Opzet van bestuur ORIENT TRAVEL B.V. LAATSTE LUISTER (IV) door Victoria Kaulbach en Dr. J. J. C. H. van Waardenburg Aardeman moest nu een keuze doen. Alleen diegenen die van vroeger een goed getuigschrift konden overleggen, werden uit de massa geschift. De rest kon hij niet helpen en schoorvoetend en diep teleurgesteld ging men weer de hort op. Al spoedig bleven acht mensen over. "Gaan jullie maar eerst naar huis", zei Aardeman. "En meld je morgenochtend vroeg om vijf uur met je kleren hier." "Naar huis, toean? vroeg er één. Wij hebben geen huis meer. Wij komen uit de oedik (achterland)." "Jullie moeten toch jullie barang halen, kleren en zo?" "Dit is alles wat wij bezitten." En hij wees op zijn schamele broek en gescheurd baadje en vervolgde: "Wij slapen buiten ergens op het veld of onder de asem- bomen." Aardeman bekeek de acht uitverkorenen eens nader. Het stelletje was inderdaad bar armoedig gekleed. "Ik kan jullie vandaag geen onderdak verlenen, maar zorg er maar voor morgen om een uur of 6 hier present te zijn." De volgende dag reed Aardeman met het armzalige stel per vrachtauto naar Priok om per Catalina naar Tandjoeng Pinang te worden overgevlogen. De bedienden hadden een lot uit de loterij getrokken. Rijst en behuizing en Straits Dollars. Die laatsten waren goud waard. Papieren geld, weliswaar, maar niet om voor de doden te verbranden, echt geld Dat hadden zij in geen maanden gezien. Voor zijn vertrek uit Batavia, ontving Aardeman nog een rekening van Siau Ban Kie, luidende: Hr. Resident Voor aan U Edele geleverd: 4 baboes 2 djongossen 2 kokki's 8 stuks a 2,50 per stuk 20, Voor de ontvangst: w.g. Siau Ban Keel 10 augustus 1946. Het leek wel alsof hij een paar stuks vee had gekocht Met hetzelfde fatalisme als van Aar deman klommen de acht bedienden, die nog nooit in de buurt van een Ca talina waren geweest, het op zee drij vende monster in, dat hun bij het op stijgen een laaiende angst bezorgde. Eind goed al goed Ze kwamen veilig aan en de burgerij van Tandjoeng Pinang nam die bedienden dankbaar in dienst. Van beide zijden was men tevreden gesteld. Wederopbouw en normaal bestuur Het normale bestuurswerk werd weer ter hand genomen. Grote zorg baarde de clandestiene houtaankap op de panglongs (hout-aankap). Daar werk ten veel ongeregistreerde Chinezen, die uit China waren gevlucht en bij hun landgenoten onderdak hadden ge vonden. Bij de nadering van de politie vluchtten zij de uitgestrekte moeras sen in en waren ongrijpbaar. Die Chi nezen wisten, dat als zij zouden wor den opgepakt, zij naar hun land zou den worden uitgewezen, waar de dood straf hun wachtte wegens desertie uit het leger. De Opperhoutvester en het Bestuur hadden hier de handen vol aan. De Eerst Aanwezend Waterstaats In genieur had de zorg voor het onder houd en het herstel van de wegen, herstel en nieuwbouw van woningen, rehabilitatie van de ijs- en electriciteits- fabriek, die aan mevr. Younge-Florijn toebehoorde. De fabriek verkeerde in een dusdanige staat van verval, dat de E.W.W. Ingenieur te Batavia met het Departement Verkeer Waterstaat et telijke besprekingen moest voeren om goedkeuring te verkrijgen voor een lening van honderd duizend Straits Dollars. Die werden Mevr. Younge uit eindelijk verstrekt tegen een lage ren te, omdat daarmee het algemeen be lang was gediend. Na het vertrek van de militaire arts Dr. Bryan, werd de Medische Dienst op poten gezet door een arts, die (na besprekingen met het Departement te Batavia) uit Nederland moest komen, wegens gebrek aan artsen in Indië. De inrichting van het hospitaal, het samenstellen van een staf van perso neel en de verspreiding over enige centra op de eilanden, gaf die arts na aankomst uit Holland veel werk. Ge lukkig werd de verbinding van die pos ten veilig gesteld door een zestal Hig- ginsboten, die aan Aardeman succes sievelijk ter beschikking werden ge steld. Alleen de Eilandengroepen Anambas en Natoena vormden hierop een uitzondering. Deze eilanden kon den slechts in de maanden april en september door Enggano en Djember worden bezocht in de periode tussen de moessons, omdat alleen dan de Zuid Chinese zee vrij rustig was. De distributie van de rijst over de vele eilanden vormde een hoofdstuk apart. Deze was in handen van enige Chine zen, die met hun jonken de rijst zelfs naar de kleinste eilandjes brachten. Dat was erg duur. Elk vervoer werd door het gouvernement apart betaald. Op een goede dag kwam het Hoofd van de rijstdistributie binnen bij Aar deman: met een eenvoudige bereke ning die aantoonde dat als de distri butie in eigen hand werd genomen, het Gouvernement er per maand zo'n duizend Straits Dollars op zou over houden. Om dit plan uit te voeren, was een boot nodig, maar als Aardeman dit plan zou voorleggen aan Batavia, zou het wellicht maanden duren alvo rens men tot een beslissing zou komen. Hij nam dan ook alle risico's en kocht een zeewaardige boot aan in Singa pore, de Lipoer. Bij de begroting van het distributiebedrijf was rekening ge houden met de afschrijving van dit schip in vijf jaar en met het salaris van het personeel, een djoeragan en zes matrozen. De aankoop van deze boot leverde Resident Aardeman het eerste katje op van het Departement B.B. Het De partement van Scheepvaart merkte namelijk na ongeveer één jaar, dat er een vaartuig onder Nederlandse vlag voer, waarvan het bestaan in Batavia totaal onbekend was Theoretisch was dat natuurlijk onjuist. (ANVR) RETOUR BANGKOK VOOR SLECHTS f 1.495,— UüfJJ RETOUR JAKARTA f 1.795,— >Mf/ GARANTIEFONDS REISGELDEN plus BANGKOK, SINGAPORE, SUMATRA, JAVA retour f 2.445,— AUSTRALIË met stop JAKARTA retour f 2.800,-1 I Rokin 52 - AMSTERDAM - Tel. 020-24 25 38 Laan van Meerdervoort 291 - DEN HAAG Tel. 070 - 63 83 67 Singel 486 - 1017 AW AMSTERDAM Tel. 020 - 23 74 84 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1986 | | pagina 8