Over de P.I.G.L. en de Eerste Vrouwelijke Dominee De nasi-koening-maaltijd is genoten, de afwasploeg doet achter gesloten deuren haar werk en de plaatsen in de zaal zijn grotendeels weer ingenomen. Het middagprogramma vangt aan met het optreden van een bariton die enkele ever greens ten gehore zal brengen, begeleid door piano. Een microfoon heeft hij niet nodig en dat is wel zo gelukkig want als zo vaak zijn ook de luidsprekers hier geschikt voor ondersteuning van een aanval der Cavalerie. De bariton zingt een Russische ballade, "Far Away Places" (with strange sounding names") en "Till We Meet Again" en vooral dit lied krijgt letterlijk en spontaan de instemming van de vrouwelijke koorleden en eerlijk is eerlijk: zij doen niet onder voor het inmiddels beroemd geworden koor Terpsichorè. Enkele met een glas water binnenschuifelende dames worden met een luid "sssttt" tot nog meer onhoorbaarheid ge maand. Applaus, bloemen en de voorzitter kijkt achter het doek om er zeker van te zijn dat hij het volgende program ma-onderdeel "Muziek uit warme streken" kan aankondigen. Inderdaad blijkt dat mogelijk te zijn, het gordijn gaat lang zaam open en de eerste krontjong-klanken van het orkestjevullen timide de zaal. In de keuken worden de glazen stoop klaar gemaakt voor de korte pauze na dit optreden. De zaal is lang en smal. Het gordijn voor het enige raam achter is gesloten. Een stukadoor, schilder en timmerman zouden mooi werk kunnen doen, maar waarom kijken naar scheuren in de muur en gebarsten houtwerk. Dat doen de vaste bezoekers ook niet. Die kij ken naar vóór, naar het podium, waar de muziek vandaan komt. Hun hoof den zijn grijs, mannen zijn ver in de minderheid en buiten is het guur re genweer. Maar het is goed zo en waarom zou je wat goed is moeten verbeteren? Het is zondagmiddag, bijna half drie in Huize Modjo aan de Haagse Stad houderslaan: de basis van de Stich ting Protestants Indisch Geestelijk Le ven, die vandaag haar najaars con tactdag houdt. Er zijn zo'n 90 aanwe zigen en de zaal is vol. Het begin De repatriëring van Indische Neder landers maakte van Den Haag defini tief de meest Indische stad van Ne derland, dat is bekend. Men zocht en vond zijn weg, maar op kerkelijk ge bied misten velen de saamhorigheid die men in de kerken in Indië als van zelfsprekend had ervaren. Die behoef te aan geestelijk contact werd goed aangevoeld door de Indische predikant ds. G. van Haasen, die samenkomsten organiseerde speciaal voor Indische Nederlanders. Dat was in 1946 aan de Van Beuningenstraat 50. Steeds meer belastte hij zich met het geestelijk werk onder repatrianten en daarbij werd hij terzijde gestaan door zijn vrouw, die in 1947 een Dames kring formeerde. Het werk groeide, zoals dat heet, en op 7 maart 1952 werd op initiatief van ds. Van Haasen de Stichting P.I.G.L. opgericht met als doelstelling de behartiging van de geestelijke en stoffelijke belangen van de protestantse Nederlanders uit In donesië. De Nederlandse Hervormde Kerk vreesde echter dat de "Gemeen te" van ds. Van Haasen de secta- rische weg op zou gaan en overleg leidde ertoe dat ds. Van Houten werd beroepen als predikant in Den Haag en werd belast met de pastorale ver- 8 De P.I.G.L. luisterend naar muziek in een eigen, vertrouwde omgeving. zorging van protestantse Indische Ne derlanders. De "Indische Gemeente" werd de Nederlandse Hervormde Kerk binnengeleid en tijdens zijn ambts periode voltrok zich het proces van integratie van de aan zijn zorgen toe vertrouwde groep in de wijkgemeenten van de Haagse regio. Het klaarzetten van de bekers stroop. Eigen identiteit Maar ondanks de integratie bleef de stichting P.I.G.L. een eigen identiteit houden en de P.I.G.L.-groep bleef groeien, waardoor behoefte ontstond aan een eigen en groter onderkomen. Dat werd uiteindelijk in 1955 gevon den met de aankoop van Huize Modjo (de vroegere Indische eigenaar had deze naam aan het huis gegeven). Geestelijk en sociaal contact tussen protestantse Indische Nederlanders: dat was en is nog steeds de P.I.G.L. De drijvende krachten van de organi satie zijn nog (altijd) de vrouwen. Niet alleen omdat zij in de meerderheid zijn, maar vooral ook omdat zij vanaf het begin daadwerkelijk de doelstelling

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1985 | | pagina 8