Indonesische onafhankelijkheidsstrijd De Gouvernements Marine in het voormalige Ned.-lndië (1861-1949) BOEKBESPREKING Het VPRO-radioprogramma HET SPOOR Door: F. C. Backer Dirks De Gouvernements Marine in het voormalige Ned.-lndië in haar versehillpnHp eerste depfnH9?SHC t' 'I 06 volledi9e titel van het standaardwerk waarvan het fn hï? m f ,de penode 861 -1949 behandelt, tijdens een stijlvolle presentatfe n het Maritiem Instituut in Den Haag het licht zag "Niemand anders kan de aï beschrüvenVals F C° 6^^ z° uitvoeri9 en 9°ed gedocumenteerd scnrijven als F. C. Backer Dirks vermeldt de achterkant van het boek en deze constatering gaat in elk opzicht op. De auteur, die zelf meer dan 25 iaar p.fJfShebber bij de Gouvernements Marine was, heeft met zijn werk een belano- J bijdrage geleverd aan de geschiedschrijving van Ned.-lndië. Het eerste deel, waarin de voorgeschie denis (vanaf het herstel van het Neder, lands gezag in 1815), het onstaan van de dienst in 1861 en de lotgevallen tot en met de eeuwwisseling de revue pas seren, is zeer rijk geïllustreerd en voor zien van verhelderende bijlagen (in de vorm van gereproduceerde documenten over allerlei aspecten van de Gvt. Ma rine) na ieder hoofdstuk. De Gvt. Marine was - anders dan de naam zou doen vermoeden - een zuiver civiele tak van dienst en was in tegen stelling tot de Koninklijke Marine, die onder Nederland ressorteerde, geheel en al een Indische aangelegenheid, waarover tot nu toe weinig werd ge publiceerd. Des te meer dwingt het door Backer Dirks verrichte werk be wondering af, als men weet, dat het archief van de Gvt. Marine na de soe vereiniteitsoverdracht nagenoeg geheel verloren ging en de auteur een tijdro vende speurtocht moest ondernemen naar de in Nederland sporadisch aan wezige bronnen. Aanvankelijk - na het herstel van het Nederlands gezag in 1815 - maakte de Gvt. Marine deel uit van de Koloniale Marine, die onder meer de bestrijding van de zeeroof tot haar taak had. Zij zag het levenslicht bij Besluit van 22 aug. 1862, waarbij de eerdere naam "Gvt. schoeners en kruisboten" werd vervangen door die van "Gvt. Marine". De oprichting van de Gvt. Marine hing samen met de onder G.G. Rochussen ingezette uitbreiding van het Neder landse gezag in de buitengewesten en de daarmee gepaard gaande toeneming van de overheidstaken. Tijdens de vele expedities in die dagen assisteerde de Gvt. Marine bij de acties die door de landstrijdkrachten en de Kk. Marine werden uitgevoerd. Van al deze krijgs verrichtingen wordt in het boek op een belangwekkende en levendige manier verslag gedaan. Zoals gezegd, lag de oorspronkelijke taak van de Gvt. Marine in de bestrij ding van de zeeroof. Naarmate deze plaag in de loop van de tweede helft van de 19e eeuw verminderde (door de opkomst van de zeevaart met stoom schepen, die de langzamer varende zeilschepen vervingen) werd het accent meer gelegd op haar taak met een bur gerlijk karakter, de zg. stationsdienst. Deze bestond o.a. uit het vervoer van ambtenaren van het B.B. het onder houden van contact tussen de hoofd plaatsen, de afgelegen posten en ne derzettingen in de verschillende delen van de archipel. Naarmate immers het gezag zich in de gebieden buiten Java uitbreidde, werd de behoefte voor de hoofden van gewestelijk bestuur om zich in hun gewest voor het houden van dienst reizen te verplaatsen, groter. In ver band met eventueel politioneel optre den werd het wenselijk geacht, de schepen een enigszins militair karakter te geven. Ondanks hun witte, vrede lievende kleur waren de "kapal'poetih" bewapend met kleine kanons en de tucht aan boord was ook min of meer militair. De opvarenden werden echter geheel als burgerlijk personeel be schouwd. Ook op het gebied van de hydrografie, de bebakening en de kustverlichting verrichtte de Gvt. Marine belangrijke taken, waarover in aparte hoofdstukken wordt verhaald, evenals de rol die zij vervulde bij het openleggen van Nw.- Guinea. Reeds in 1868, zes jaar na haar geboor te, verloor de Gvt. Marine haar onaf hankelijkheid en werd als "tweede af deling" ondergebracht bij het departe ment van Marine. In 1898 vond een in grijpende reorganisatie plaats. Met het militair karakter werd gebroken, de in specteur van bebakening, kustverlich ting en loodswezen werd tevens chef van de Gvt. Marine, al bleef het opper toezicht berusten bij de commandant der zeemacht. Hiermee werd voor de Gvt. Marine een nieuw tijdperk ingeluid. De grote verdienste van de auteur ligt niet alleen in het verslag van de lot gevallen van de Gvt. Marine in het betreffende tijdperk, maar ook daarin dat hij de lezer inleidt in al die gebeur tenissen in de Indische historie, waarin zij haar taak vervulde. CH.M. De Gouvernements Marine in het voor malige Ned.-lndië in haar verschillende tijdsperioden geschetst, 1861-1949, deel I door F. C. Backer Dirks, verkrijgbaar bij Boekhandel Moesson, prijs f 75, porto 6,50. NIEUWE BOEKEN Acties in de Archipel - door J. J. Nortier f 49,50, porto f 5,25 Fukuoka 9 - M. M. Hilfman Arts in Krijgsgevangenkamp f 25,porto f 4,25 (maandagmiddag, Hilversum I, 14.00- 16.00 uur), maakt een serie uit zendingen over de YuR°"radi0 zoektldaarom contact met mensen die persoonlijk betrokken zijn geweest bij opstanden/rellen in Nederlands-lndië '20-'39- getuigen, participanten, overheid, justitie. GRAAG BELLEN NAAR THEO WILTON VAN REEDE tel 013 -55 59 94. 26 PKI, SAREKAT RAKJAT EN SAREKAT ISLAM De in nevenstaande advertentie ge noemde "Indonesische onafhankelijk- heidstrijd kennen wij beter als de communistische onlusten geleid door de Partai Komunis Indonesia (Tan Ma- laka) en de Sarekat Rakjat later ge steund door de Sarekat Islam. Begonnen in het altijd al opstandige Bantam en Serang sloeg de opstand over naar West Sumatra. Er waren contacten met Moskou en de Kwomin- tang-beweging. In deel 11A van Prof. L. de Jong wordt aan deze onrustige periode (1920-'39) uiteraard ruim aandacht besteed (lees vanaf pag. 203). Wij hopen dat de VPRO erin zal slagen nog levende, objectieve informanten te vinden. Verder willen wij onze lezers met nadruk erop wijzen dat Moesson in dit onderzoek op geen enkele wijze samenwerking met de VPRO beoogt.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1985 | | pagina 26