DJATI PITTEN (VI) door mevrouw F. Beudeker-Gerrits Er moest regelmaat zijn in het Tehuis en de Directrice zorgde ervoor dat die er was. Allen op tijd uit bed in de vroege morgen. Op dezelfde tijd luidde de kope ren bel voor het ontbijt, middagmaal en avondeten. En op tijd naar school. Ook het werk dat ons werd opgedragen (de slaapkamers bezemen, vaatwerk doen, in de keuken werken enz.) moest naar behoren gedaan worden. Millie van der Zee, meisje van 13 dacht er anders over. Ze had voor enkele weken tot taak de slaapkamer van de allerkleinsten te bezemen. Moes kwam controleren en merkte dat er helemaal niets aan de kamer gedaan was. Millie mocht op die dag voor enkele uren niet spelen, ze moest in de vruchtengoedang blijven. De goedang, een kleine kamer met slechts een getralied venster erin en natuurlijk een deur, stond op dezelfde galerij als de badkamers. In de goedang was van alles: papaja's, pisangs, sinaasappels, sommige half rijp maar ook rijpe. Wat deed Millie toen ze haar straf moest uitzitten? Ze had aan belangstelling geen gebrek, de vriendinnen kwamen bij het raam pje een babbeltje maken (natuurlijk als moes niet in de buurt was en Mil lie deelde met gulle hand vruchten uit. Tap-dansen Het Djati-Gesticht lag niet ver van een bioscoop, 't "Rex Theater." Het lag op een heel druk kruispunt, zeker wel een 6-sprong. Van onze Directrice moch ten de werkende meisjes en diegenen die reeds op MULO en Handelsschool zaten zeker naar de bios. Wel van te voren aan haar permissie vragen opdat ze wist hoe laat de pitten thuis zouden zijn. Een heel goede film van Fred Astaire "Top Hat" draaide er. Met één van mijn Djati-zusjes ging ik erheen. We zaten met plezier te kijken naar de film. Voldaan gingen Sonja en ik naar huis en we besloten ook te leren tap pen. De film inspireerde ons zodanig dat we een boekje kochten waaruit we konden leren hoe dat tapdansen ging. Sonja vertelde me eens, dat ze als baby met haar ouders naar Holland was geweest. Sonja was een meisje met gitzwart haar, donkere kijkers en een scherpe neus. In Holland hadden Zigeuners haar gekidnapt vertelde ze me. Waarschijnlijk leek ze toen op een zigeunerbaby, vandaar dat de zigeu ners haar zo graag wilden hebben. Het tapdansen was toch niet zo een voudig als we gedacht hadden. We oefenden onder aan de trap bij het kleine portaaltje. Eerst met de hielen het ritme aangeven, dan weer alleen de voorkant van de voet en veel later gecombineerd. Oh, ik kreeg haast kramp in mijn voeten. Zo goed als Fred Astaire zouden we wel nooit worden. Rienke Grolings zat op de P.H.S. (Prins Hendrik school). Dit zou het laatste jaar voor haar betekenen op de Hoge School. Ze blokte hard om er door heen te komen, we zagen haar dagen lang over de boeken gebogen. Einde lijk vond het eindexamen plaats en ze slaagde. Nu zou de P.H.S. een af- scheidsfuif geven voor alle leerlingen en genodigden. Rienke vroeg de Di rectrice of ze enkele meisjes mocht meenemen. Ze zocht mij uit, Aggie en Norma, die het liedje "Kom bij me Piërette" op de Sint Nicolaasavond zong. We waren vreselijk opgewonden, er zou ook ge danst worden. We hoefden niet spe ciaal een cavalier mee te nemen, daar op de fuif zou er geen tekort zijn aan danspartners. Maar vóór de danspartij zou er een toneelstuk uitgevoerd wor den door de leerlingen van de P.H.S. zelf, hoe kon het ook anders. We zaten tussen al dat rumoer in. Meisjes van het tehuis aan de afwas. Rienk nam ook deel aan het toneel stuk, ze zou een lied ten gehore bren gen met eigen gitaarbegeleiding. In ons Tehuis had ze na het examen flink geoefend op de gitaar. Eindelijk kwam ze op. Ze zong "Stormy weather." Met haar lage stem zong ze: "Don't no why, there's no sun up in the sky, stormy weather." Dit trieste lied strookte eigenlijk niet met de vrolijke sfeer die er heerste in de zaal. Maar het publiek luisterde toch geboeid naar die goede stem van haar. Ze kreeg dan ook een warm applaus en wij waren trots op onze Djatizus. Rienke had natuurlijk vele klasse vrienden. Die kwamen na het toneel stuk bij ons zitten en enkelen vroegen ons ten dans. Het was voor Rienke een waardig afscheid van de school, "Moes" Backer. waar ze al die jaren haar ijver heeft betoond. Bij thuiskomst vroeg moes Backer hoe het was gegaan. Ook zij was trots op haar pupil. Grote vakantie De grote vakantie naderde. Maar wat er ook gebeurde, blijven zitten of over gaan, degene die met de vakantie niet naar familie kon gaan om de één of andere reden, ging met de Directrice mee de bergen in. Daar had ze tussen de theetuinen in, een huis gehuurd met niet ver er vandaan een zwembad voor ons alleen. Maar zover was het nog niet. Dagen van tevoren waren de pitjes opgewonden. Koffers en tassen werden tevoorschijn gehaald, kleren nagekeken. "Breng ook een warm jas je mee," zei Moes, het kan soms fris jes zijn in de bergen." De dagen van spanning op school waren voorbij, de meesten waren overgegaan. Een enke ling was blijven zitten, die zou in de bergen eerst een frisse neus halen om met goede moed opnieuw te be ginnen. Enkele dagen vóór ons vertrek naar de bergen moesten de kleintjes (dat waren de meisjes beneden de 12 jaar) castorolie innemen. Moes zei, "Dat is voor de grote schoonmaak. De kinde ren moeten met een schone maag de vakantie ingaan en worden dan niet ziek." Toen ik ook nog geen 12 jaar was vond ik die dag een verschrik kelijke dag I Wij kleintjes stonden in een rij elk met een lepel in de hand en de Directrice of één van de assis tenten wachtte ons op met een grote fles castorolie. En daar ging het hoor! Stap voor stap kwam ik dichter bij die gevreesde fles. Oh, ik kon die olie haast niet door mijn keel krijgen, moest er altijd van kokhalzen. Maar een ieder die een lepel van die wonderolie had genomen kreeg een vrucht: een sinaasappel of pisang om de smaak van de olie kwijt te raken. Nu, jaren later heeft men zulke lekke re laxeermiddelen in de handel, dat men ze met alle plezier zou willen innemen! (wordt vervolgd) 29

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1985 | | pagina 29