TJIMAHI
S™hi„TT^rl,erekaio"9an'S-
^r¥rl:rd'el --"^'tzSeEn0;" s?b2e
.^4:
kamp te nEfe
depfe bte»nEtee miteolnete .ïdïtó
b rern9aadnacht kr "Da"3""6; a'nste
*liJie 3
NU®
EZZs'éZ'Ê
wwigai
H CüiH3
22123'
Oebi
"Veld
door A. Poutsma
Als de dag van gisteren herinner ik mij hoe wij de oevan
ergeDracnt naar Tjimahi. In de vroege morqen van din dan
omstreeks januari/februari 1944, begon deze reis vanuit het
Lt p Van P.ekalon9an en voerde ons via Tjeribon Tiikam-
pek, Poerwokerto en Tjikalong-Wetan naar Tiima'hi waar
wij nog diezelfde dag tegen middernacht arriveerden Daar
werden w,j opgewacht door een stel nerveus giEde en
ueuien aacht ik. Dan is dat reisje van Pekalonnan naar
een soort
Aangekomen m He f 6enS h°e betrekkelijk alles is
eeht 9 °;9d- Veal kans °m op verhaal te komen werd ons
r met gegund, want al gauw werd ons opgedraqen ons
met ons meegebrachte eetgerei buiten op te stellen om
ar een zeer late maaltijd in ontvangst te nemen Maar zo
»auk Te dal ,k me niefeens reafeeerdê
wat ik eigenlijk bezig was naar binnen te werken Wél had
eit'E6 fE dat het eten' zowel wat kwaTtett als kvianti
betrof, beter was, dan we in lang gewend waren geweest.
£»C. Technic.i,,en;(l
CcenSaKe plaats
ji E Zi«k«n.ra.al
'■jfêr'Wnruimte. Dol: tot-en
5 Poi-.klimVk.
M DySentry e«3. i*-5rn. piekten
0 DrSentry *aal
^occJcrv
L ]atnfabnelc(iji Het»ke q Oojtl
N loVoa I VCam p poll tic.T
Lyken Ifdmer rr
!j O E (biiclkecK"
Jj Tciindfenst ("^dber^
1 ^G'erputt-ca!^ UborWno»
jlBansk Nsi-Ni.B.ers
:,1;;Wcn oa/ww»
22 1
ig}
23- zie E.F,^
2V - zie H
jjOüVc Hceptjasj
ro laQi
7
A.Tokd
-Kantoor
lienjl
Tcitnrn
iters'
E33S3
Ee2D
r ha i
cr.jSï]
1 Fabers.
»t^<inev>
lainen
Wï^en voor C^robak^
WoOTl Vcj lnifr t '^piTTTTr -> j
*®IIP Hen (SAf-VW«t IX®!4'1 ^°ar
Het zg. elitekamp, Baros (kamp 5) in Tjimahi (tekening: H. Liesker)
Mikteen vooi
|1 t"M« n v!i«t
■Viïtl
Dit leek een veelbelovend begin te zijn
van een wat humaner behandeling van
de kant van de Jap, maar al na enkele
weken werd het weer geleidelijk min
der. Na het eten zocht ik mijn bultzak
weer op en viel in een peilloos diepe
slaap.
De volgende dag bleek, dat vóór de
komst van de Pekalongangroep al qe-
vangenen uit Batavia, Bogor, Ngawi en
Malang waren gearriveerd. Enkele da
gen later kwam ook de groep geïnter
neerden uit de bèntèng te Yoqyakarta
aan. a
Een van de dingen, die mij uit de inter-
nermgstijd het beste is bijgebleven, is
de tijd waarin ik werkte in het zoge
naamde Gunung Bohong-corvee. Dit
was een soort landbouwproject, waar
bij op een stuk land even buiten Tjima
hi ubi en verschillende soorten groen
ten werden gekweekt. De algemene
leiding ervan berustte bij een tweetal
Jappen, Yoshino en Yoshihara qe-
naamd. De direkte leiding over ons
werkers werd door hen gedeeltelijk
gedelegeerd aan een zeker M
Wat mij betreft was het gedrag van
deze man over het geheel genomen
stuitend. Ik vond namelijk dat dit heer
schap zich wat al te vaak schuldiq
maalde aan hardhandig optreden waar-
Dij hij enkele malen zich verontschul
digde met de opmerking: "Jullie kun
nen beter van mij op je donder krijgen
dan van Yoshino of Yoshihara." Over
de waarde van dit excuus heb ik noq
altijd zo mijn twijfels. Het kwam mij
veeleer voor, dat de heer M een grote
12
mate van behagen schepte in de macht,
we ke hij (tijdelijk) over ons uitoefende
ziJn ongepolijst taalgebruik was
nu niet bepaald een voorbeeld voor
ons, opgroeiende jongens in de werk
groep.
Wat Yoshino en Yoshihara betreft
eerstgenoemde was een altijd stuurs
kijkende kleine Jap, die bovendien een
licht ontvlambaar karakter had, hetgeen
nogal eens leidde tot onbeheerste drift-
buien van zijn kant. Ik ben er eens ge
tuige van geweest hoe hij twee wer
kers zodanig aftuigde, dat zij beiden
een gebroken arm opliepen. Yoshihara
trad iets minder geweldadig op, hoe
wel hij er, als hij het eenmaal op zijn
heupen kreeg, ook weg mee wist en
de blik waarmee hij je soms aankeek,
was zo koud als het spreekwoordelijke
pool-ijs. Er was, herinner ik mij nu, noq
een Jap op het Gunung Bohong-pro-
ject. Hij heette Kashima en zijn func
tie is nooit helemaal duidelijk gewor
den, maar voor een Nipponner was hij
een humaan mens, die nooit sloeg of
zelfs maar zijn stem verhief. Als je
iets verkeerds deed, bracht hij je dat
ean rushge manier onder ogen.
Ik heb op Gunung Bohong gewerkt tot
op de dag dat een 'heihoosoldaat me
kwam vertellen, dat Japan de wapenen
had neergelegd. Ik hield me wat op
de vlakte en vroeg: "Kenapa bung?"
Ada dua kota-kota Jepang yang kena
oleh bom atom," antwoordde deze man
Voorlopig nam ik dit voor kennisgeving
aan, maar dat er iets aan de knikker
was, bleek wel uit het feit, dat wij die
dag definitief teruggestuurd werden
naar het kamp, d.w.z. wij hoefden niet
"l®er.,terU9 'f komen. Daags daarna
zag ik een Japans transportvlieqtuiq
overvliegen, waarvan romp en vleugels
voorzien waren van blauwe kruisen,
later bekend als de zogenaamde sur
render-crosses. Voor ons was dit een
bewijs temeer dat er iets buitenqe-
woons gaande was.
Nog enkele dagen later verscheen bo
ven kamp IV een dofgroen geschilderd
toestel, welk model totaal afweek van
die der Japanse vliegtuigen. Deze ma
chine trok de aandacht, omdat het niet
over ons kamp vloog, zoals normaliter
gebeurde, maar in wijde cirkels er
omheen. Opeens schreeuwde iemand-
Het is een Hollander!" En inderdaad
toen het toestel tenslotte pal over het
kamp vloog, waren de rood-wit-blauwe
vlaggen op romp en vleugels zichtbaar,
tr steeg een donderend gejuich op en
men zwaaide enthousiast naar bet over-
vliegende toestel (een North American
Mitchell), dat teruggroette door
even met de vleugels te schommelen,
ten eind verder draaide het een korte
bocht en kwam terug, de bomluiken
geopend, waaruit oranje-kleurige pam
fletten dwarrelden. Haastig raapte ik
zo n pamflet op en las dat Japan qe-
capituleerd had en dat de B-25 de
volgende dag terug zou komen om
voedsel en andere zaken te droppen.
De heihoo, die tegen mij beweerd had,
dat Japan de oorlog definitief had ver
loren, bad gelijk gehad en was dus niet
zoals ik eerst gedacht bad, een soort
agent-provocateur van de kempeitai
geweest.