot zich door te
laten dringen, maar hij haalde
het niet. Om 8 uur was hij echter
present, fris gebaad en met een
enorme bos bloemen. Terwijl hij
haar hand vasthield, bezag hij
het leven, dat in een deken was
gewikkeld. Getint is het woord
niet, vrij donker is beter. In ieder
geval niet echt blank. De mond,
oren, neus en de vorm van de
ogen kwamen bekend voor, maar
hij had iets, ook iets voorvader
lijks. Iets wat helemaal paste,
dat zo bekend was en hem een
loot deed zijn van de stam.
De stam. Waar is die ontstaan
In Kediri waar Pa werd geboren,
70 jaar geleden, zoon van een
gesjeesd student en dochter van
een taniEn waarom alleen in
deze lijn gedacht en niet aan
haar worteis, gelegen in Djember
en verder terug in Apeldoorn.
"Hij lijkt op jou" zei ze en hij
ontkende het niet. Het was zijn
zoon, geboren in Winschoten.
Erfgenaam van een leren bank
stel, inbouwkeuken en een paar
boeken, die zal opgroeien met
abonnee-teevee, computers en
doorbroken taboes. En met ou
ders die hem zullen vertellen hoe
het vroeger was, toen zij nog
klein waren. En over opa, hier
voor dat witte huis en overgroot-
omadaar met een lange rok.
Een sarong is dat en twee plus
twee is vier. Kijk maar naar mijn
vingers. Zo kun je dat ook doen,
dat hoeft niet met een reken
machientje.
Straks gaat hij naar de burger
lijke stand. "Nederlands" zal hij
invullen bij de vraag "nationali
teit" en terwijl hij dat doet, zal
hij dat hoopje leven voor zich
zien dat iets voorvaderlijks heeft,
of is het voormoederlijks. In ie-
dergeval iets bekends.
"U bent vergeten uw geboorte
plaats in te vullen".
"O ja. Bandoeng"
RALPH
MINERVA-PAVILJOEN 1959
Leuke foto-herinnering stuurde Joyce Kater-Hoeke (zie pag. 21) ons op. Cabaret-avond op
20 juni 1959 in het Minerva-paviljoen Amsterdam. In the good old days liepen Indische
repatrianten over van creativiteit. Er werd niet alleen gemusiceerd en gedanst maar men
schreef toneelstukjes, schetsjes, er werden decors geschilderd en kostuums gemaakt. En
alles scheen niets te kosten, dat was het opmerkelijkste uit onze arme tijd Als ik me niet
vergis stond deze avond onder regie van Wim Wanrooy (nu in Hawaii). Welk aandeel Boy
Lawason (vooraan rechts) in deze uitvoering had weet ik niet meer. - L.D.
8