grote lijnen. Doordrongen als hij was van haar ernst en betekenis, wilde hij haar voeren in banen van geleidelijk heid, en door nauw contact met de bevolking en door ge matigd bestuur de tegenstellingen verzachten. Hij toonde zich daarbij een gave persoonlijkheid. Hij liet zich niet be ïnvloeden door kritiek, noch doo,r persoonlijke of materiële invloeden De gouverneur ging zeer veel op tournee. Hij bezocht zijn gehele bestuursgebied in alle richtingen en had aanraking met alle lagen van de bevolking, zowel ambtelijk als parti culier. Zo kende hij het grote gewest en wist wat er nodig was. Zijn stimulerende voorbeeld en de geest van de door hem gevoerde gesprekken hebben krachtig meegewerkt aan de goede politieke geest, die Oost-Java kenmerkte, aan het vertrouwen dat men daar in het bestuur stelde Er is in deze gewesten niets gebeurd waardoor gouverneur Hardeman naar buiten had kunnen schitteren. Dit was wel licht zijn grootste verdienste. Gedurende zijn bestuurs periode ontwikkelde de Oosthoek zich rustig en zonder schokken. Als voorzitter van de Provinciale Raad, bij zijn vergaderin gen, domineerde gouverneur Hardeman minder als redenaar, die zijn kracht zocht in zijn rhetorische gaven. Hij won zijn gehoor en versloeg zijn tegenstanders door de verbluffen de kennis van het gehele feitenmateriaal. Grondige studie maakte hij van alle ontwerpen, waarvan hij geen detail uit het oog verloor. Zo moesten vele pijlen, afgeschoten uit meer hartstochtelijk gemoed, afstuiten op zijn pantser van exacte kennis van zaken. En daardoor was gouverneur Har deman op de zetel van voorzitter een figuur, door zijn tegenstanders geducht, maar door iedereen gerespecteerd. Door zijn gelijkmatigheid en kennis oefende hij grote invloed op de gang van zaken, zonder zich daarbij in het bijzonder naar voren te dringen. Hij vermeed daarbij steeds het no deloos opwekken van tegenstellingen. Sommigen hebben daarin wel eens zwakte gezien, maar na een tweejarige periode, waarin de voorzitter de hamer had gehanteerd, heeft men de juistheid van zijn leiderschap en zijn strikte rechtvaardigheid ter vergaderzaal erkend. De familie Hardeman Kenmerkend voor de heer en mevrouw Hardeman waren hun buitengewone gastvrijheid en hun zo bijzondere een voud, eigenschappen, welke Soerabaia wist te waarderen. In de noden van de burgers stelde het gezin een levendige belangstelling en nooit lieten beiden na, goed te doen. Daarvan kon Soerabaia getuigen, evenals van de hoge op vatting, welke de gouverneur en zijn echtgenote hadden van hun ambtelijke en maatschappelijke plichten. Ondanks zijn drukke werkzaamheden vond de gouverneur altijd tijd ook voor de kleine man. Hij was niet ongenaak baar, integendeel voor iedereen toegankelijk en zo zal ook in de harten van de eenvoudigen in onze samenleving zijn herinnering blijven leven. Het nieuwe lid van de Raad van Indië zou Soerabaia met weemoed verlaten. Hij had dat gezegd en iedereen was ervan overtuigd. Hij had Soerabaia lief en vele banden van vriendschap verbonden hem met de bewoners van zijn ge boortestad. Zelf was hij wellicht liever nog gebleven, maar de Regering had hem geroepen en hij ging. Een leegte bleef echter achter. Zaterdagavond 4 januari 1931 gaf de familie Hardeman hun afscheidsreceptie. Mochten zij nog niet weten hoe zij hier bemind waren, dan zouden zij het nu ervaren. Zij verzochten geen bloemen te willen sturen, omdat het geen feest maar een afscheid gold. Zo voelden zij dit afscheid van hun ge liefd Soerabaia. Voor de loffelijke wijze, waarop de heer Hardeman had meegewerkt aan de woningverbetering in het district Goe- noengkandang werd hem in 1918 de tevredenheid van de Regering betuigd. In 1929 werd hem het ridderkruis in de Orde van de Nederlandsche Leeuw uitgereikt, terwijl hem de onderscheidingen van commandeur in de Orde van Cambodja, de Orde van de Witte Olifant en de Leopolds orde van België eveneens ten deel vielen. De heer Hardeman is, nadat hij tijdens de Japanse bezetting in Bandoeng in het burgerkamp geïnterneerd was geweest, op 7 februari 1947 aan de gevolgen van deze gevangen schap in Bandoeng overleden. Hij vond zijn laatste rust plaats op het Ereveld Pandu te Bandung. Zijn grootste wens om in Indië begraven te mogen worden is hiermee in vervulling gegaan. Mevrouw Hardeman overleefde haar man ruim 37 jaar. Zijn groot-costuum werd door de familie met grote weemoed en veel verdriet afgestaan aan de Kanselarij der Nederlandse Orden te Den Haag, maar eerst nadat één van zijn drie kleinzonen zich er in had laten fotograferen. S. W. WITMER-TEGELER EEN NAMIDDAG MET OMA Oma was een kleine tengere eenvou dige Javaanse vrouw uit een kampong in het Blitarse, waar mijn totok groot vader opperhoutvester was van de omliggende djatibossen. In de loop der jaren schonk ze Opa 15 kinderen, waarvan mijn moeder de laatst over levende was. Oma sprak gebrekkig Hollands, maar ze verstond het heel goed. Natuurlijk liep ze altijd in witte kanten kabaja en bruine sarong rond, terwijl de zware sleutelbos aan haar bengkung bengelde met een zilveren haak. 's Middags als iedereen een middag dutje deed, sloop ik stiekum de slaap kamer uit en vond ik Oma op de gaat jes rottan bank met de gebeeldhouw de houten leuningen haar kleine voet jes op een dingklih en naast haar de koperen sirihdoos. Dit is haar eigen uurtje. Altijd bescheiden en niet wil lende, dat haar eigen familie of gasten zich zouden storen aan haar Indone sische gewoonten, nam ze de namid dag om zich zelf te zijn, de Javaanse vrouw, die haar sirih van die dag wen ste te savoureren. Tussen Oma en mij was altijd een speciale band; ik voelde steeds iets bij zonders, iets van mystiek, als ik Oma's slanke vingers het sirihblad zag uit zoeken, op haar schoot zag uitstrijken, om dan besmeerd te worden met een likje kalk uit het koperen kalkpotje. Bovenop werd een stuk jong pinang noot gelegd, waarna het geheel in een kleine boengkoesan werd toegevou wen, om in een miniatuur vijzeltje te worden fijngestampt, want Oma had geen tanden meer. Met oude en wijze ogen voor zich uit starend begon ze me verhalen te ver tellen over haar leven in de kampong, hoe ze Opa ontmoette, wat voor spel letjes ze speelde met andere kinderen van haar leeftijd. We waren echt met elkaar aan het dongeng dat gezellig babbelen over zgn. niemendalletjes, die toch verstrekkende gevolgen had den. Als het tijd werd voor haar haak werk (ze haakte wit kanten spreiran- den) spoog ze zachtjes de sirih in een koperen kwispedoor, die aan haar voeteneind stond. Dat was mijn mo ment van actie, het moment, dat gunstig was, om Oma een centje af te bedelen, om te versnoepen bij de bibih djoewalan, die onder de hoge Roekembomen al op mij zat te wachten. Al mopperend in ge mengd Hollands-Javaans grabbelde ze in een linnen zakje, dat aan de andere kant van haar bengkung ge klemd zat, om mij onder veel raad gevingen het begeerde geldstuk te overhandigen. Dat was mijn Oma. In mijn geestesoog zie ik haar duidelijk zitten in de ruime achtergalerij, terwijl de namiddagzon fel de ramboetan en doekoebomen bescheen en de Srigadin met de oranje hartjes in witte sterren als een bruidsboeket pronkte tussen de djamboe kloetoek en mangga bomen. Met de hoofdnerf van een klapper blad met aan het eind nog stukje blad, joeg ze de brutale kippen het erf op. Ik voel nog de rust en de veiligheid, die uitging van mijn lieve Oma Beelden uit mijn kinderjaren RITA VAN AMERICA 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1985 | | pagina 7