EDELEER HARDEMAN Een echte Indische jongen. Een man waar ieder, die in Indië geboren is, trots op moet zijn. Hij was zelf ook in Indië geboren, t.w. 31 januari 1884 te Soerabaia, dus Indische jongen, en wat deze man be reikt heeft grenst aan het ongelooflijke. Tot 4 januari 1931 was hij gouverneur in Soerabaia. Velen van ons zullen dit nog hebben meegemaakt. Met ingang van genoemde datum werd hij door de Gouverneur-Generaal benoemd tot lid van de Raad van Indië. Hij was het jongste lid van de Raad. Zijn vader was de beroemde resident Hardeman, die, een unicum in de bestuurshistorie van Indië, toen hij als resident van Bantam benoemd werd tot lid van de Raad van Indië, verzocht om intrekking van dat voor hem zo eervolle besluit, waarna hij nog vele jaren lang resident van Bantam bleef. De reden van zijn verzoek om intrekking lag in het feit, dat hij juist zijn vrouw door de dood verloren had en bij zo een belangrijke post een echt genote voor de officiële ontvangsten onontbeerlijk was. Zijn zoon, onze bekende edeleer uit Batavia, die nu tot het hoge ambt werd geroepen, werd geboren in de contro leurswoning op Simpang, een wijk van Soerabaia die vele Soerabaianen welbekend zal zijn. Hij bezocht de HBS en ging daarna naar de afdeling B van het gymnasium Koning Willem III in Batavia. Reeds daar muntte de heer Hardeman als leerling uit. Op zijn 19e jaar werd hij controleur. Later, voor het eerst met verlof in Nederland, bezocht hij de bestuursacademie te Leiden. Van 1904 tot 1906 was hij controleur van Semarang. In 1908 trouwde de heer Hardeman met Sophie Scheel, dochter van de assistent-resident van Kendal, zijn directe chef. Zij was een Indisch meisje, een zeer intelligente, representatieve vrouw, een vrouw zijn positie waardig. Zij kwam dus ook uit een bestuursfamilie en was enig kind. Aan zijn zijde was zij zijn stuwende kracht en met haar juiste inzicht een grote steun voor hem. Zij kregen twee dochters. In 1910 werd hij controleur van Besoeki en in 1915 contro leur in Soerabaia, waar hij kwam te wonen in het huis waar hij geboren werd. In 1918 werd hij controleur ter beschik king van de voedselvoorziening in Soerabaia. In 1919 werd hij assistent-resident van Ngandjoek, in 1921 assistent resident van Djombang, terwijl hij in 1924 de assistent resident van Bandoeng, Hillen, opvolgde, die benoemd werd tot resident van Soerabaia, zoals hij deze ook nu weer op volgde als edeleer. In 1925 ging de heer Hardeman met verlof, op 6 juni 1926 werd hij resident van Soerabaia, op 1 juli 1928 volgde zijn benoeming tot gouverneur van het gewest Oost-Java, terwijl hij op 1 januari 1929 tevens gou verneur van de provincie Oost-Java werd. Men heeft de heer Hardeman tijdens zijn gouverneurschap wel eens verweten dat hij te zeer zogenaamd "etisch" was. Sommigen zagen zijn benoeming tot gouverneur van Oost-Java daarom niet zonder bedenkingen gebeuren. Wel dra bleek echter, dat de gouverneur een waar bestuurder was. Inderdaad was hij doordrongen van het grote belang van de Inheemse beweging. Hij stond sympathiek tegenover een gezonde nationalistische ontwikkeling van het Inheem se volk, waarvan hij de rechten bevorderde. Het verwijt van ultra-etisch te zijn kon hem echter niet tref fen. Gouverneur Hardeman zag de Inheemse beweging in Mevrouw S. E. Hardeman-Scheel, echtgenote van gouverneur Hardeman. W. Ch. Hardeman, de eerste gouverneur van de provincie Oost-Java en lid van de Raad van Indië. 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1985 | | pagina 6