DE HEROÏSCHE STRIJD OP BIAK
Guesthouse "TAMARA"
(Reactie op "Een stuk koraal in de Pacific Oceaan", Moesson no. 6)
De herovering van Biak heeft inder
daad vele jonge Amerikaanse levens
geëist. Evenals op elk eiland, waar
geen vluchtachterland was, zoals bij
voorbeeld in Hollandia, hebben de Ja
panners hard teruggevochten. Voeg
hierbij nog verkeerde sterkte- en kaart
gegevens van de vijand en de grote
verliezen zijn voor een groot gedeelte
verklaard. Binnen veertien dagen wa
ren de Amerikanen de helft van hun
invasietroepen kwijt aan doden en ge
wonden.
De landing zelf was vrijwel "unoppos
ed", op enkele aanvallen van een zes
tal Zero's na, die echter al gauw wer
den afgeschoten door het Amerikaanse
luchtdoelgeschut. Enkele in brand ge
schoten Zero's probeerden nog wel op
de Amerikaanse schepen neer te stor
ten (Kamikaze's), doch meer dan een
klein brandje, veroorzaakt door de
vliegtuigbrandstof van een nabij neer
stortend vliegtuig, hebben zij niet be
reikt.
Bij de landing werd weinig tegenvuur
ontvangen. Dit was ook vrij moeilijk,
omdat scheepsgeschut, bombardemen
ten door bommenwerpers, strafings
door jachtvliegtuigen, beschietingen
met honderden raketten, het zuidkust
gedeelte waar de landing zou plaats
vinden, zwaar hadden bestookt ("softe
ned up"). Hier kwam nog een gelukje
bij. Door de stroming voor de kust
gingen de landingstroepen niet op de
vastgestelde plaats aan land, doch
meer naar het Oosten, in de buurt
van Bosnik. Waren de Amerikanen ge
land bij het strandje, dat ter hoogte
van Mokmer lag, dan zouden de ver
liezen niet te overzien zijn geweest,
omdat zij dan binnen het bereik van
de zwaar kaliber kanonnen waren ge
weest, die de Japanners in de heuvels
hadden opgesteld.
Het waren het 162 en 186 regiment
van de 41 Inf. Divisie - welke divisie
ook de Hollandia-campagne had ver
richt - die de aanval tegen Biak inzet
ten. Na de hierboven beschreven be
schietingen en bombardementen, be
gonnen de daadwerkelijke landingen
tegen daglicht. Het was een indruk
wekkend gezicht; eerst die inslaande
bommen, de geluidstrillingen en lucht
verplaatsingen van de uitgeworpen
bommen, die honderden raketten en
dat dichtgeweven tapijt van lichtspoor
munitie. Bijna "feeëriek" te noemen,
hoe misplaatst dit woord op dat mo
ment en in die situatie ook was.
Vlak na de beschietingen gingen de
landingsvaartuigen landwaarts; het
leek een grote plas met zich op het
wateroppervlak voortbewegende wa
terspinnen.
Normaal was de aanvalssterkte van de
Amerikanen: twee Amerikanen tegen
20
één Japanner en de twee ingezette
Amerikaanse regimenten zouden dus
duiden op de aanwezigheid van één
Japans regiment op Biak. Er zat ech
ter een Japanse divisie, dus daar wa
ren de Amerikanen al in het nadeel.
Verder waren de kaarten onjuist. Deze
gaven aan dat de rotsen, die tot aan
de kustweg liepen, beklimbaar waren;
in werkelijkheid waren zij echter veel
te steil.
door W. P. G. DE VRIJER
Het Amerikaanse commando, te hap
pig om zo vlug mogelijk de vliegvel
den in het bezit te krijgen, wilde langs
de kustweg oprukken. De Japanners
lieten de eenheden van het 162 regi
ment het punt van de steile rotsen
passeren en sloten toen de weg naar
beide zijden met zeer zwaar vuur af.
Vele doden en gewonden werden op
het strandje achtergelaten en de rest
werd over zee naar het oosten ge
ëvacueerd. Toen de ijlings samenge
stelde reddingstroepen op gezichts
afstand van het strandje waren ge
komen, kon reeds worden waargeno
men dat dit volkomen leeg was. Later
hebben wij in de grotten vele Ameri
kaanse uitrustingsstukken gevonden.
Dit was een zwarte dag voor de Ame
rikanen. Het was dan ook onbegrij
pelijk dat Generaal Fuller zijn opmars
niet langs de weg door het binnenland
naar de vliegvelden had gekozen. Dit
zou ook geen sinecure zijn geweest,
zoals later bleek, maar de verliezen
waren aanzienlijk lager.
De grootste grotten noemden de Ame
rikanen East en West Cave. Het waren
kettinggrotten, die nu eens onder de
grond verdwenen, dan weer boven de
grond uitkwamen. Zo konden de Jap
pen vrijwel ongezien vanuit het bin
nenland naar de kust komen. Het wa
ren inderdaad fortificaties, die Gene
raal Fuller later de kop kostten.
Ik meen dat dit bij de East Cave ge
beurde. Jachtvliegtuigen hadden de
grot met napalm gebombardeerd. Het
geheel brandde als een fakkel en was
zo zwart geblakerd, dat de comman
dant dacht dat de crack Compagnie,
de grot zonder teveel gevaar zou kun
nen bestormen.
De compagnie werd echter ontvangen
door een bijzonder zwaar vuur en
moest terugtrekken. Tijdens de grote
vaart, die ik ontwikkelde, dacht ik aan
de KNIL-uitdrukking: "Met de kain
omhoog, van onderen gaan."
Bij een andere grot werden vele va
ten benzine uitgegoten en met TNT tot
ontbranding gebracht. De grot was
nog ellendig warm toen wij er tracht
ten binnen te gaan. Bij de ingang lag
een gewonde Japanner, die onder
vraagd werd door een Japans-Ameri
kaanse Nisé boy. Op de vraag wie er
nog meer in de grot waren, antwoord
de de gewonde: Mijn moeder. Na nog
verdere nutteloze ondervraging vroeg
de Amerikaanse commandant de Nisé
boys wat te doen. Doodschieten na
tuurlijk, was het advies en zonder
enige aarzeling schoot de Nisé boy zijn
ex-broeder dood. De Nisé boys, of
schoon aanvankelijk ten zeerste ge
wantrouwd en na de Japanse aanval
op Hawaii gevangen gezet, waren ui
terst betrouwbare en keiharde jongens.
Generaal Fuller kreeg van comman
dant l-corps een week de tijd om de
grotten te neutraliseren. Toen dat niet
lukte, werd hij vervangen door Gene
raal Doe. Vele jaren later, omstreeks
1955, las ik in de Saturday Evening
Post een stuk van de hand van Gene
raal Doe, waarin hij de Biak-invasie de
zwaarste campagne uit de Pacific
noemde, waar de grootste verliezen
waren geleden. Daarom spreken de
Amerikanen niet graag over Biak, maar
liever over Iwo Jima e.d. waar in ver
houding niet zulke zware verliezen
werden geleden.
Ja, de Amerikanen hebben op Biak
heroïsch gevochten, waarbij vooral
niet mag worden vergeten, dat het
dezelfde troepen waren, die nog geen
maand daarvoor de landingen en ge
vechten in Hollandia hadden doorge
maakt. En U kunt mij geloven als ik
zeg dat twee campagnes in één maand
je niet in je koude kleren gaan zitten.
Het uiterste werd van de Amerikanen
gevergd; zij hebben zich voor meer
dan 100% voor ons ingezet, met alle
gevolgen van dien en zij verdienen
geenszins de behandeling, welke zij
heden ten dage van vele Nederlanders
ondervinden.
Jalan Wira Angun-Angun No. 46 in Bandung, gelegen in het centrum
van de stad (achter taxi-ond. 4848) heeft 8 moderne twee persoons
kamers met privé gemakken. Transport aanwezig voor tours over Java
en Bali. Eigenaar Rudy G. Noya.
Inlichtingen Mevr. Tamara Noya, Vlierstraat 460, 7544 GM Enschede
telefoon 053 - 76 16 45.