"Vele jaren sien op se neder" Kleine kinderen Kleine zorgen Grote kinderen Grote zorgen Bedankt voor het ons verzorgen Gisteren, vandaag en misschien ook morgen. IRENE WEINTRÉ "Vele jaren zien op U neder," zegt Pa altijd als er weer een verjaardag voorbij is. Hij is 86, en Ma is 76. Jeanne Mostert en Marie Galman waren vriendinnen. Ze hadden elkaar al in geen jaren ontmoet want Jeanne woonde met haar man in Malang en Marie woonde in Batavia. Maar nu was ze terug in Malang, weduwe met een dochter van 17. Toevallig had Jeanne nog een ongetrouwde zoon en de jongelui maakten met elkaar kennis. Niet zo erg veel later waren Jeanne en Marie "bèsans". Dat was in de "twintiger jaren" zegt mijn vader altijd. We hebben maar een paar oude foto's, gelukkig is één ervan de huwelijksfoto van Harry en Elvier, mijn vader en mijn moeder. Daar staan ze dan, Pa heel def tig, kaarsrecht, lang en slank, en Ma jong en bedeesd in haar voor de twintiger jaren moderne bruidsjurk met punten aan de zoom. Dat was de mode toen", zegt ze altijd min of meer gebelgd omdat we er altijd om lachen. Op de andere foto zijn we 56 jaar verder. Pa is niet meer zo kaarsrecht, nou gewoon recht sadja, nog altijd lang en slank; Ma is helemaal grijs nu en veel minder bedeesd. raam en weet dus dat dit een grach tenhuis moet zijn. Het uitzicht op de gracht waar zonlicht door de boom kruinen valt, en het fijne, sproetige gezicht van de bezige koordirigente geven een gevoel van geluk. "Wat vind ik jou aardig, echt lief" - is mijn duide lijkste gedachte. De derde droom: "Mijn" handen rus ten in mijn schoot en "ik" zie verbaasd dat ik sarong en kabaja draag. "Ik" zit in de voorgalerij van een oud- Indisch huis aan de ronde tafel van een raffles-ameublement. Om mij heen staan potplanten en buiten schijnt (brandt) de tropenzon, maar hier is het lekker. Tegenover mij zit een In dische jonge vrouw, ook gekleed in sarong en kabaja. Zij vertelt heel le vendig over haar bezoekje aan een noodlijdend echtpaar in de kampong om mij te overreden tot het inzetten van hulp aan deze mensen. Ik luister en word warm van binnen: "Wat bent U een lieve vrouw" - denk ik dan, als of ik het hardop zeg. Na mijn ontwaken weet ik dat ik van tante Nelly heb gedroomd, en dat ik haar wès (en geweest ben Uit mijn herinneringen kan ik het vol gende ook nog verifiëren: de gezus ters woonden o.a. in Delft, later in Leiden (grachten). Overgrootvader had een textielzaak. Ik heb hem nooit ge kend, noch één van de andere familie leden, behalve mijn grootmoeder en tante Mien. De familie was gerefor meerd en ik weet dat in die kringen 's zondags bij het harmonium psalmen en gezangen werden gezongen en jonge mensen de koorzang beoefen den. Wat de sarong- en kabajadracht betreft: na de eerste wereldoorlog werd die niet meer gedragen door de Europese dames. Tante Mien kan het (sporadisch) gedragen hebben, maar zij woonde "intern" in het ziekenhuis die eerste tijd vanaf 1917 en zal nooit zoiets als een "spreekuur" in een koele voorgalerij-met potplanten heb ben gehouden. Daarom is het het meest waarschijnlijk dat de vrouw uit mijn derde droom tante Nelly was. De dromen moeten één en dezelfde vrouw betreffen, want op tijd en plaats na zijn de aspecten identiek: het verloop, de sfeer, de stemmen, de warme ge voelens. Elke droom is m.i. een ge wone (bijna) dagelijkse gebeurtenis uit het leven van één en dezelfde vrouw en als het ware "verteld" en "vertaald" in drie leeftijdsfasen. Merk waardig is ook dat de dromen zo reëel zijn, helemaal niet "dromerig" en nog minder raadselachtig. A. DEKKER-DE BAAN Er is heel wat voorgevallen in de afge lopen 56 jaar. Er kwamen drie kinderen, er was een oorlog en om de zaak helemaal te completeren, een revolu tie, en nu zitten ze al meer dan 20 jaar in Amerika. In hun wildste verbeelding hadden ze zich dit niet kunnen voor stellen. Hun kleinkinderen zijn Indische Amerikanen, vijf kleinzoons en een kleindochter. Ze spreken meest Engels met Oma en Opa die hun antwoorden in gewoon Hollands. De weg van Malang N.O.I., naar New York, U.S.A., is erg lang en niet altijd gemakkelijk geweest voor de dochter van Marie en de zoon van Jeanne. Maar zoals ze altijd zelf zeggen "we hebben geen reden van klagen en we genieten nog steeds van een rijk en gezond leven." Mogen de vele jaren nog lang op ze neder blijven zien. JUUL LENTZE en 56 jaar later. Er wordt menig goed wijsje gespeeld op een oude viool. Samuel Butler Harry en Elvier Mostert op hun trouwdag 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1985 | | pagina 13