EEN EMIGRANT IN ZUID-CALIFORNIE (I) Het uitzicht vanuit onze voortuin, met links op de achtergrond Mt. Baldy met witte kap. De planten midden rechts zijn pineapple guava, geheel links een pruim soort (Prunus Atropurpurea) met bloemen. Deze plant heeft paarse bladeren en rose bloemen in maart. Opeens beseffen we de grote vormende kracht van het verleden want alleen leven met een bewuste herinnering is wijsgerig leven. We be seffen ook, dat wat we opbouwen niet de toekomst is, maar het Verleden T.R. 1960 Maart 1958 zag ik voor het eerst van mijn leven de haven van Rotterdam... plus sneeuw, maar niets leek nieuw of vreemd. In mijn gedachte zag ik de hele geographie van Nederland voor mij, bakboord Zd. Holland en stuur boord Zeeland; verderop Dordrecht enz. enz. (dank zij mijn leraren op het Lyceum, de heren Nash en Suyder- houd). In augustus 1960 stond ik met mijn vrouw op dezelfde haven met bestemming Californië (via New York). Na wat lokale omzwervingen - het schijnt dat hier in Californië niemand verhuizen ontloopt - wonen wij nu in een plaats die Upland heet (inwoners ong. 40.000). Deze plaats ligt ongeveer 60 km ten oosten van Los Angeles, aan de voet van Mount Baldy (geo grafisch, Mount San Antonio). Een kale (daar vandaan Baldy) bergtop van on geveer 3500 m hoog, die een gedeel te is van een kustgebergte dat zich van oost naar west uitstrekt (zie foto). Dit gedeelte van Zuid Californië kan erg koud zijn in de winter en erg warm in de zomer. Lilian vroeg in een van de Moessons om inzendingen van mensen die naar het buitenland waren gegaan. Hieraan geef ik gehoor. Het doel is mijn er varingen en ondervindingen aan an dere Indo's (ex-lndië gangers) te ver halen. Misschien hebben zij er wat aan. door J. N. A. van Balgooy Laat uw bril niet van de neus vallen, maar laat mij beginnen met mijn fa milie en mijzelf te introduceren voor dat ik verder ga - dat is een pure Amerikaanse gewoonte - dan weet je wat je in de kuip hebt. Mijn vrouw en ik zijn beiden in Indonesië (Java) geboren. Na de tweede wereld oorlog hebben wij in Bandung ge woond. Wij hebben een zoon, in Cali fornië geboren. Ik werk in een parti culier onderzoek instelling (Research Institute). Beslist niet te vergelijken met TNO, want de helft van de kosten wordt gedragen door particulieren (philantropen), de andere helft komt van de regering. Op de vraag; "Waarom ben je ge- emigreerd?" is het enige antwoord: "Ik was zat van kruideniers politiek en 't vreemdeling spelen." Ik had niets toen ik in Nederland aankwam behal ve wat salaris dat de Nederlandse regering mij schuldig was. Mijn school papieren en mijn ervaring van ten zuiden van de evenaar werden van nul en gener waarde verklaard. Overal waar ik kwam werd mij verteld dat ik van onderaan moest beginnen. Nadat mijn vader overleed (zie Tong-Tong, 15 januari 1960, no. 13), leek het of Nederland mij geen vooruitzichten meer bood en vreemder werd. On danks dat ik een vrij goede positie had, had ik het gevoel alsof ik om ringd was door Marsmannetjes. Bij mijzelf dacht ik, "Als ik toch de vreem deling moet uithangen kan ik dat net zo goed in een echt vreemd land doen". Mijn voornaamste interessen zijn: Planten (kebon spelen), tennissen, fotografie, jagen, vissen en mijn werk (dat is geen grap, mijn werk is mijn speelplaats). Aangezien er onder de lezers nogal veel interesse schijnt te zijn in planten en bloemen - vooral tropische planten - zal ik met dat on derwerp beginnen. Planten en Tuinieren Zodra ik hier mijn eigen tuin had, begon ik natuurlijk direkt planten in de grond te steken. Liefst die welke semi- tropisch waren en die ik in Indonesië ook wel eens had gezien. Zoals Kacapiring (gardenia) en bataten (muntul, ubi rambat). De reden dat ik nooit zulke planten als nangka, mang- Op de achtergrond v.l.n.r.: Pineapple guava, Strawberry guava (rode vruchten), Hawaii guava. Vooraan: links Ugni (gele vruchten), rechts Bogor guava (jambu keiutuk). 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1986 | | pagina 6