Harry Vroegop vertelt zijn verhaal rus tig, ongeëmotioneerd. Dat is altijd bij mensen die doorlopend geconfronteerd zijn met problemen en zorgen van medemensen. Het enige dat de oplos sing kan brengen is DOEN en pieke ren hoe en wat je moet doen. Dat is hier het werk van twee mannen die een instelling leiden waar duizenden afhankelijk van zijn. Men is allang opgehouden met klagen en vragen bij Ministeries, het is een AFGEDANE ZAAK, geen steun in wel ke vorm ook aan Nederlanders die in de zin der wet afstand hebben gedaan van het Nederlanderschap (om welke reden dan ook I). Als korporaal-machinist in Tarakan, 1941 Als in een week tijds 2 miljoen wordt ingezameld voor Poolse kinderpatiën tjes dan heet dat in Nederland nauwe lijks een unicum meer te zijn. Maar als HALIN, ondanks een schrijnend tekort aan publiciteit en bekendheid (of wil men Halin niet kennen?) toch iedere maand zo'n kleine ton weet binnen te halen, dan móét je spreken van een Gods wonder. Met welke kopzorgen de heren Kortenhorst en Vroegop zit ten, weet niemand, er wordt ook naar buiten niet over gesproken. Toch zijn ze er. Hoe lang nog kan Halin blijven draaien. De gulle gevers vallen weg, daar in Indonesië sterven de oudjes ook, maar er zijn kinderen. Zullen die het wel kunnen maken? Misschien wel, ze zijn wellicht meer Indonesiër ge worden, zien als zodanig wel een kans een redelijk bestaan op te bouwen. "Wanneer kwam U op het idee voor de HALIN te werken?" "In 1976 ging ik met vakantie naar Indonesië, toen werd ik geconfron teerd met de armoede van deze land genoten. Het stond bij me vast dat ik daar wat aan wilde doen en ik ben hier met open armen ontvangen. Dat was in 1980 toen ik in de VUT kwam bij de DAF waar ik als administrateur werk zaam was. Ik heb altijd een zeer wis selvallig leven gehad, nooit lang op een plaats, altijd bezig met iets nieuws, vaak gedwongen door de omstandig heden". Vroegop neemt een slok van zijn koffie, de telefoon gaat. Hij zoekt in een kaartenbak, behandelt de kwes tie en vertelt verder over zijn leven. In Magelang geboren, nu 67 jaar. Hij kwam al jong bij de Marine, korporaal machinist. Drie keer werd hij tijdens de oorlog "te grazen genomen": ge torpedeerd in Tarakan, gebombardeerd in Straat Madoera en toen nogmaals getorpedeerd bij de "Piet Hein". Tarakan juni 1941, aan boord patrouilleboot PI, van links naar rechts: Vroegop, Werd- muller, Laan en Spangesberg. In Pasar Poetih (Oost Java) kwam hij aan land, werd overgebracht naar Soerabaja en daar ingedeeld bij de kustwacht. Geïnterneerd in Malang. Hij maakte zich ongerust over zijn moe der, vluchtte het kamp uit (zijn tenge re postuur maakte het hem makkelijk zich als Indonesiër te vermommen). In Magelang kwam hij in de Verzetsgroep Oranje-V. Vereniging onder leiding van 1e Itnt. Saro. In 1943 viel hij toch in handen van de Kempeitai, van daaruit smeten ze hem in de gevangenis in Djogja waar hij tot 1945 vastzat. In de bersiaptijd zit hij echter weer in Ma gelang in het gevang. Tot 1949 werkt hij voor de NEFIS als opsporingsambtenaar in Semarang, in 1950 gaat hij op eigen kosten naar Nederland. Volgt daar een omscho lingscursus voor electrogenisch lasser en verdwijnt dan spoorslags naar Nw- Guinea waar hij tot 1952 blijft. Terug in Nederland meldt hij zich bij de Ko ninklijke Landmacht, waar hij in 1960 wordt gedemobiliseerd. Op zijn 41ste jaar met pensioen is natuurlijk absurd, hij solliciteert en krijgt een baan bij DAF, waar hij 19 jaar rustig blijft wer ken. De langste tijd in zijn leven op één plaats, Rotterdam. Dit is het verhaal van Harry Vroegop en de HALIN. Eigenlijk lijken die twee op elkaar, denk ik ineens. Vroegop vertelt dat hij door zijn vlucht uit het interneringskamp en de andere capri olen geen enkele oorlogsuitkering heeft ontvangen. En zich drukmaken om een verzetskruisje of andere ver melding voor heldhaftigheid, hij peinst er niet over. Er zijn belangrijker zaken in het leven toch? Hij is gelukkig met zijn vrouw en dochter. De HALIN krijgt óók geen enkele vorm van subsidie of uitkering van de Over heid, er zijn geen schouderklopjes, geen fanfares en zingende violen. Er zijn helemaal geen violen, dus ook geen strijkstokken, dus valt er ook niets aan te kleven. Maar er moet wel geld binnen blijven komen. Vroegop tenslotte: "Mag ik als u wat over de HALIN schrijft, een wens ken baar maken dat de Almachtige God mij nog vele, vele jaren gezondheid en kracht mag schenken om dit werk te kunnen blijven doen. En dat zij die nog familie in Indonesië hebben deze zelf willen ondersteunen opdat de HALIN meer geld kan besteden aan anderen." L.D. Charitatieve instellingen die hetzelfde werk als de HALIN doen op "eigen" kracht zijn: GIKI te Surabaya (Bruine Bus) Werkt in overleg met de HALIN. Mevr. Bierhuys en mevr. Soetjahjo. Charitatieve Fondsen Tjalie Robinson. Steunt financieel (Bruine Bus) het werk van GIKI en de HALIN, secr.-penning- meester W. Rosel - Giro 6685. H.O.O.S.S. Steunt voornamelijk Oud Steurtjes die eigenlijk onder dezelfde steun-catego- rie vallen als die van HALIN en GIKI. HOOSS verlicht hiermee dus het werk van de andere organisaties. Giro 3665339 t.n.v. HOOSS Dordrecht. NEFIS-personeel in Semarang, augustus 1948. 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1985 | | pagina 13