INDIE WAS MEER DAN OORLOG
Comité Eerherstel
18 MEI 1986
MOESSONS
MUSICAL MEMORIES
Wat verwacht mocht worden, is op 17 december 1985 geschied: dr. Lou de Jong
heeft officieel bevestigd dat Indië zwaar geleden heeft onder de Japanse bezet
ting. Nederlanders en Indische Nederlanders in Indië hebben vergeleken bij
Nederlanders in Nederland zelfs zwaarder geleden. De Indische gemeenschap
wist dit al en zover de Nederlandse samenleving aan een en ander nog twijfelde,
dan kregen zij op genoemde datum, toen deel 11 B van de serie "Het Koninkrijk
der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog" verscheen, alle zekerheid.
"Erkenning" kan men nu roepen, "eindelijk erkenning" en niet ondenkbaar is dat
sommigen dr. De Jong eeuwig dankbaar zullen zijn dat hij het Indische oorlogs
gebeuren en oorlogsleed in officiële geschiedschrijving aan den volke bekend
heeft gemaakt. Niemand kan er meer met goed fatsoen omheen want niet Piet
Jansen heeft gesproken maar dr. Lou de Jong himself. Tot gevolg heeft dit onder
meer dat het vanaf 17 december 1985 dus afgelopen is met het verwijt dat
Nederland geen donder weet van de Indische oorlog en dat nooit erkend is ge
worden dat (Indische) Nederlanders daar geleden hebben voor het rood-wit-
blauw. Wat dat betreft zal het in Indische kringen dus rustiger moeten worden.
Tot gevolg heeft het tot boekvorm gecomprimeerde leed ook dat de gedachte
ontstaat om alle eerdere zonden van Lou de Jong te vergeven, onder andere
ook zijn in deel 11 A neergelegde visie op de koloniale samenleving en het ko
loniale staatsbestel. Je moet namelijk nooit het onderste uit de kan willen: én
erkenning van oorlogsleed én erkenning dat (Indische) Nederlanders geen fas
cisten waren die het land uitzogen en de Indonesiërs onderdrukten. Immers,
houdt erkenning van leed niet in dat je ook kassian moet hebben met de be
trokkenen en hoe kun je kassian hebben met iemand die op zijn minst een
rotzak was
Deze gedachte kèn een gevolg zijn van 11 B. Kan, maar is het niet. Deel 11 A
is namelijk deel 11 A en 11 B is 11 B en naar aanleiding van 11 A is een proces
begonnen, dat is bekend. Het mag en kan niet mogelijk zijn dat oorlog en erkend
oorlogsleed tot gevolg heeft dat M E N (inclusief Indische Nederlanders) vergeet
dat er voor de oorlog ook een Indië bestond, allang en dat dat Indië meer dan
waard is om eerlijk beschreven en beoordeeld te worden en dat het niet op
geofferd mag worden ten behoeve van erkenning van oorlogsleed. Gebeurt dat
wel, dan heeft die erkenning namelijk geen enkele waarde.
RALPH BOEKHOLT
Pleidooien
Zoals bekend, zullen in het proces van
het Comité Geschiedkundig Eerherstel
Nederlands-lndië tegen de Staat der
Nederlanden inzake deel 11a van dr.
De Jong pleidooien worden gehouden
en wel op woensdag 5 maart a.s. Een
en ander zal plaatsvinden voor de
Haagse rechtbank en naar verwachting
zal veertien dagen later vonnis worden
gewezen. Dit laatste betekent dat dan
bekend zal worden of de rechtbank de
eis van het comité toe zal wijzen (en
dat er dus door 3 deskundigen een
nieuw deel 11A geschreven moet wor
den) of af zal wijzen en het hangt dan
maar van de overwegingen van de
rechtbank af, hoe groot en hoe zwaar
het verlies van het comité zal zijn.
Thans is het niet opportuun om te spe
culeren over de mogelijke overwegin
gen die tot een afwijzing van de eis
zouden kunnen leiden. Immers, het
comité is, in tegenstelling tot hetgeen
in enkele kranteartikelen is gesug
gereerd, nog steeds optimistisch en
meer dan dat: de middelen die in de
dagvaarding ter ondersteuning van de
eis zijn genoemd, worden steeds ster
ker onderbouwd. Overigens kan de
rechtbank ook een tussenvonnis wij
zen. Dat wil zeggen dat er dan nog
geen definitieve uitspraak wordt ge
daan, maar dat er eerst een nader
onderzoek wordt gelast. Het proces
wordt dan verlengd.
Boek
Hoe het definitieve vonnis ook zal lui
den, vast staat dat spoedig na de af
loop van het proces een boek zal
worden uitgegeven, waarin het proces
uitvoerig zal worden beschreven. In
dat boek zullen ook de houding en
reacties van de pers worden opge
nomen, alsmede die van politici en
wetenschapsmensen. Ook het vonnis
van de rechtbank zal integraal worden
opgenomen.
Met dit boek beoogt het comité een
blijvende vastlegging te geven van de
juridische strijd van Indische Neder
landers voor eerlijke geschiedschrij
ving over Nederlands-lndië.
Pers
Mede naar aanleiding van de recente
verschijning van deel 11B van de serie
"Het Koninkrijk der Nederlanden in de
Tweede Wereldoorlog" heeft de pers
nieuwe aandacht besteed aan het pro
ces. Met name het weekblad De Tijd
van 13 december j.l. en in de N.R.C.
van 17 december j.l. verschenen in
teressante bijdragen.
Opvallend m.b.t. de pers en media is
overigens het zich Oost-Indisch doof
stom houden van radio en televisie en
van een dagblad als De Telegraaf. Na
tuurlijk is niets en niemand verplicht
te berichten over het proces, maar het
zou tenminste van journalistieke ob
jectiviteit getuigen om melding te ma
ken van het bestaan van het proces.
De redenen van dat stilzwijgen laten
zich slechts vermoeden. Maar gelukkig
dat voor een eerlijke procesvoering
niemand in dit land afhankelijk is van
de welwillendheid van redacties.
Wie zich ook slapende houden, zijn de
fracties in de Tweede Kamer, onze
volksvertegenwoordigers. Op twee
verzoeken van het comité om hun
reacties te mogen vernemen op de
toegezegde informatie m.b.t. het pro
ces heeft alleen de C.D.A. fractie een
ontvangstbevestiging gestuurd. Van
de overige politici taal nog teken.
Maakt voor het proces verder niets
uit, maar opvallen doet het wel.
Financiën
En dan de financiën. Een krant sugge
reerde dat er nu al sprake zou zijn van
een financieel fiasco voor het comité,
maar niets is minder waar behalve dan
de stelling van dr. De Jong dat menig
een in Indië fascist was. Financieel
heeft het comité alles op een rijtje en
onder controle. Het proces is finan
cieel honderd procent gedekt. Echter,
dat mag niemand ontslaan van de mo
rele plicht om naar vermogen bij te
dragen in de kosten. De een kan
5 gulden missen, een ander 25,
Sommigen kunnen zelfs veel meer ge
ven. Wanneer iedereen die eerlijke
geschiedschrijving nastreeft en die
niet wil dat het land van herkomst
wordt besmeurd het zijne of hare bij
draagt, dan kunnen wij met recht zeg
gen dat wij allen wat gedaan hebben.
Het gironummer luidt 50 18 169 en het
staat ten name van Comité Eerherstel
te Den Haag.
Een MUZIKAAL EVENEMENT ter
gelegenheid van het 30-JARIG
JUBILEUM van MOESSON.
Congresgebouw, DEN HAAG
3