poirrié Afrikaander» bij Lembang Oorspronkelijk vestigden zich een twintigtal Afrikaanders in Lembang. Op twee na trokken zij weg, gingen terug naar Zuid-Afrika of vonden een werkkring elders op Java. De twee die bleven, waren Louis Hirschland en Willem Gerhard van Zijl Louis Hirschland is de vader van mijn vrouw, Nannie Lise Hirschland. Hirschland en Van Zijl begonnen opnieuw op Tjisarua (boven Tjimahi), waar zij van de Nederlands Indische Regering gronden ter beschikking kregen. Dit waren verwaarloosde koffietuinen en teneinde die voor landbouw geschikt te maken, moesten zij deze eerst voor eigen risico en rekening herontginnen, bomen kap pen, enz. Naast de landbouw hadden zij 5 inheemse koeien en het gebruik van een stier van het Gouvernement om daarmee een veeteeltbedrijf te beginnen. In Moesson van 1 november j.l. vroeg de heer C. de Jong inlich tingen over de Zuid-Afrikaanse boeren bij Lembang. Onder staand publiceren wij de gege vens die J. van Stijgeren, thans woonachtig in Seattle, U.S.A., aan de heer De Jong verstrekte. Dit compagnonschap van Louis Hirsch land en Willem van Zijl groeide uit tot het "Landbouw en Veeteeltbedrijf "Boerderij Generaal de Wet", Tjisarua, Tjimahi. Een unieke samenwerking, Hirschland, de organisator en financier en Van Zijl de dierenarts en veeken ner, die resulteerde in 40 jaren tot een veefok- en melkbedrijf, dat doorlopend zeshonderd stuks Noordhollands-Fries stamboekvee in de melk had, daar naast een ongeveer gelijk aantal vaar zen en nog niet produktief vee en een even groot aantal jonge stieren, die aan het Gouvernement verkocht wer den voor verbetering van de inheem se veestapel. Voor de fok werden ge regeld stamboek-stieren uit Nederland geïmporteerd, laatstelijk nog tien vol wassen stieren in 1938, dus vlak voor de tweede wereldoorlog. Deze kleine tweeduizend stuks vee waren perma nent ondergebracht in een vijftiental stallen, enkele, oudere, kleiner dan de nieuwere die tot 150 stuks vee onder brachten. Het melken geschiedde met de hand door een staf van een kleine honderd melkers en melksters, op het terrein inwonend. Een electrische installatie kon in geval van nood worden inge schakeld, doch het handmelken werd geprefereerd. Olifants-, alfalfa en an dere grassoorten werden in eigen tui nen (enkele honderden hectaren, deels in eigendom, deels in lange erfpacht) gekweekt en dagelijks gesneden en in de ruiven voor de stallen gebracht. In deze korte schets moet zeker mel ding worden gemaakt van de unieke samenwerking, die er bestond tussen de "Europese" eigenaren en de Indo nesische werkers. Zij stonden bij de bevolking bekend als "Tuan Boer". Zowel mijn vrouw's moeder, Mas Pia, aan kanker overleden toen mijn vrouw pas zeven jaar oud was, als haar zus ter Mas Nah, getrouwd met Willem van Zijl, hebben al die jaren heel hard gewerkt aan de opbouw van het be drijf. Indonesisch zijnde konden zij zich zowel in Nederlandse als in Indone sische kringen gemakkelijk bewegen en vormden een belangrijke schakel in het bedrijf en de bedrijfsvoering. Vermelden wij hier nog, dat in 1927 Hirschland en Van Zijl uit Zuid-Afrika lieten overkomen Willem van Zijls broer Christoffel, omdat zij waren be gonnen met een paardenfokkerij voor militair gebruik. Deze werd later op geheven en de afdeling met stallen werd toen gebruikt voor jongvee. Christoffel van Zijl overleed tijdens de oorlog, van zijn kinderen is een doch ter nog in leven en woont in Neder land. Willem van Zijl overleed in april 1940 en zijn deel in het beheer werd over genomen door Hirschland's zoon, Joop, die kort tevoren was afgestudeerd als dierenarts. Tijdens de jaren van de bezetting door de Japanse militairen werd het bedrijf nog zo goed en zo kwaad als dat mo gelijk was voortgezet. Het einde van het bedrijf als zodanig kwam tijdens de zogenaamde "bersiap"-periode, een gezags-vacuum doordat de Japanse strijdkrachten zich hadden terugge trokken in kampen en noch de Neder landse (of Nederlands-Indische) Rege ring, noch de provisorische Indone sische Regering hun gezag konden doen gelden. De gebieden buiten de grote steden (zelf niet geheel veilig) waren overgeleverd aan elementen van zeer gevarieerde samenstelling. Het vertrouwen, dat de Hirschlands hadden, dat zij na de Japanse bezet ting doorstaan te hebben, zich ook wel zouden kunnen handhaven onder de Indonesiërs, bleek niet opgewassen tegen de chaotische toestand. Het staat evenwel vast, dat elementen bui ten de Boerderij verantwoordelijk moeten worden gesteld voor het tra gische einde, waarbij zowel vader en zoon Hirschland, als wel de zoon van Christoffel van Zijl, Herzog, de dood vonden. Al het vee werd weggevoerd of geslacht. Vernielingen door brandstichting had ook nog plaats. Als enig erfgename van de landerijen en opstallen is nog gepoogd, na terugkeer van een mate van gezag, door mijn vrouw via ge machtigden in Indonesië een vorm van exploitatie te vinden. De toenmalige, sterk anti-Nederlandse Indonesische regering maakte dit echter onmogelijk. Mijn vrouw heeft thans geen belangen meer op Java. Onze kennis van de toestand op Tjisa rua op dit ogenblik is zeer summier. Wel is mij persoonlijk ter ore gekomen, dat de landerijen verkaveld zijn en dat op elk perceel een Indonesische boer zit met een klein aantal koeien. Naar ik aanneem afstammelingen van de koeien, die destijds "de kampong zijn ingejaagd". Men spreekt nog steeds van "Boerderij Generaal de Wet", vol gens deze bron. Deze berichten kwa men tot mij persoonlijk tijdens een Rotary bijeenkomst in Nieuw Zeeland, waarbij ik vertelde over mijn ervarin gen in Indonesië en de Boerderij. Mijn buurman zei toen tot mijn grote ver bazing: "daar ga ik morgen heen". Hij bleek een soort liaison te zijn tussen de Nieuw Zeelandse regering en de Indonesiërs. Het werk van de Afrikaanders Hirsch land en Van Zijl is dus blijkbaar niet geheel verloren gegaan zodat het vee, dat zij gefokt hebben, nog steeds voortleeft, zoals het tijdens hun leven was in de bekende "G.D.W." stieren. J. VAN STIJGEREN Beiden waren "Burgers van Trans vaal" en door de Nederlandse Re gering onderscheiden met de "Rid der Orde van Oranje-Nassau". "Zie je wel, als Boet zijn contact lenzen vergeet is Si Botak altijd de klos." 17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1985 | | pagina 17