Het 1e voetbalelftal van Vincentius (met witte broek) speelde op Elk jaar voor Pasen werd voor de grote jongens en meisjes een deze dag tegen de Technische school van Batavia (donkere broek). retraite gehouden in het retraite-huis bij het Clarissen-klooster te Uitslag onbekend. Tjitjoeroeg, gelegen tussen Buitenzorg en Soekaboemi. Hier een groep Vincentius-meisjes, o.l.v. zr. Stephanie, voor het retraitehuis. Orde, tucht, godsdienstzin, gemeen schapsgevoel en een nuttige besteding van vrije tijd: dat waren de componen ten van de internaatsopvoeding. De meisjes leerden al vroeg zin en ijver aan te kweken voor huishoudelijk werk, de jongens moesten studeren en de kleintjes werden beziggehouden met knutselen, tekenen en verhaaltjes. Maar er waren ook muziek- en toneelavon den en sport werd intensief beoefend. Begin jaren 30 kon de schoolopleiding in eigen handen worden gehouden. In 1931 telde de jongensschool 170 in terne kinderen en de meisjesschool 197. Ook werden er huishoudscholen en ambachtsscholen voor de kinderen van Vincentius opgericht. Daarnaast stond de weg naar MULO en H.B.S. voor hen open. Door het groeiend aantal pupillen werd op den duur ook het Kramat-complex te klein en op 24 oktober 1938 werd dan ook een nieuw meisjestehuis, Bidara Tjina, geopend met een daarbij horende fröbelschool, lagere school en huishoudschool. Deze laatste heette na de verkregen gelijkstelling de "La gere Nijverheidsschool van de St. Vin- centiusvereniging Batavia-Centrum". Toen brak ook in Indië de oorlog uit en in maart 1942 arriveerden in Bata via de Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid, die uit Banka en Bi 11 i- ton waren verdreven. Om deze reli gieuzen aan werk te helpen, werd door mgr. Willekens, bisschop van Batavia, aangeraden hen tijdelijk de zorg voor het meisjeshuis toe te vertrouwen en dat betekende dat de Zusters Ursu- linen, met pijn in het hart, naar hun verschillende huizen vertrokken. In de loop van de oorlogsjaren moesten zo wel de meisjesschool als het Kramat- complex worden ontruimd en werden de kinderen verspreid ondergebracht. In 1946 werd met de wederopbouw begonnen. Nieuwe koers In de turbulente jaren na de oorlog heeft het Vincentius-bestuur zich vele malen gebogen over de vraag welke koers moest worden ingeslagen. Vast stond dat doorgegaan moest worden met het opvangen en opvoeden van kinderen die dat nodig hadden. Op 31 maart 1950 werd de nieuwe lijn bevestigd in de statutenwijziging. De naam van de vereniging zou voortaan luiden "Perhimpunan Vincentius Dja karta". Het Indo-Europese kind stond niet meer centraal, maar alle kinderen die hulp nodig hadden en het streven was voortaan gericht om de kinderen voor te bereiden op een plaats in de Indonesische samenleving. Van alle kanten kwamen toen de kinderen bin nenlopen, al dan niet vrijwillig en in die tijd leken de Vincentius-huizen meer op doorgangshuizen. Maar de situtie stabiliseerde, en uit de kern van pu pillen werden als eerste onderwijzers gevormd. De "Perhimpunan Vincentius Jakarta" bestaat nog steeds, het werk dat wordt verricht is nog steeds belangrijk, zij het dat men zich niet alleen meer richt op misdeelde kinderen. In 1955 ver scheen er een gedenkboek t.g.v. het 100-jarig bestaan en met een citaat uit dat boek willen we dit algemene artikel over de St. Vincentius Vereniging be sluiten. Verder laten we de vraag of uit de Vincentius-kinderen inderdaad medewerkers voor katholieke geeste lijken zijn voortgekomen, in het midden. Dezerzijds hebben we daar geen ge gevens over. "We konden wellicht de Nederlandse katholieken vroeger onder ons niet al tijd bewonderen als dragers van chris telijke idealen, pioniers van een chris telijke beschaving en steunpilaren van hun Kerk. Maar zij hebben toch een wapen van afweer en verdediging in de hand, dat ons stil maakt en tot voorzichtigheid stemt. Zij kunnen ons wijzen op Batavia's Vincentius Vere niging, een spruit gewonnen en ge togen door hun idealisme en geest kracht en dan kunnen zij ons toeroe pen Christus' eigen getuigenis: "Hier aan zal de wereld erkennen, dat ge Mijn leerlingen zijt, als ge liefde hebt voor elkander". Laten we dit verweer eerlijk en rustig aanvaarden, bereid om alle consequen ties daaruit te trekken. Want hierop past maar een antwoord: aan ons nu de taak niet onder te doen voor die oude kolonialen in kracht van christe lijke naastenliefde. Ook hier moeten we tonen dat we in staat zijn hun taak over te nemen en het beter te doen dan zij. Wanneer dit prachtige stuk charitas door onze onverschilligheid en schrielheid zou ten onder gaan, dan zou ons het smadelijk verwijt treffen, dat zij, die wij zo makkelijk smalen als overheersers en uitbuiters, tenslotte meer voor onze kinderen hebben ge daan dan wij in de weelde der gewon nen vrijheid." R.B. Bronnen: - Gedenkboek "Perhimpunan Vincen tius Djakarta", 1955; - Documentatie Guus Weinhold (ar chief I.W.I.); - Encyclopaedie van Ned. Oost Indië. Een van de Nederlandse organi saties die zich bezighoudt met financiële adoptie is de Stichting Panti Asuhan, die hulp biedt aan het kinderen- en jongerenwerk van de Vincentius-tehuizen in Jakarta. De Perhimpunan Vincen tius Jakarta telt thans 4 tehuizen en heeft de zorg over 1000 kin deren. Pantai Asuhan heeft ten doel om door middel van finan ciële adoptie de Vincentius-kin deren in hun eigen land te hel pen opgroeien tot gelukkige, zelfstandige en ontwikkelde zelf standigen van morgen. Alle informatie over deze stich ting en over de mogelijkheden mee te doen met financiële adoptie kunt u inwinnen bij het secretariaat van de stichting, adres: WINAND DIVENDAL o.f.m. Rijnsburgerweg 31 - c 2334 BE Leiden Tel. 071 - 17 32 00 31

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1985 | | pagina 31