Ontmoeting met ^ante <:Vleliyl Toen mijn ouders in 1919 verkering kregen en zich verloofden, heeft mijn moeder mijn vader overgehaald om naar Indië te gaan. Zijzelf had als kind erover horen vertellen door haar ouders, die in hün jonge tijd het plan "naar Indië" te trekken, gehad hadden, maar dit opgaven. Moeders moeder en twee van haar zusters waren in de tweede helft van de vorige eeuw in de ban van Florence Nightingale geraakt en verpleegster geworden. Zoals toen bijna "mode" of zelfs rage was onder dochters van "goeden huize". Mijn moeder moet in haar jonge tijd veel over hen gehoord hebben. Haar jongste zusje werd ook vernoemd naar tante Nelly, die begin dezer eeuw met een arts trouwde en naar Java vertrok. Na enkele jaren bracht helaas haar doodsbericht zonder enige opgaaf van de oorzaak, een grote schok in de familie teweeg. Mijn grootmoeders andere zuster, tante Mien, nam toen het besluit ook naar de Oost te gaan om er o.a. achter te zien te komen hoe het Nelly vergaan was. Zij ging als verpleegster en heeft eni ge jaren in het Tjikini-Ziekenhuis te Batavia gewerkt. Maar de weduwnaar van haar overleden zuster Nelly heeft zij niet ontmoet, ondanks haar pogin gen kontakt met hem te krijgen. Vol gens het oude familieverhaal heeft hij tante Mien niet willen ontmoeten. Tan te Nelly's dood is dus een mysterie gebleven. Het enige dat men wist was, dat zij op het Tanah Abang kerkhof lag begraven. Vier jaren later stapten mijn ouders aan boord van het stoomschip "Tam- bora" om naar het schone Insulinde te varen, waarover zij ongetwijfeld uit tante Miens brieven het nodige had den gelezen. In februari 1921 kwamen zij in Tandjong Priok aan en het eerste wat zij deden was natuurlijk tante Mien opzoeken. Die woonde toen op Tanah Abang (nota bene). Moeder was in haar eer ste vrij gevorderde zwangerschap, want drie maanden later ben ik ge boren. Ik heb dus een Indische jeugd gehad als kind van z.g. totok ouders, en her inner me niets dan goeds. Een heer lijke tijd en mijn "oma" dat was tante Mien natuurlijk. Het huis op Tanah Abang met zijn marmeren vloeren is echt een paradijselijke herinnering Tante was nu particulier verpleegster, zij had een uitgebreide kennissenkring waardoor mijn ouders ook meteen wer den opgenomen en waaruit enkele ge zellige vriendschappen zijn ontstaan. De tijd leek de wond van het wrange gebeuren met tante Nelly te hebben geheeld. Zelf heb ik maar heel summier daarover ooit iets opgevangen, aan mij zelf is nooit op direkte manier iets ver teld. Wat ik ervan weet heb ik niet anders dan "van horen zeggen" en pas veel later, na de dood van tante Mien, een paar conclusies kunnen trekken uit haar nagelaten foto-album. Tante Mien overleed in 1954 hier in Nederland. Ik had haar foto-album wel eens doorgekeken natuurlijk en het jammer gevonden dat er veel uitge knipt was. In haar laatste levensjaren heeft ze altijd veel en graag gebabbeld en je kon heerlijk met haar lachen, maar het verre verleden leek taboe. Dat zie ik nu in. Intussen heb ik samen met mijn man ons gezin grootgebracht en ik vind het Tante Nelly frappant dat onze drie dochters hele maal uit vrije wil de verpleging kozen. Twee zijn nu verpleegster, de jongste gaat dit jaar in opleiding. Zou dit feit mij "verbinden" met de Florence Nightingale gezusters? Maar hierbij heb ik nooit stilgestaan. Onze doch ters hebben niet of heel weinig te ho ren gekregen over de oude familie geschiedenissen). Het mysterie tante Nelly was helemaal uitgewist, afge lopen, uit. Tot ik ging dromen, zo'n drie jaar ge leden. In een maand tijd droomde ik drie maal op dezelfde indringende manier over een vrouw. Maar de dro men verschilden totaal in tijd en plaats. Ze bestaan elk uit dezelfde duidelijke bestanddelen die heel logisch in el kaar passen en het belangrijkste as pect is dat ikzelf duidelijk geïdentifi ceerd was met de vrouw, alsof het mij duidelijk gemaakt werd - zózeer, dat ik eenmaal zelfs rechtop zat te roepen dat het niet waar kon zijn omdat ik "daar" nooit geweest was. De eerste droom: een meisje van 6 of 7 jaar loopt het (boven) huis uit door de winkel vol tafels waarop balen tex tiel; vaders vertrouwde stem die zaken staat te bespreken met geeft de prettige, veilige sfeer van het ouderlijk huis weer, terwijl zij naar de glazen winkelvoordeur loopt, de zonovergoten straat in, op weg naar school. De tweede droom: een groep jonge meisjes in hun beeldige zondagsjapon nen met hoogstaand halsboord-met kantjes oefent onder leiding van een even oude maar goed leiding en uitleg gevende dirigente een "gezang". Het harmonium staat in de rechterhoek van de huiskamer. "Ik" zit aan het Tante Mien met de kinderen van Koos in de auto in onze tuin. 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1985 | | pagina 12