PERSOONLIJKE LENING
te uniformen, want de jongens groeien
met al die rijsttafels in Indië dicht en
het is daar goed zakken vullen.
Omdat ik de smaak van het Indisch
eten al goed kende en zeer waardeer
de (thuis stond ik te boek als liefheb
ber) was ik content met het tropenpak
enmet de uitzending naar het
land van de rijsttafels.
Ik kon na drie maanden opleiding aar
dig recht voor me uit schieten wel tien
keer links- of rechtsom keren zonder
één fout te maken en de honderd me
ter harder af leggen dan wandelen
zonder een enkele blessure op te lo
pen. Ik voelde me zeer wel rijp voor de
strijd en meldde me dus als kwartier
maker. Een daad waar ik me wel vrij
willig mee de boot in werkte.
Op de boot, waar de hollandse pot me
nog steeds aan het vaderland deed
herinneren, stortte ik me op één van
de Indische culturen, namelijk: de eet
cultuur. Elke dag aan boord studeerde
ik enige tijd op een uit een Indisch
restaurant meegepikte menukaart. Ik
had me de taak gesteld dat, als ik
voet aan wal zette op de gordel van
smaragd, feilloos al de namen van die
heerlijke gerechten uit m'n mond zou
den komen. Het is me wonderwel ge
lukt. Helaas is er bijna nooit iets van
die gerechten in m'n mond gekomen.
Dichtgroeien was er niet bij en de
zakken werden alleen gevuld met mu
nitie.
Over de voeding in Indië kan ik kort
zijn, dat is bij elke oud-militair van de
7 december divisie overbekend. Er viel
niets te rijsttafelen. De kale tafels had
den we maar al te vaak niet eens om
aan te zitten. Het begon met het weg
werken van een grote voorraad ge
droogde aardappelen in blokjes en in
poedervorm met verder alle bijgerech-
ten uit blik. Nadat deze voorraad door
ons weggewerkt was kregen we rijst,
ook uit een voorraad. Toen ook deze
voorraad opgesmikkeld was kwam het
verbod deze soort rijst verder te nut
tigen. Het bleek dat het enige vitamine-
rijke vliesje dat de korrel rijk was er
was afgepeld en dat bij langdurig ge
bruik van die rijst scheurbuik zou op
treden. Gelukkig voor ons was het
langdurig gebruik van korte duur en
bleef het lichamelijk letsel beperkt tot
enkele haarscheurtjes in de buik. We
mochten alleen nog maar rijst eten die
zo van het land kwam. Onze koks wer
den toen echte Sarina's: zij stampten
de padi tot bras.
De bijgerechten bleven meestal uit
blik komen. Een van de schaarse verse
gerechten die ik me nog kan herinne
ren waren luciferkop grote groene
boontjes, welke bij elke verstrekking
door de kok Hannes met een: wat moet
ik hier nu mee, in de soep werden ge
gooid. Deze toen onbekende boontjes
blijken nu achteraf de overbekende
taugé geweest te zijn.
Ondanks al de voeding uit blik heeft
Hannes ons goed gezondhoudend door
de Indië-jaren heen geloodst, want
dank zij zijn fanatieke principe: hoe
verser hoe beter voor m'n sobats, trok
hij pas een half uur voor hij de maal
tijden opdiende de blikken open. Blik-
verser heb ik nadien dan ook nooit
meer gegeten.
In de keuken van de Jan van Nassau
herinnerde ik me ook nog een voor
valletje uit de tijd dat we met ons pe
loton in de kampong bij het vliegveld
van Tasikmalaja gelegerd waren.
Het was een gewoonte geworden dat
de laatste twee man van de nacht-
dienstploeg alvast het theewater voor
de kok aan de kook brachten. Dat aan
de kookbrengen gebeurde op een hout
vuur. Het was weken goed gegaan tot
op een vroege ochtend bij de twee
wachten, die de vriendendienst zouden
verzorgen, de liefde voor het fikkie-
stoken de overhand kreeg bij het da
gelijks doen en denken. Het ene hout
blok na het andere werd op het vuur
gegooid en na een tijdje vormde zich
boven de nog in het donker gehulde
kampong een steeds op grotere af-
Potje theewater voor de kok.
stand zichtbare rode gloed. Toen het
spelen met vuur en de rode gloed het
hoogtepunt hadden bereikt kwam een
drietonner met een noodgang uit de
richting Tasikmalaja aangescheurd en
stopte voor ons kampement.
Een tiental wapen broeders sprong
uit de laadbak en stormde met de
wapens in de aanslag en de branden
de vraag: wat is hier aan de hand uit
schreeuwend, op de twee wachten af.
"Hier is niks aan de hand", antwoord
den de twee nuchter, "we brengen
alleen even het theewater aan de
kook voor onze kok."
"Verrek, we dachten dat de peloppers
de kampong in de brand hadden ge
stoken." En met nog enige niet voor
herhaling vatbare woorden vertrokken
de zeer alerte wapenbroeders weer
naar Tasik. Die ochtend smaakte de
thee wel wat rokerig.
(illustraties Poirrié)
"Taugé"-bonen
f 5.100,—
36
X
180,13
17,6%
f 10.100,
36
X
f 350,65
16,2%
15.100,
48
X
414,93
15,3%
20.100,—
60
X
463,99
14,5%
25.000,—
60
X
577,10
14,5%
30.100,—
60
X
f 690,17
14,2%
Leeftijdsgrens 64 jaar, kwijtschelding bij overlijden.
TELEFOON 078 - 18 08 66 013 - 35 01 05
SETIAKAWAN FINANCIERINGEN bv
Karei Doormanweg 9 - 3317 ZD DORDRECHT
Geopend van 9.00- 20.00 uur
17