Djogjase roddels (III]
door R. F. Westerkamp
Sultan Hamengkoe Boewono VIII en gouverneur Gessel Verschuur van Djogja in de op
tocht ter gelegenheid van de jaarlijkse Garebeg.
Het volgende merkwaardige verhaal hoorde ik van een Javaanse advocaat, die
goed thuis was in kratonkringen. De vroegere kroonprins, die vergiftigd zou zijn,
wilde een Chinese vrouw trouwen. Sultan H.B. VII vond dat maar niets en zei dat
er genoeg mooie javaanse meisjes waren. Toen de jongeman toch doorzette,
zou zijn vader hebben gezegd: "Goed, maar ze zal nooit zoons baren". En jawel,
zij kreeg alleen maar dochters, ook later toen zij weduwe was geworden en
hertrouwde met Pangeran Mangkoekoesomo, kreeg zij alleen maar dochters.
Hij wees mij bij dit verhaal op een
ziektegeval met dodelijke afloop in het
gezin van Pangeran Tjokrodiningrat.
Die was met een dochter van Mang
koekoesomo getrouwd en zij hadden
een zoontje. Dat was ziek geworden
en ik werd opgebeld, net toen ik mijn
middagslaapje wilde doen. Toen ik een
paar uur later ernaar toe reed, kwam
ik in de straat, waar die Pangeran
woonde, mijn collega Sim Kie Ay tegen,
een uitstekend kinderarts. Die was er
kennelijk al geweest en ik zei toen dat
ik dan verder de behandeling wel aan
Sim overliet.
Een uur of wat later belde Sim mij op
en zei, dat hij een bloedpreparaatje had
gemaakt en dat het geen malaria was.
's Avonds om een uur of 9 ging ik nog
even naar het ziekenhuis om te infor
meren hoe het met die paar patiënten
die ik daar had, ging. Dat deed ik
eigenlijk bijna altijd. De portierster zei
mij toen dat er een kratonkindje was
opgenomen.
In de kinderafdeling bleek het dat kind
je van Tjokrodiningrat te zijn, door Sim
opgenomen wegens dysenterie. Toen
ik het buikje betastte voelde ik een
knobbel in de darmen zitten. Ik belde
dadelijk Sim op en vertelde hem maar
gauw te komen, want het was geen
dysentery maar een invaginatie (darm
kronkel). Toen hij kwam, werd natuurlijk
dadelijk een chirurg ingeschakeld, maar
de stumper stierf tijdens de operatie
aan een shock.
Een jaar later werd ik 's avonds gebeld
door de vroedvrouw, die bij het gezin
was van een andere dochter van Mang
koekoesomo, die getrouwd was met
een javaanse ingenieur, directeur van
de waterleiding. Zij vertelde dat het
zoontje gegild had van de buikpijn,
maar nu was het over. Het kereltje van
een jaar of twee-drie zat op de schoot
van zijn vader en speelde lief met zijn
horlogeketting. Ik kon niet veel vinden,
maar ik liet de vroedvrouw weten, dat
ik onmiddellijk weer gebeld moest
worden zo gauw er weer zo'n pijnaan-
val kwam.
Ik lag nauwelijks in bed, of zij belde
en er was ook bloed. Willem Pruys
gebeld, de chirurg en met hem samen
naar het kindje. "Ja", zei hij, "dat ven
tje moet ik opereren en wel zo gauw
mogelijk." Dus naar het ziekenhuis, dat
hij intussen per telefoon al gealarmeerd
had. Hierop zei de vader: "Ik rijd met
het kind wel met u mee, dan kan mijn
vrouw later met kleertjes komen in on
ze eigen auto." Dit keer liep het goed
af, het kind bleef leven.
"Ziet u," zei die advocaat, "waarom zij
niet aarzelden en dadelijk het kind aan
u overlieten, komt omdat ze bang wa
ren dat die vervloeking hen ook zou
treffen evenals bij Tjokrodiningrat. Zijn
vrouw had vier kinderen, van wie het
jongetje de jongste was."
Troonsbestijging van
Hamengkoe Boewono IX
H.B. IX heeft nog wat spannende mo
menten gehad vóór zijn sultansverhef-
fing. Een paar weken voor deze plech
tigheid liet hij mij bij zich roepen. Hij
had iets vreemds opgemerkt, zei hij.
Inderdaad, boven zijn rechtersleutel-
been was een verdikking van klieren
te zien en te voelen. Er is en was geen
laboratiorium-onderzoek dat aan kan
tonen of je met iets kwaadaardigs te
doen hebt of niet. In elk geval kon ik
vaststellen dat geen bloedziekte eraan
ten grondslag lag.
Willem Pruys erbij gehaald en die kon
natuurlijk niets anders adviseren dan:
eruit halen en onderzoeken. Hiervoor
moest de a.s. sultan in het Petronella-
ziekenhuis worden opgenomen. Dat
ging wat geheimzinnig. Hij kleedde
zich daarvoor in burger en ging
zonder uiterlijk vertoon van voorrijden
de politiemotorrijders naar het zieken
huis. Hier werd de klierverdikking ver
wijderd en voor onderzoek naar Bata
via gezonden. Goddank was het resul
taat "niet kwaadaardig maar van ont
stekingachtige oorsprong." Alles kon
zoals gepland doorgaan, alleen daarna
moest hij rust houden. Ik meen dat op
de dag van de sultansverheffing er nog
altijd een gaas met pleisters op de
wond zat.
De sultansverheffing was een fraaie
plechtigheid. Die vond plaats in de
Sitingil. De gouverneur en de resident
zaten op de middelste verhoging. Naast
de gouverneur was een lege stoel,
1 cm lager dan die van de gouverneur.
De a.s. sultan zat op de plaats van de
kroonprins, een verhoginkje een meter
of 2 rechts vóór de middelste en dui
delijk veel lager. De sultansverheffing
werd voorafgegaan door het voorlezen
van een Koninklijk Besluit, waarin Pan
geran Dorodjatum werd benoemd tot
kroonprins. Daarna stond hij op en
ging naast de gouverneur zitten, waar
op de resident het K.B. voorlas dat het
Hare Majesteit had behaagd hem als
leenman te aanvaarden en daarmee
was hij dus Sultan Hamengkoe Boe
wono IX.
6