Fietsend door Malang in de veertiger jaren (II]
De ingang van de pasar in Malang.
De bergenbuurt, straten vol herinneringen.
door Theo Kappers
Bij de Protestantse kerk linksaf en wat kwam je dan tegen? Hotel Riche met aan
de overkant de soos en daarnaast de Katholieke kerk. Naast Riche, Toko Oen
(niet te verwarren met de "Oenen" van vandaag), firma Ezekiel de opticien, de
Wienerbak'kerij met de ijsblokjes, Kolff boekhandel, Toko Piet, de fotograaf
Hasjimoto, de Jap die altijd lachte maar wel als Kolonel van het Japanse leger
terug kwam. Het politiebureau en dan om de klok terug. Meer kan ik mij niet
meer herinneren, alleen Hotel Mabes, de Malanger, Onderling Belang en Gold
berg, daarmee is voor mij de koek op. Oh ja, naast Oen nog het telefoonkantoor
en het postkantoor. Dus dan links af naar beneden via Hotel Splendid naar het
Gemeentekantoor waar onze Burgemeester Boerstra zetelde aan het Coenplein.
Een heel mooi gebouw en aan de zij
kant moesten wij jaarlijks onze fiets-
penning halen voor een gulden. Te
genover het Gemeente gebouw het
huis van Heer Sytsma hoofdredacteur
van "De Malanger". In de buurt van
het Gemeentehuis stond het huis van
de Burgemeester en één van de twee
dochters is later gehuwd met een KNIL
officier Gitz, die later als generaal,
commandant is geweest van het 1e
Ned. Legerkorps. Malang heeft meer
generaals voortgebracht.
Nu wij toch met het leger bezig zijn,
fietsen wij naar Rampal, het hart van
het garnizoen. Malang was immers een
garnizoensstad en het wemelde van
de uniformen. In die tijd was ik goed
bevriend met Hein Bloos, die woonde
in de E-huizen vlak tegen het 19e ba
taljon. Pa Bloos was commandant van
het treinen detachement, een onder
deel bestaande uit kleine wagens met
een koeda er voor. Hein en ik waren
toen militair-minded en wel'ke jongen
niet in die tijd en stapten graag de
kazernes binnen om te kijken. De pa
rades vergeet ik nooit meer, al die
officieren met pluimen op hun hoofd
deksel en het zwarte pak, veelal op
mooie Australische paarden. En dan
de uniformen na de dienst, pakean
deftig wit met jas toetoep. Maar de
vliegers maakten op ons en ook op de
Malangse dames de meeste indruk.
Bruine uniformen met de open jas,
zwarte laarzen en schalks de luxe bi
vakmuts op het hoofd en de wing op
de linkerborst. Zij waren toen, de
toean toean Istimewa. Eén van de vlie
gers uit die tijd is later ook generaal
geworden. Bevelhebber van de Kon.
Luchtmacht, de luitenant vlieger de
Wolff. Die presteerde het om met de
laatste Glenn Martin uit te wijken naar
Australië, ondanks een te kort aan
brandstof, redde hij het. Op de wieken
van de laatste Glenn Martin nam hij
één van Malangs mooiste meisjes mee,
Thea de Lange. Als Thea heel toeval
lig naar je keek, dan rammelde de kop
lamp van je fiets, je bloosde en je ging
door je spaken.
Prettig, dat er Malangers zijn geweest,
die in de oorlog vrij zijn gebleven.
Maar we hadden in Maiang meer "bin
ken", ik denk aan de luitenant Alkadrie
(mooie Max voor de dames), die uit
stekend voetbalde. Deze zoon van de
Sultan van Pontianak is later Adjudant
geworden van Hare Majesteit Koningin
Wilhelmina, ik meen ook als Generaal.
Over voetbal gesproken, luitenant Dei-
bel een schutter op het veld en later
in de lucht boven Singapore, verdien
de zelfs de MWO 4e klasse. Hij heeft
met kapitein Van Helsdingen de laat
ste aanvallen gedaan op de Jappen
boven Bandoeng en omgeving. Helaas
is majoor Deibei later met een Meteoor
neergestort in Holland. Maar er zijn
meer MWO's aan Malangers toege
kend en wel aan de gebroeders Van
Ardenne, die het ook tot generaal
hebben gebracht. Zo zullen er nog
velen zijn, die ik helaas niet kan noe
men, omdat ik de informatie mis. Ik
probeer het in elk geval, want in het
boek van Dr. L. de Jong komen ze niet
voor. In die tijd kregen wij iets nieuws,
vrouwen in uniform. "Het Vrouwelijke
Automobiel Corps", dat gaf veel be
kijks, want dat was betoel betoel iets
nieuws. Eén van die dames herinner ik
mij nog wel, een blonde chauffeuse in
overall, Bep Stenger, die een uniform
waardig is gebleken.
Als ik Bennie van Dam heb genoemd,
dan hoort zij bij dezelfde categorie van
Malangers, gelukkig heeft zij het over
leefd en is onderscheiden, dat moet
veel Malangers een plezier hebben ge
daan. Wel na 40 jaar, maar ja, Indië is
ook zover uit de buurt
Bij het kruithuis op Rampal heb ik
natuurlijk vaak gespeeld, wij voetbal
den daar en de jongens uit die buurt,
daar ken ik nog enkele van. De jon
gens De Zwart, Lies, Teun en Jan Ok.
kerse, de gebroeders Tieleman. Ver
der was daar in de buurt een ijshuisje,
was dat niet Klodjen Lor? Daar achter
lag de Oranje buurt, daar woonden
vele aardige meisjes. Op school had ik
gezeten met Doesje Kentgens, een
goedlachse kameraad, waar je veel
pret mee kon hebben. Later in het Ma
rinekamp (Ind. tijd) ben ik haar weer
tegengekomen met haar zuster Bep.
De fam. Borghart, voor wie ik melk
reed in de Jappentijd met Jan Schoon-
derbeek en Jacob Vol. Ook Jan Schoon-
derbeek heeft de gruwelen moeten
doorstaan als politiek gevangene en
heeft die episode overleefd. Net als
Bennie v. Dam, Bep Stenger en nog
andere, die wij nog tegenkomen, zijn
zij de helden van onze stad.
De R.K. kerk op Kajoetangan in Malang
18