^Bij 0ma in ^Jiocjor KIMM Indische spekkoek Daar zat ze dan onder de schaduwrijke doekoe boom in afwachting van onze komst. Dat was Oma of Tjang, zoals de ouderen, mijn ouders, ooms en tantes haar noemden. Oma zat op het stenen muurtje van schone rode tegels op een zacht kussen: ze had veel weg van een versleten Kwan Yin, maar toch nog met de waardigheid van een aardse prinses van Oosterse afkomst. Haar huid was al verschrompeld, lange, dunne rimpels versierden haar ingevallen gezicht, de wan gen waren flink gezakt, het dunne, grijze, gele hoofdhaar was samengebundeld tot een kleine knoedel aan haar achterhoofd. Dat alles was natuurlijk een gevolg van ouderdom en de jaren van zorgen, en 'toch had ze het niet slecht, want de diamanten oorknopjes, de drie gouden ringen aan haar knokige vingers met drie stralende karbonkels, de gouden schakelarmband en de fijne spelden die haar kabaja sierden, vertelden een ander verhaal, een verhaal van een genoegzaam en rijk leven. Alleen de versleten zwarte sloffen, die ze die morgen niet aan had, maar net jes naast haar blanke schone voeten had opgesteld, echoden alweer haar ouderdom. De verhalen die wij kinderen uit Oma's leven te horen kregen, maakten dat we haar respecteerden. Vandaag had ze een gewone witte ka baja aan, natuurlijk met kant afgezet. Als ze uit ging gebruikte ze haar fijne re kabaja's. Toen ze ons op Meester bezocht - ze was toen goed gezond - ging ze ook altijd naar Glodok bij Pa sar Ikan, waar ze "de heleboel" op kocht. De mooie blauwe sarong met hane- motieven viel die morgen ook erg op, vooral als achtergrond voor de zilve ren buikband met fijn uitgesneden pau wen figuurtjes. En dan was er de kous met klein geld die ze altijd tussen sa rong en buikband wegwerkte, maar nooit met goed succes. We kwamen met drie delemans, vol geladen met mensen, koffers, tassen en krandjangs. Ik werd aangewezen om de Australische ham, "tjap nanas", daags tevoren bij Gouw Boen Seng gekocht, te dragen. Dat was geen lich te last, die witte zak met rode letters en tekening, waarin met veel zorg zout, vlees en been stevig waren ingepakt. Dat was een "standaard verrassing" voor Oma als we logeren gingen. Toen we afstapten gingen we netjes achter elkaar in een rij staan, Pa en Ma voorop natuurlijk. Het leek op een echte audiëntie bij de G.G. Mijn ouders wisselden als gewoonlijk de bekende snelle kusjes, maar wij kinderen vonden een handdruk genoeg. Ik meen te weten dat ik mijn Oma nooit een zoen heb gegeven, dat was trou wens een heel onbelangrijke zaak. Toen het mijn beurt was vroeg Oma onderzoekend: "Ini, Si Nakal?" Ik hoor de haar wel maar ik deed net of ik haar niet verstond en gaf dan ook geen antwoord. Daarop overhandigde ik haar de zak met ham en zag ik dat haar doffe ogen begonnen te lichten. Ze was gek op "kaki babi". Dan gingen haar vingers vluchtig op zoek in de kous en na een ijverige selectie kwam een gobang te voorschijn. Die was dus voor mij bestemd. "Buat Si Hannes," zei ze vlug. Ik nam het 2'/2-centstuk aan en stopte het in mijn broekzak en toen liep ik regelrecht naar de deur die leidde naar de kleine zitkamer. Daar zou ik later, als ik een lekker bad had genomen, uren doorbrengen met het doorbladeren van The National Geographies, bezit van mijn tante, bij het zachte brommen van de gaslamp aan de muur. Ik liep door naar de grote, ruime woon- en eetkamer. Toen ik die aparte koele lucht inademde, voel ik pas goed dat ik in Bogor was. Want het rook er zo heerlijk naar Buitenzorgse koelte, naar het water in de gendi's, naar de bloe men in de vaas, de heerlijke geuren van het onzichtbare eten, en zelfs naar de zachte reuk van echt Buitenzorgse gas, dat vermoedelijk ontsnapte uit het gasstel in de hoek van de kamer waar overdag gegeten werd. 's Avonds werd het onze slaapkamer en sliepen we op de vloer, op de zit banken, de divan en dan begon de grote vakantieplaag: de uitgehongerde, muziek producerende zwerm van Bui tenzorgse muskieten, die niets anders deden dan landen en steken. Dat was de prijs voor een uitstapje Ik zocht vlug naar mijn koffertje, vond mijn hansop en verwisselde mijn zon dags pakje. Tegelijk wandelden mijn ogen door de kamer waar alles als altijd op z'n plaats was, tot ze de foto van Opa ontdekten - achter glas - en daar stil bleven staan. Dat is onze Opa, die we helaas nooit gekend heb ben, de vioolbouwer van Bogor in zijn vrije tijd en werkzaam bij de Algemene Secretarie. Mijn ogen wandelden nu in de andere richting naar de rij ramen waar het licht, mooi en koel binnen viel. Terwijl ik mijn losse hansop dicht knoopte, ontdekte ik door het laatste raam bewegelijke rose vlekjes. Dat waren natuurlijk de rijpe djamboes van de djamboe-aer boom. Si Nakal had onmiddellijk gereageerd! Ik verliet de kamer en was in een oogwenk in de djamboe-aer boom. De tak met de meeste djamboes daar moest ik na tuurlijk naar toe. Die woog zwaar van mijn gewicht, zó zelfs, dat de bladeren tegen het raam van Oma's slaapkamer ritselden. Ik had net de laatste djam boes naar mij toegetrokken, of ik hoor de een schrille stem: "Ajo, ajo, tjolong djamboe Si Hannes, Si Nakal Als een aap hangend aan de tak, liet ik me op de grond vallen en rende weg. Oma had me een jaar eerder met de slof een goed pak rammel verkocht, toen ik het afvoergat van de badkamer met ondergoed volpropte om een klein zwembadje te maken. Volgens zeggen was veel klein wasgoed toen met het water in de altijd stromende slokan en tenslotte in de machtige rivier Tji- sedane verdwenen. Deze keer was de overtreding minder ernstig en ontkwam ik aan lijfstraf. Maar de djamboes wa ren des te lekkerder. Een vakantie bij Oma was een intens avontuur Als we het te bont hadden gemaakt werden we opgehaald om weer thuis te komen. Mijn gobang bleef niet lang in mijn bezit. Nog de zelfde avond - na het bad - wandelden wij kinderen - neven en nichten - langs de vele verlichte kraampjes, de vele toekangs djoewalan aan de vredige Panaragan en wat ze ons allemaal te koop aanboden: pisang reboes, dja- goeng reboes, oebi reboes, katjang reboes, katjang bogor, katjang item, katjang kedelé, djagoeng bakar, pisang goreng, en niet te vergeten de lekkere Bogorse kwee poetoe. Alles voor een krats. Elke vakantie bij Oma was een groot kinderfeest J. SCHLECHTER RECTIFICATIE Mag ik hierbij n.a.v. het artikel over Edeleer Hardeman in Moesson van 15 juni jl. de volgende opmerkingen plaatsen? Blz. 7: laatste alinea, "groot-costuum" moet ten rechte zijn "groot-tenue". Blz. 29: 1e kolom 23e regel van onder, niet de 7e December divisie, doch de OVW-ers kregen geen toestemming voor landing. F. J. SUYDERHOUD Stort f 21,op giro 158225 en U ontvangt een spekkoek van ca. 500 gram, in speciale ver pakking, franco thuis. "KIMM", Joh. Verhulststraat 98, Amsterdam-Z. Tel. 020 - 62 84 61. 34

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1985 | | pagina 34