Het laatste jaar van de Indonesische Vrijheidsstrijd 1948-1949 BOEKBESPREKING Een authentiek verslag door Dr. T. B. Simatupang, voormalig chef-staf van de Indonesische strijdkrachten. Na de stroom publicaties die de laatste jaren van Nederlandse zijde is losge komen over de gebeurtenissen tijdens het Nederlands-Indonesische conflict uit de jaren 1945-1949, is nu met het boek van de hand van Dr. Simatupang "de kwestie" ook vanuit de andere zijde belicht. "Het laatste jaar van de Indonesische vrijheidsstrijd" is de Nederlandse vertaling van "Laporan dari Banaran", dat voor een groot deel de authentieke weergave is van het dagboek dat de auteur in 1949, het beslissende jaar van het conflict, bijhield. Simatupang maakt de lezer op een boeiende en persoonlijke manier deel genoot van zijn ervaringen in het kri tieke tijdsbestek tussen 19 dec. 1948 (de bezetting van Djogja) en 27 dec. 1949 (de overdracht van de souvereini- teit). Tahi Bonar Simatupang werd in 1920 uiL een Batakse familie geboren in Sidikalang, waar zijn vader ambtenaar bij de PTT was. Zijn grootvader, die dorpshoofd was, behoorde tot de eer ste generatie Christenen in de familie. De naam van deze familie had geen onbekende klank in het politieke en kerkelijke leven op Sumatra: zijn vader was in de jaren '20 de oprichter van de "Persatuan Kristen Indonesia" de voorloper van de Parkindo, de Indo nesische prot.-christelijke partij, en was aktief in de Batak-kerk. Na de Chr. Mulo in Taroetoeng (de leer school van zovele vooraanstaanden in Indonesië) en de Chr. AMS in Batavia te hebben doorlopen, werd hij in 1940 cadet op de KMA in Bandoeng (Breda was tengevolge van de duitse bezet ting gesloten) waar hij een studiege noot was van o.a. Nasution, Askari en Kawilarang. Hij viel er op door zijn bijzondere gaven. Op de bandoengse KMA werd de basis gelegd voor de blijvende vriendschap tussen de ne- derlandse en indonesische officieren, een band die ook niet door het latere conflict, toen zij als tegenstanders tegenover elkaar zouden staan, teniet werd gedaan. Na enige maanden in japanse krijgs gevangenschap te hebben doorge bracht, werd hij vrijgelaten en bereid de zich in de studiegroepen van Soetan Sjahrir met anderen voor op de tijd na de japanse nederlaag. Na de procla matie van de Rep. Indonesia op 17 aug. 1945 vertrok hij naar Djogja waar hij werd verbonden aan het hoofdkwartier van de Indonesische strijdkrachten in opbouw, die onder leiding stonden van gen. Sudirman. Omdat hij het verband tussen militair-strategische en politie ke problemen doorzag, werd hij al spoedig betrokken bij de militaire as pecten van de onderhandelingen met Nederland. Als zodanig was hij vice- voorzitter van de militaire commissie, die onder voorzitterschap stond van Dr. Leimena. Evenals Sjahrir en Lei- V.l.n.r.: prof. dr. J. A. A. van Doorn, ambassadeur Waloejo Soegito, dr. T. B. Simatupang en prof. dr. J. Verkuyl in perscentrum Nieuwspoort tijdens de presentatie van het op deze pagi na besproken boek. (Foto: R.B.). BIJ EEN PRESENTATIE Op 23 januari jl. werd in het pers centrum Nieuwspoort te Den Haag het boek "Het laatste jaar van de Indonesische vrijheids strijd, 1948-1949", geschreven door dr. T. B. Simatupang, voor malig chef-staf van de Indone sische strijdkrachten, gepresen teerd. Behalve journalisten wa ren ook aanwezig functionaris sen van de Indonesische ambas sade, genodigden en Nederland se oud-officieren, die samen met Simatupang aan de Koninklijke Militaire Academie in Bandoeng hadden gestudeerd (en in de Bersiap-periode tegenover hem stonden). De stemming was opgewekt, er werd koffie geschonken en ie dereen bekeek iedereen, be nieuwd of er ook bekenden wa ren. De bijeenkomst werd ge opend door de professoren J. Verkuyl en J. A. A. van Doorn, die hun vriend Simatupang prij zend introduceerden. Prof. van Doorn constateerde dat tijdens druk bezochte bijeen komsten als deze de periode 1945-1950 centraal staat en niet "tempo doeloe", het vooroor logse Indië. Volgens spreker is de verklaring daarvoor dat in tempo doeloe gesproken werd van Inlanders en niet van Indo nesiërs en voor velen is die tijd daarom niet (meer) interessant! (Uitroepteken van R.B.). Dr. Simatupang is een vriende lijke, goedlachse man die zei dat dit een grote dag voor hem was. Hij lichtte zijn boek toe en op een vriendelijke soms humoris tische manier zette hij de In donesische puntjes op de i's die toen belangrijk waren. Dat bracht regelmatig de handen op elkaar en de lachspieren der aanwezigen in werking. Want ach, het is toch al zo lang ge leden, nu is alles weer goed, we zijn weer vrienden en het gelijk was inderdaad aan Indonesische kant. En bovenal: we zijn er allemaal levend uitgekomen. Die sfeer en die stemming nu deden me toch afvragen of een ernstiger samenzijn niet passen der zou zijn. Inderdaad, wat ge weest is, is geweest. Wat ge weest is, was verwarrend, ont goochelend, pijnlijk, verdrietig, dodelijk en ingrijpend voor een ieder die erbij betrokken was. De tijd heelt veel, zo niet alles, maar dat kan toch niet beteke nen dat de herinnering aan een tijd applaus en gelach oplevert. Huilen hoeft nu ook weer niet, maar er is toch ook iets anders tussen lachen en huilen R.B. 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1985 | | pagina 4