GUESTHOUSE "BELRUVYA" ^ngrek^oelan op z n gezicht, maar slechts zeer vaag, want hij had er nog lang geen vrede mee, dat z'n directe chef nu een vrouw was, want hij was overtuigd moham medaan en zijn eigen vrouw moest nog flink wat passen achter hem lopen, als ze samen ergens heen gingen! Onder tussen was ik hem toch zeer dankbaar, want na een beetje pompen zorgde hij voor prachtig licht - en toen moesten gauw de deuren dicht voor de mus kieten. Daar kwamen ook al de sloffende voet stappen van Meerie's slippers door de ridderzaal en ze verscheen met een blaadje waarop twee grote glazen koppie tobroek met suiker. De lange lepels stonden rechtop in het koffie dik op de bodem. Ik had er enorme zin in en na wat geblaas nam ik de eerste slok - en zakte volkomen knocked-out achterover in m'n stoel. Je reinste heet vergif! Ik vroeg Meerie om nog een kannetje hete melk en gooide de melk erbij, echter bleef het drab donker bruin, werd hoogstens iets grijzer. Junus scheen er echter weinig last van te hebben. Toen Meerie net door de ridderzaal wegslofte, klonken er twee harde ploffen op 't dak en de voet stappen hielden apert stil, waarop ze omkeerden, en Meerie door de slinger deuren verscheen, haar zwarte snoet met een groenachtig waas overtrok ken. Takut, takut" mompelde ze en plofte in een gezondheidsdienstzetel neer. Mantri Junus vond het onjuist, dat ze zo maar ging zitten, zonder hier ver- lof voor te vragen, en hij zei haar dat op zachte toon, zodat ik 't niet duide lijk kon verstaan. In ieder geval stond ze op en verdween uit het gezicht. Ik maakte me wat zorgen over Meerie, maar mantri Junus verklaarde me, dat ik dat beslist niet moest doen; eigen lijk zei hij, dat ik niet te tolerant met haar moest zijn, want dat ze zich maar aanstelde. Ze moest weten, dat om deze tijd de kalongs de rijpe vruchten zochten, en er dan het vruchtvlees uit aten: de schillen vielen dan naar be neden uit de hoge bomen rondom, waar ze ze verorberden, op het dak van het huis. Nu ja, dat moet je toch maar weten Mantri Junus en ik praatten nog wat over de gang van zaken in het zieken huisje; daarbij bleek me, dat de vorige geneesheer-directeur zich maar zeer sporadisch had laten zien, en dat man tri Junus eigenlijk de zaken had ge regeld, en volgens zijn eigen idee was hem dat wonderwel afgegaan. Niet dat hij dat met zoveel woorden zei, daar is een Indonesiër te allen tijde te sub tiel voor. Ik zei hem wél, dat ik van plan was zelf de polikliniekpatiënten te behandelen en spreekuur te houden, en ook dat ik van plan was driemaal per week naar de buitenpoliklinieken te gaan, zoals dat op 't programma stond. Ik kon uit Junus' ondoorgron delijke gezicht niet uitmaken wat hij hierover dacht, wél zei hij dat mijn voorganger maar zelden was gegaan, 24 eigenlijk voornamelijk als er weer een piring was gevonden; ze noemden hem dan ook allemaal "dokter Piring". De borden waarin mijn illustere voor ganger zo bijster geïnteresseerd was, waren voornamelijk antieke Chinese borden, die hier op Oost-Java nog vrij veel werden gevonden, vaak bij kleine tani's of in bouwvallen van huizen. De revolutie had hier de rijke blanda's en dito Chinezen niet al te zachtzinnig verjaagd. Enfin, ik zei hem, geen dokter piring, maar een dokter obat (medicijnen) te zullen zijn; mantri Junus nam dat stoi- cijns als mededeling aan, en nadat ik hem opgedragen had de volgende mor gen om 8.00 uur bij mijn kantoor te zijn, en om 8.30 uu het spreekuur te willen beginnen, verdween hij, loste zich op in het duister. En meteen ook verscheen Meerie, ruimde de glazen af, en verdween zonder praatjes met een goede nacht, njonja dokter" naar de bijgebouwen en bleef ik alleen achter in mijn grote koloniale huis, temidden van de grote verwaarloosde tuin met de hoge bomen, klaar om de nacht te beginnen. Ik voelde me echter allesbehalve sla perig en ging eerst nog maar es naar buiten naar het koetshuis om te kijken of mijn auto'tje er nog stond. Ja hoor het flonkerde geruststellend in de straal van m'n elektrische lantaarn. Het was ondertussen 11.00 u. 's avonds geworden en tijd om te gaan slapen. Helaas, de koffie was te veel voor me geweest, en ik had een soort koffie- roes: opgewekt, klaar wakker, met hier en daar door de diuretische wer king, de drang om een plasje te doen. Zo bracht ik woelend, onrustig en naar de WC lopend, de halve nacht door. Bovendien dacht ik telkens van de kant van 't koetshuis gerucht te horen en mijn levendige fantasie liet me in gedachten mijn kodokje zien, naar bui ten gerold door donkere figuren. Toen het al 3 uur s ochtends was geworden, was ik nog klaar wakker en maakte me daar als arts bezorgd over: zo zou ik niet in zo'n goede conditie zijn om de nieuwe werkdag te beginnen I Ik lalan Cempaka Putih Tengah 1/19, JAKARTA. Tel. 021 -415283. 8 2-pers. kamers, met ontbijt en kl. was. Alle kamers voorz. van AC. Ligging in centrum. VW-Combi/bus voor overland tours aanw. ATTENTIE Tot nieuwe regeling genoodzaakt. EENMALIG GRATIS AFHALEN SLECHTS VAN CENGKARENG Airport mits vooraf aangekondigd. Geldt niet voor plotselinge call's vanuit Airport. Inl.: dhr. E. STEEN, Freesiastr. 60, 4904 CS Oosterhout, tel. 01620-56031 de orchidee voor Uw vensterbank. en andere soorten. Dagelijks geopend van 10 - 5 uur, ook op Zaterdag. Orchideënkwekerij D. J. Kloezeman Karstraat 15, Bemmel (Betuwe) einde A 15, driemaal rechtsaf besloot nog éénmaal naar de WC te gaan, dan in bed te gaan liggen en proberen in slaap te vailen. Zo gezegd, zo gedaan, ik zat op m'n gemak in de mij nu al vertrouwde ruimte, licht aan, bekeek ondertussen onderzoekend de verveloze deur, toener voetstap pen boven mijn hoofd klonken, lang zame mensenvoetstappen, pal 'boven me in richting mandikamer. Ik bleef stokstijf zitten, dacht: dit kèn niet, maar vluchtte toch naar de slaapkamer, terwijl ik onderweg in de grote holle ridderzaal mijn torch in alle hoge hoe ken liet spelen. Alhoewel er grillige be wegende schaduwen waren, toch geen onraad; het bewegen kwam door het bewegen van mijn hand, tja en dat bewegenwaardoor dan dat be wegen van m'n hand kwam was me toch weer niet geheel en al duidelijk: de koffie, de schrik? Ik ging weer in m'n ziekenhuisbedje, met de aangebouwde plank-boven-'t hoofd liggen en begon autogeen trai ning. Ik zei mezelf: m'n rechterarm is helemaal zwaar en ik voelde 'm zwaar worden. Ik wilde doorgaan, toen er op dat moment voetstappen klon ken, nu hier boven mijn hoofd, boven de slaapkamer. Ik had mezelf gezegd dat ik 't me verbeeld had, dat dit niet kón, maar nu hoorde ik 't echt: een paar schreden, toen was 't een poos stil, toen klonken ze weer. Het gekke was dat ik absoluut niet meer bang was. Ik constateerde dit tevreden; ik was alleen maar verbaasd, stomver baasd over de voetstappen, want: dit oud-koloniale huis had geen verdie pingen, maar alleen 't dak vlak boven de plafonds, ook geen zolderruimte, waar je rechtop kon staan, het móest dus wat anders zijn. Ik sprong uit bed, liep als de wind naar buiten en scheen op t dak boven de slaapkamer. Maar dit lag met z'n pannendak onberispe lijk en onbeweeglijk in de tropennacht. Nu, ik zou dit nog verder onderzoeken; het moest een natuurlijke reden heb ben. Gauw keek ik nog even naar m'n Fiatje en stapte toen weer in bed, waar ik natuurlijk bleef liggen luisteren. Of het nu daardoor kwam, of dat door de ondergane emotie de koffiedampen uit m n hersenen waren gespoeld; ik viel in slaap

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1985 | | pagina 24