Comité Geschiedkundig Eerherstel Nederlands-lndië BIJ DE VOORPLAAT KUNST De wachtkamer van mijn dokter is de plaats waar mijn kennis van kunst en cultuur een belangrijke "sedot" krijgt. Zo nam ik vanochtend een tijdschrift ter hand dat mij volledig op de hoogte bracht van het leven en werken van de Amerikaans-Bulgaarse kunstenaar Christo. U kent zijn werk misschien beter dan ik, het is die man die van alles inpakt, kerken, bruggen, gebouwen, kilo meters lange vaandels van nylon en plastic de woestijn inslingert. Wat hem kunstenaar maakt is dat hij pers en televisie meekrijgt, publiciteit van hier tot gunder. Nu is hij op het lumineuze idee ge komen 11 eilandjes in de baai van Florida "in te pakken" in roze plastic. Een stuk of 5 liggen al klaar, u weet niet wat u ziet. Mooie groene plekjes in zee omzoomd met honderdduizen den meters felroze plastic stof, vast gehouden door roze nylon balken. En geld dat het kost 3,5 miljoen dollar en verpest dat die eilandjes zijn Gelukkig niet voor goed, een paar weken maar mag de hele wereld er naar kijken (vanuit helicopter of vlieg tuig) en dan gaat Christo BV (tegen woordig brengen kunstenaars hun ac tiviteiten onder in een BV. Ik ken in Den Haag een tante die het ook doet) met een andere ploeg aan het oprui men. Grootschalig ondernemerschap, noem je dat. Het brengt werk voor velen en levert Christo een roze Rolls op. Dan kom ik thuis van de dokter en dan vind ik op mijn bureau dit plaatje van een kamponghuisje met alles er op, er aan en er voor waar ik iets bij moet schrijven. In mijn herinnering ligt nog duidelijk het beeld van die wonder mooie film van Henk en Ank Muller "Tussen gisteren en morgen" over het leven in een kleine desa in het Amba- rawa'se. De boodschap die de film inhield, namelijk aantonen dat het le ven van de eenvoudige landman een erbarmelijk schraal leventje is zonder toekomst is aan mij voorbijgegaan. Ik bleef hangen aan het herkenbare, het vlekkeloze begrip "eenvoud". Maar eenvoud is in deze tijd synoniem aan armoede en tekortkoming. Die desa mensen kwamen ook tekort, ze hadden geen televisie, video, werke loosheiduitkering en ziekenfondsvoor zieningen. Ze leefden net als desa- mensen honderd jaar geleden ook al zong het kleine meisje de nieuwste tophit. Het "niet verlangen" zou suc cessievelijk moeten overgaan in "ver langen" om dan te moeten omslaan in "eisen". Eisen van wie? Een overheid die zo ver afstaat van de behoeften en wen sen van de kleine man op het land. Ik kon me wel voor mijn kop slaan, maar die film, zo teder, zo haloes, zo met hart en ziel gemaakt door twee Indische jongelui, ze hebben alleen maar gemaakt dat ik me moest af vragen wat er met ons gebeurd is sinds we waterleiding en elektriciteit kregen? En uiteindelijk toch AOW, WAO of WW? U ziet het, mijn culturele en vooral sociale ontwikkeling laat schandelijk veel te wensen over. Mijnheer Christo zou zeggen: Inpakken in geel plastic, klapperbomen ook. En wegwezen. En jij ook, stomme L.D. il!illlllll!lllllllllllllllllllll!|l||i:i!lli;illllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllN Aan de pleidooien zal het niet liggen. In het proces van het Comité Geschiedkundig Eerherstel Nederlands Indië tegen de Staat der Nederlanden zijn op 5 maart j.l. pleidooien gehouden voor de Arrondissements rechtbank te Den Haag. De rechtbank zal op vrijdag 18 april a.s. uitspraak doen en tot dan is het gewoon afwach ten, al is de verleiding tot speculeren over het vonnis erg groot. Het pleidooi dat namens het comité door mr. L. van Heijnin- gen werd gehouden, en dat ruim anderhalf uur duurde, was bepaald indrukwekkend. Vanuit historisch perspectief gaf hij aan dat het onjuist is dat de overheid zelf geschiedenis laat schrijven en dat wanneer de overheid zich toch daar mee bezig gaat houden - zoals met de boeken van dr. L. de Jong - op de Staat een bijzondere zorgvuldigheidsplicht rust. De korte vertogen van de comité-leden R. F. G. Boekholt en mr. L. W. Ch. de Bruijn (oud B.B.-ambtenaar en thans bestuurslid van de Indische Pensioenbond) moesten de rechtbank ervan overtuigen dat officiële geschiedschrijving over Nederlands-lndië alles te maken heeft met het huidige functioneren, de positie en identiteit van Indische Neder landers, of zoals een van de sprekers het uitdrukte: "Wan neer men spreekt of schrijft over Indië, dan heeft men het over hun land van herkomst. Over hun leven en werken. Over hun "roots". Onze roots, zonder welke wij niet kunnen bestaan". Het betoog van mr. D. den Hertog, die namens de Staat optrad, ontnam het merendeel van de ruim 60 aanwezigen in de rechtszaal het bloed onder de nagels, omdat daarin totaal niet ingegaan werd op de aard van de zaak, te weten de onvolledige en onjuiste geschiedschrijving in deel 11A door dr. De Jong en het zich daardoor gekwetst voelen van de Indische Nederlanders. Toch was ook dat juridisch een knap betoog van mr. Den Hertog, die - zoals verwacht - enkel op formele gronden het voeren van het proces aan vocht en daarmee ook de eis van het comité, dat deel 11A herschreven moet worden door 3 deskundigen. Zoals gezegd, is het wachten nu op de uitspraak van de rechtbank en erg gemakkelijk zal die het niet hebben. Het is niet opportuun nu de verschillende mogelijkheden te beschouwen. Na 18 april a.s. zal daar ongetwijfeld wel alle ruimte én aanleiding voor zijn. miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinmiliumiiiiiiniiimiiiiiiihuiminminiminhui 2

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1986 | | pagina 2