Ook in Indië werden Passiespelen opgevoerd. Deze foto van de spelers werd gemaakt in maart 1937 in Semarang. Het koor was van het R.K. Jongensweeshuis, die zongen met begeleiding van het Semarangse Passiespel orkest. Wie over meer foto's van deze Passiespelen beschikt, wordt verzocht contact op te nemen met mevr. J. A. Breeman-Otto, Tarthorst 129, 6708 HG Wageningen, tel. 08370 - 1 48 08. OPSTAAN We doen het iedere dag, maar vraag niet hoe. Opstaan bedoel ik. We beginnen natuurlijk met wakker worden en "wat is het vandaag" is de vraag die beant woord moet worden nog voordat je de ogen definitief opent. Heb je het antwoord dan weet je meestal ook meteen wat er allemaal te wachten staat en zelden is dat wat origineels. Dan is een cruciaal punt bereikt want de verleiding om te vluchten in een verdere slaap, helemaal weg van mensen, regen, zorgen, bood schappen, werk en alles, is erg groot. Maar we staan op, met een zucht. Mensen, regen, zorgen, boodschappen en alles tegemoet, omdat het moet. Van wie het moet en waarom het moet, doet niet ter zake. Je doet gewoon. IN MEMORIAM PROF. DR. N. BEETS Na de koffie gaat het beter. Je ziet heel concreet wat er moet gebeuren en dat is precies hetzelfde wat je tij dens het ontwaken ook al zag, maar toen als een berg die je totaal niet wenste te beklimmen. Door de koffie zie je echter de bergpaden weer en je begint erop te lopen, wetend dat je 's avonds weer af mag dalen. En de top van de berg ligt in nevelen gehuld en is allang het doel niet meer. Kinderen worden wel blij wakker. Ze openen hun ogen, vragen zich niks af, maar springen meteen uit bed en gaan aan de slag. Met speelgoed of dwa lend door het huis, kijken of er wat te snoepen valt. De hele dag blijven ze zo aan de gang en blij dat je bent als ze eindelijk weer slapen, want jij bent moe en wilt rust en tijd voor jezelf. "Morgen moet ik dat doen" bedenk je als het dan stil is en wanneer de morgen daar is, sta je met een zucht op. Op Paasmorgen stond Hij ook op en geen mens was erbij. Men sliep nog en sommigen waren nog in diepe rouw gedompeld om zijn sterven. Ik geloof niet dat Hij met een zucht en weerzin opstond. Nu hoefde Hij ook niet bood schappen te doen, naar kantoor of fabriek en platgetreden bergpaden hoefde Hij ook niet op te gaan. Zijn werk was volbracht, had Hij zelf ge zegd. Wat Hem restte waren een paar mensen, die Hij moest helpen de dag door te komen, iedere keer weer op nieuw. Tot de dag van vandaag omdat zij elke dag beginnen met een zucht om de taak die zij moeten volbrengen. R.B. IN DIT BLAD BIJDRAGEN VAN: P. L. Flinkerbusch M. Ferouge L. v.d. Worm-Flohr Lucas Lindeboom Dr. R. de Bruin Dr. W. Mooij J. Poirrié Drs. C. Verkuylen J. N. A. van Balgooy Bij het ter perse gaan van dit nummer bereikte ons het bericht, dat op 5 maart jl. te Utrecht op 70-jarige leef tijd Prof. Dr. Nicolaas Beets onver wachts overleed. De overledene, wiens naam in Indische kringen een vertrouwde en bekende klank genoot, was in het vooroorlogse Indië arts-psycholoog en reserve-offi cier van het K.N.I.L. en was later als hoogleraar verbonden aan de Rijks Universiteit van Leiden. Hij was Offi cier in de Orde van Oranje-Nassau. Voor de Indische gemeenschap maak te prof. Beets zich zeer verdienstelijk, vooral door de publieke aandacht in Nederland te vestigen op het lot van de oorlogsslachtoffers en als auteur over oorlog en bezetting in Ned.-Indië in zijn voortreffelijke boek "De verre oorlog". Op talrijke manifestaties met een Indisch karakter voerde hij het woord. Ongetwijfeld zullen velen zich nog de indrukwekkende toespraak herinneren die prof. Beets hield op de 15 augustus herdenking in 1980 in de Utrechtse Jaarbeurs. Als voorvechter van de belangen van de Indische Ne derlanders zal hij in ons aller dank bare herinnering blijven voortleven. Red. Moesson 3

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1986 | | pagina 3