Het mysterie van het spookhuis op de hoek van Reiniersz- Boulevard en Kedong-Anjar te Soerabaja (slot] Het drama van de moord en zelfmoord in Soerabaja Met de dood van mijn overgrootvader (Nicolaas Wilhelm) en mijn Inlandse over grootmoeder moet het mis zijn gegaan met het landhuis en landgoed, dat eens was gesticht door de gouverneur. De drie zonen waren toen al bijna volwassen, hadden eigen ideeën voor de toekomst en zullen het onroerend goed als een last hebben ervaren. Dus werd het verkocht, de opbrengst verdeeld en een niet onbemiddeld leven kon beginnen. Het ontbrak hen aan niets. De tantes droegen kleding naar de nieuwste mode en behingen zich met goud en diamanten sie raden. Ook mijn ooms lieten zich niet onbetuigd. Na voor een dak boven hun hoofd gezorgd te hebben en zich van de nodige jachtgeweren te hebben voor zien, hadden zij een onbezorgd leven. Of zij allen zó gelukkig waren als zij voorgaven, weet ik niet. Oom Frederik had de gewoonte om de weekenden te benutten om zijn jagerslusten te bevredigen. Van deze gelegenheid maakte één zijner vrienden gebruik om tijdens zijn afwezigheid Tante Bieke, oom Frederiks vrouw, in het geheim op te zoeken. De avances duurden ongemerkt voort, echter niet voor de huisbedienden die reeds lang begrepen wat er gaande was en met het lot van hun meester waren begaan. Oom Frederik was een fijne man, eerlijk en oprecht, goedlachs en hield heel veel van Tante Bieke. De huisjongen, die oom Frederik graag mocht, wilde hem voor verder onheil behoeden. Daarom werd oom Frederik door zijn djongos hierover ingelicht. Hoewel oom Frederik door dit ontstel lend bericht zeer bedroefd was, hield hij zich goed, bleef even vrolijk en lief voor zijn beminnelijke vrouwtje. Ook naar buiten bleef hij zoals hij was. Niemand, ook de familie niet, was zich bewust van zijn groot verdriet. En zo gingen wederom enige weken of maan den voorbij. Zijn besluit echter, achter hun beider leven een punt te zetten, stond vast. Heimelijk werd met de vriendelijke djongos een afspraak gemaakt, Oom Fred, onmiddellijk te waarschuwen, als die z.g. vriend bij Tante Bieke op be zoek was. Op een zaterdag, zijn ja gersdag, zal ik maar zeggen, pakte hij zijn Mauser-jachtgeweer, groette en kuste teder tante Bieke: "tot zondag middag liefje" Dit werd het begin van het einde van de familie van Middel koop aan de Willemstraat te Soera baja. Maar oom Fred, vertrok niet echt, maar wachtte geduldig op het station Pasar Toerie, waar hij enige treinen liet passeren. Nadat de getrouwe huis jongen zijn woord, al fluisterend aan oom Fred, op het station had gedaan, togen beiden snel huiswaarts. Thuis gekomen vond oom Fred, zijn slaap kamer op slot. Hij schoot onmiddellijk het slot stuk en stond vis a vis plots tegenover zijn naakte echtgenote, tante Bieke. Nog net op tijd sprong die z.g. vriend, ook in Adams-costuum, uit het raam en vluchtte. Na enkele gerichte schoten was tante Bieke er niet meer. Zij moest onmid dellijk dood zijn geweest. Daarna schreef oom Frederik met krijt een afscheidsbrief aan zijn ouders op de cementen vloer en vroeg om vergiffe nis voor zijn daad. door F. J. A. van Middelkoop "Het is beter zo, lieve ouders," schreef hij. "Begraaf ons in één graf, dan blijven wij voor eeuwig samen" ein digde hij zijn laatste groet op de vloer. Daarna schoot hij zichzelf door het hoofd. Het werd een indrukwekkende begrafenis. Alle van Middelkoops wa ren hierbij aanwezig, ook mijn vader en moeder. Beiden werden in de graf tombe van de Gouverneur te Koepang, op de heuvel Goenoeng Sari bijgezet. Zie hier, alweer een reden voor de spookverhalen om en nabij het huis Opschrift van de grafzerk van J. A. van Middelkoop (de Gouverneur), zijn tweede echtgenote en zoon. De graven van de familie Middelkoop op de heuvel achter het spookhuis. en gewezen landgoed van de Gouver neur der Molukken, op de hoek van Reiniersz-Boulevard en de Kedong- Anjar. Na mijn diensttijd ben ik een paar malen op het landgoed geweest. De djaga kwam mij tegemoet en vroeg nieuwsgierig wie ik was, en wat ik hier kwam doen. Ik antwoordde hem dat ik familie was van de mensen, die hier begraven lagen en dat dit huis en land eens toebehoorde aan mijn voorvaderen. Nadat hij gerustgesteld was dat ik verder geen kwaads in de zin had, trok hij zich terug en kon ik rustig mijn tocht verder voortzetten. In gedachten verzonken liep ik tussen bomen en heesters op paden om zoomd door grasperken. Hier en daar groeiden wat rode en gele Kanna's in het wilde weg. Een vreemde en mys- terieuse sfeer hing er hier rondom. Ik realiseerde me dat ik hier liep op de grond waar eens de Gouverneur J. A. van Middelkoop en zijn tweede echtgenote hadden gelopen en mijn overgrootvader als kind rond liep te dartelen of weieens zin had met de kebon te spelen, terwijl hij bezig was zijn werk te doen. Gek, dacht ik, ik was net zo I Ik waande mij te leven in het begin van de 19e eeuw Toen ik nog kleuter was en op Pema- lang naar school ging, was de kebon van mijn dierbare ouders ook mijn beste vriend, mijn raadsman en toe verlaat. Als mijn ouders mij zochten en riepen, was het de kebon, die mij voor een reprimande behoedde, en mij wegjoeg. Dat gevoel kreeg ik, terwijl ik in de tuin van het landgoed wat rondslenterde, ook. Vreemd dacht ik, hoe zou het komen? Een stille en vredige rust overviel me. Ik vroeg me af, hoe kan het hier toch spoken Een deur, die uitkwam in de achtertuin, ging ik binnen. Alhoewel het klaarlich te dag was, voelde het binnenshuis wat killig aan. Het was omstreeks het middaguur te Soerabaja, een graad of 31 dus. Na een paar stappen gedaan te hebben moest ik even stil staan om aan de duisternis te wennen. Het was binnen erg rommelig. Gelukkig ston den enige ramen open, zodat ik in het schemerdonker nog wat kon onder scheiden. Stapvoets ging ik verder, -* Hier Rjwrèv «tÏHaBwSUSCBORicy fjjj, j A V \v MIDDELKOOP iy Lfivtr» Rwtrdkr Mai.VftSniefoaxar* v r.i'ROBEY te LeYDBV fHKRi.EjjikY tr, Soep,\bi vt Of' OIY i'i" 0! TDBJTS 1822 0 OS. iJKHSH'M 43 j■tRH\ W8T5SÏM. F,' ïfTi'KYfWTK IpTH.YMYY Beh,o\ |ü|kOOK III MtYffiVTK ZOOM DE HkKR tt w MiDOfU.Koyp geuo!u;\ te S.m.wu\r, |0p öky 2.Hf- September mo.v IfOVEJIbKB&V TE SOKH.Aim w:\ 2 U ci sti s mi iv m;v oiinEittwm VVV S9 J IRCV -f' 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1986 | | pagina 12