"POINT OF NO RETURN" Nu wij de herdenkingsplechtigheden van de tweede wereldoorlog in Europa ach ter de rug hebben, is het vanzelfsprekend, dat wij even blijven stil staan bij onze oorlog hier ver vandaan. Het is een oorlog van 300.000 Nederlanders, bijgestaan door loyale Indonesiërs, Chinezen en niet te vergeten de Zuid-Molukkers en niet alleen die van het KNIL. Bij een terugblik is een hommage aan onze vrouwen, dacht ik, op zijn plaats. Ik denk aan de momenten, dat zij alleen, zonder echtge noot, de kinderen moesten opvoeden. Zonder inkomsten, omringd door de vijan dige Jappen en over het algemeen niet bevriende Indonesiërs, moesten zij zich handhaven. Stuk voor stuk werden eerst de meubels verhandeld en daarna werd met kunst en vliegwerk handel gedreven, met zelfgemaakte artikelen. De angsten die deze vrouwen hebben doorstaan, in een periode waarin ze eigenlijk te ver gelijken waren met "vogelvrije" individuen, rechteloos, arm en zonder hoop. Hier in Holland werd je tenminste omgeven door je eigen landgenoten, maar onze vrouwen in Indië waren overgeleverd aan de onberekenbare Jappen en de over het algemeen met leedvermaak toekijkende Indonesische bevolking. Er zijn echter genoeg voorbeelden te noemen, zeker in het begin, van Indonesiërs, die de vrou wen de helpend hand toestaken. Hoeveel boeken er ook over de oorlog worden geschreven door deskundigen en historici, voor ieder die de oorlog meemaakte, blijft de behoefte zijn eigen ver haal en visie erop te geven. Zo'n visie is natuurlijk aanvecht baar, maar ieder leeft, strijdt en sterft nu eenmaal met zijn eigen kijk op de wereld. Ook schrijver van dit artikel. Natuurlijk komen in onze geschiedenis ook situaties voor, waarbij relaties ont stonden tussen Japanners en enkele van onze vrouwen. Oordeel niet, men weet niet welke omstandigheden hen hiertoe dwongen. "Wie zonder zonde is werpe de eerste steen." Alleen voor landverraad heb ik geen goed woord over. Ik denk ook aan de vrouwen en kinderen in de vrouwenkampen, die honger leden, ziek waren en ook aan hen, die net voor de capitulatie van Japan overleden. Uitgeput, menson waardig, tussen ongedierte en in alle armoede. En dit allemaal door mee dogenloze, onberekenbare Jappen, ze_ ker zonder de allure van de Bushido krijgers. Het zit mij vandaag nog dwars, dat na de oorlog de Japanse keizer niet is aangemerkt als oorlogsmisda diger, waarom Hitler en Mussolini wel en hij niet? Ik zal hier niet langer bij stil staan, want de realiteit wil nu een maal dat je hier overheen stapt, want je mag de goede betrekkingen met een bevriende mogendheid niet scha den De reis van minister Lubbers zou dan voor niets zijn geweest. Onrecht straft zich zelf en over tien jaar komen ze s.v.p. vragen of wij hun auto's wil len kopen, want de Chinezen gaan hun voorbij. Ook na de Japanse capitulatie geen blijdschap en geen bevrijding, maar wederom angst en nu voor de bersiap van de Indonesiërs, die de tijd rijp achtten om zich eindelijk te ontdoen van het koloniale juk. Velen werden vermoord en grotendeels weer geïnter neerd. Een tragische episode voor ons allen, die in Indië hoopten op de tijden van weleer. Machteloos afwachten op geallieerde troepen, geen Nederlands leger, dat ons beschermde en zo gin gen wij wederom donkere dagen in. Ook de Jappen, hoewel verantwoorde lijk voor onze veiligheid, hielpen de Indonesiërs aan wapens, er waren uit zonderingen. Er zijn situaties geweest waar de Jappen zich uitstekend van hun taak hebben gekweten, maar misschien kwam dit meer voort uit hun wraak gevoelens t.o.v. de Indonesiërs, die de Jappen op sommige plaatsen ook vermoordden. Terwijl wij onze wonden nog likten van de Japanse hel, kwam de bersiaptijd met de politionele ac- DOOR THEO KAPPERS ties en hoopten wij op een tempo doe- loe. Wij vergisten ons en verloren de politieke strijd. De wereldopinie had den we tegen en in 1949 kwam de souvereiniteisoverdracht. Wij konden toen kiezen "warga negara" worden of vertrekken. Geen gemakkelijke be slissing en in mijn ogen niet helemaal fair, wanneer nu mensen hier in Hol. land opmerken: "Jullie mensen hadden daar toch kunnen blijven." Na alles wat er gebeurd was van Indonesische zijde en hoewel ik het na 40 jaar best kan begrijpen, dat de Indonesiërs en andere koloniën vrij wilden zijn, werd dit moment voor ons "the point of no return". Het wantrouwen was zo groot en de verstandhouding was zo verslechterd en er was duidelijk sprake van vijand schap, dat de meesten (bijna allen) het juiste besluit namen en met pijn in het hart vertrokken. Een zeer tragisch mo ment, je geboortegrond te moeten ver laten en voor de meesten van ons werd het een emigratie naar Holland en Amerika. Door onze loyale opstel ling door de eeuwen heen, werden de Indische Nederlanders aangemekt als "Blanda". Dit was de consequentie van het Nederlands zijn, voelen en denken. Wanneer wij geweten had den dat wij eens ons geboorteland zouden moeten verlaten, dan waren mogelijk vele Indische Nederlanders Indonesiër geworden. Dit had echter vóór de tweede wereld oorlog moeten gebeuren, want in de tijd van Dick de Hoog is dit wel eens ter sprake geweest, maar nu was het te laat. Maar ook toen was het enthou siasme klein, wij Indische Nederlanders waren er trots op, bij de Europese ge meenschap te behoren en dat paste ook in de Haagse politieke strategie. Zonder ons zouden er maar 80.000 totoks zijn geweest tegenover ong. 70.000.000 Indonesiërs. Holland Toen kwamen wij in Holland, ik zie ze nog van boord komen, Pa nog wat on wennig de KL-baret op zijn kepala en de ma's bojong-bojong met de kinde ren. De eerste tijd in pensions en overal kwamen de voorschotten van daan, die wij allemaal terug moesten betalen. Wij waren immers geen bui tenlanders die om asiel vroegen, wij kwamen voor ons plezier Toch is er hier en daar armoede geleden en som. mige Pa's herinneren zich dat nog wel, toen de peukjes bewaard werden en Ma elke cent moest omdraaien. En dan die verduvelde kachels met al die ko len en dat gesjouw naar de schuur, toen wij een eigen woning konden huren. Ook hadden wij het nooit koud, al stonden onze tenen krom, dan nog zeiden wij tegen nieuwsgierigen: "Het valt allemaal wel mee." Het is deze trots geweest, waardoor wij onze kin deren de opvoeding hebben kunnen geven waar zij recht op hadden. Zij zouden en moesten het beter krijgen dan wij. Werken en sparen en wij had den geen tijd om over andere dingen te denken, laat staan om te zoeken naar onze identiteit. Onze komst heeft de Nederlandse ge meenschap verrijkt en een begin ge. maakt aan een "Multiraciale" gemeen schap, die geen weg terug meer kent. Naast de Friese, Groningse, Limburg se en Zeeuwse Nederlander - zo kan ik alle provincies afgaan - is de In. dische Nederlander gekomen. De Lim burgers eten graag vlaai, so what De Friezen kennen de klompendans en ik vind serimpidansen mooi, so what? Een Zeeuw kan lid worden van een politieke partij en ik ook, so what? Ik lees graag Moesson en mijn buur man graag Panorama, so what? Tenslotte Wij van de eerste generatie hebben ons best gedaan om onze jeugd hier te introduceren. De jeugd is op weg, wij hebben de basis gelegd voor hen in Amerika en in Holland en kleinere groepen elders in de wereld. Na veer tig jaar zeg ik aan mijn generatie genoten "Well done" en als ik weder om terugkeer op deze aarde, dan hoop ik een wereld aan te treffen zonder rassen en grenzen, want van al dat hokjes-gedoe heb ik mijn "peroet" vol, graag een wereld alleen met lieve mensen. Tot over veertig jaar "some where Rest ons nog alleen Tjalie Robinson te gedenken, die ruim dertig jaar ge leden is begonnen met zijn Tong-Tong, nu als Moesson voortgezet. Hij wilde (lees verder volgende pagina, onderaan) 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1985 | | pagina 20