NEDERLANDS-INDIË Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog BOEKBESPREKING DEEL 11B - PROF. DR. L. DE JONG (I) door Dr. R. de Bruin Wie de twee banden van deel 11B van dr. De Jong's hand doorneemt, krijgt on gewild een gevoel van machteloosheid om daar een zinnige bespreking aan te wijden. Toch is het zeker nodig dit boek, dat over de Japanse bezetting van Nederlands-lndië gaat, in een Indisch tijdschrift zo grondig mogelijk te bespreken. Daarom waag ik deze poging. U zult echter wel enig geduld moeten oefenen, want ik stel me voor deze bespreking over vier afleveringen te verdelen. Niet om de spanning erin te houden, maar omdat die oorlog in de Pacific en die Japanse bezetting van Nederlands-lndië de Indische gemeenschap in ons land en zeker de lezers van Moesson zo diep raken. Achtereenvolgens zal ik behandelen: de vrije samenleving (hoofdstukken 3, 5, 6, 7, 10); het kampleven (hoofdstukken 5, 6, 8, 9); het Indonesisch nationalisme (hoofdstukken 3, 4, 5, 7, 11). MISBRUIK Op 17 december 1985 verscheen deel 11B van de serie "Het Ko ninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog" geschre ven door dr. L. de Jong. De be spreking van dit deel door dr. R. de Bruin zal in 4 afleveringen in Moesson worden gepubli ceerd. Oorspronkelijk lag het in de be doeling dat de onlangs helaas overleden heer Th. A. van Leeu wen deel 11B voor Moesson zou bespreken. Deel 11A had hij ook voor ons gerecenseerd en in die recensie liet hij er geen twijfel over bestaan dat het oude Indië, zoals dat was, in de beschrijving van dr. De Jong niet werd terug gevonden en dat men andere boeken moest lezen indien men meer wilde weten over het leven en werken in Indië. Wat lezen wij echter op de affiche van De Staatsuitgeverij, dat de verkoop van deel 11B moet stimuleren? Onder meer dit: "Dr. De Jong heeft met zijn deel 11A een fel bewogen stuk geschiedenis van het Konin krijk reliëf, gestalte en profiel gegeven; hij deed dit op de hem eigen wijze, wetenschap pelijk en artistiek verant woord." "Moesson, Onafhankelijk Indisch Tijdschrift d.d. 1-2-1985" Deze regels zijn dus geplukt uit de bespreking van deel 11A door de heer Van Leeuwen in Moes son om aan te tonen hoe goed en mooi ook de schrijvende pers deel 11A heeft gevonden. Dit citaat echter geeft het oor deel van de recensent over deel 11A onvolledig en dus onjuist weer en met deze vaststelling had de heer Van Leeuwen zijn bespreking van deel 11B willen beginnen. Bij deze doen wij dat voor hem en daaraan voegen wij toe dat het eigenlijk van verre gaande arrogantie getuigt om een citaat te misbruiken voor reclame-activiteiten terwijl men verdraaid goed weet dat de re dactie van het betreffende tijd schrift mede-eiser is in het pro ces tegen De Staat inzake deel 11A. Hoogmoed komt ooit voor de val zullen we maar denken. Redactie Uit de opsomming van te behandelen hoofdstukken ziet U hoe vele zaken in elkaar grijpen, en tegelijk hoe geïso leerd Indië lag ten opzichte van het werkelijke strijdtoneel. Dit oorlogsge beuren, dat door dr. de Jong in de eerste twee hoofdstukken beschreven is, valt daarom buiten het kader van mijn bespreking. Uiteraard waren er gebieden in de archipel, die veel te lijden hadden van geallieerde acties (de Molukken, Tarakan, Balikpapan). In deze eerste aflevering waag ik een poging een algemeen karakteristiek te geven van het boek. Een nogal hache lijke onderneming, omdat ik de lezer moet wakker schudden uit de roes van het leesplezier, dat de auteur hem biedt door diens haast onnavolgbare verteltrant, hem meeslepend in de (her)beleving van die tijd. Dr. de Jong heeft namelijk met veel sympathie en begrip de noden van bezet Indië be naderd en beschreven. Het feitenma teriaal dat door hem is aangedragen, is omvangrijk. De informatie die hij de lezer daarmee verschaft, is veelzijdig van aard. Helaas moet ik daarbij constateren, dat in dat materiaal nogal wat onjuist heden zijn geslopen. Het is ondoenlijk om die in dit bestek op te sommen. Het lijkt mij het beste U te adviseren naast De Jong's boek "Nederlands- lndië onder Japanse bezetting 1942- 1945" te raadplegen. Dit boekwerk werd samengesteld onder redactie van prof. dr. I. J. Brugmans en is een uitgave van Wever te Franeker. In dit laatstgenoemde werk zijn de data en de verdere gegevens destijds nauw keurig geverifieerd. Zij kunnen als juist worden aangenomen. In de ge vallen waar dr. de Jong daarvan af wijkt, adviseer ik U Brugmans te vol gen. Deze opmerking geldt ook de organi saties, die door de Japanse bezetter werden gevormd of op instigatie daar van. Vooral in dit opzicht is dr. de Jong slachtoffer geworden van de Japanse oorlogspropaganda. Daarin staat hij niet alleen. Vele auteurs zijn hem daarin voorgegaan en velen zul len hem nog volgen, dunkt me. Steeds weer hebben de Japanners het willen voorstellen alsof men met werkelijke massa-organisaties te maken heeft. Bij nauwkeuriger observatie moet men echter concluderen, dat die in feite pogingen waren om de bevolking te organiseren. Maar van een feitelijke goed gestructureerde organisatie was nooit sprake. Niet voor niets zijn die zg. massa-organisaties na een half jaar of hooguit een jaar opgevolgd door weer een andere. Bij de bespreking van de "vrije samenleving" zullen wij zien, dat er feitelijk slechts één poging van de Japanse bezetter om de be volking te organiseren, een succes is geworden. Maar dat had een heel an dere oorzaak, die buiten de macht van de Japanners lag. Verwikkeld in het boven aangegeven, weerbarstige materiaal heeft dr. de Jong kennelijk geen ruimte gehad om in te gaan op dieper onderliggende problemen. Hij heeft niet het kader aangegeven, waarin die feiten ge plaatst moeten worden, zodat zijn geschiedschrijving is blijven steken in de fase van beschrijven. Zijn geschie denis van bezet Indië is als een kab belende beek met hier en daar een stroomversnelling. In feite echter is het een bandjir geweest, die heel veel heeft vernield en de bedding heeft verlegd. Laat mij nu proberen een algemeen kader aan te geven, waarin de samen leving in bezet Indië door de Japanse bezetter werd geplaatst. 1. Het Nederlandse bestuursapparaat moest worden uitgeschakeld, zodra het Japanse militair bestuur er kon functioneren. 2. Het inheemse bestuur bleef func tioneren, gezuiverd van ambtena ren, die blijk gaven van een pro- Nederlandse gezindheid. 3. De geallieerde militairen moesten in krijgsgevangenschap blijven. In heemse militairen van het KNIL 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1986 | | pagina 10