Tennissen - sport EEN EMIGRANT IN ZUID-CALIFORNIË (III) door J. N. A. van Balgooy De enige sport die ik hier beoefen is tennissen. En daar is een hele goede reden voor. Overal zijn tennis banen en je hebt alleen maar een tegenspeler nodig. In Amerika waren tot voor kort maar vier sporten, football, baseball, basketball, en ice-hockey, goed bekend. Alle vier zijn voornamelijk "professional sports" voor mannen, met football en baseball aan de top van de lijst. Football lijkt helemaal niet op ons voetbal, dat men hier soccer noemt. Aangezien niet ieder een zin had om er bont en blauw uit te zien, wat met baseball of football vaak het geval is, werd tennissen tot een school-sport uitgeroepen. Voor tennis heeft men niet veel ruimte nodig en zowel meisjes als jongens kunnen er aan deelnemen. Aangezien tennis (en ook atletiek) een "school-sport" is heeft elke middel bare school en universiteit een aantal tennisbanen. Na de schooluren zijn die banen gratis open voor het publiek. Alhoewel betaald tennis al heel lang bestond in Amerika (Pancho Gonza les, Jack Kramer en Pancho Segura, om enkele namen te noemen) is het pas de laatste tien jaar dat er een flink aantal tennis spelers zijn die er een carrière van maken. Helaas heeft deze uitbreiding van professionalisme het amateur tennissen behoorlijk opzij gedrukt. Het is namelijk altijd makke lijker toe te kijken (vooral op TV) dan iets zelf te doen. Mijn eerste avonturen op de tennis baan waren desastreus. Ik speelde in Indonesië al tennis en dacht dat mijn lage klassificering lag aan gebrek aan kracht, of misschien gebrek aan vita mine en snelheid. Tot ik hier tegen gepensioneerden speelde, mannen die mijn vader konden zijn. Deze oude heren gebruikten mij als 'n soort sparring" partner om hun welgemikte en onwereldse slagen te beoefenen, en misschien wel om onder elkaar te patjakken. Een licht ging bij mij op: "tennis les sen." Helaas ben ik nu die oude heren een voor een kwijt geraakt want i.p.v. 0-6, 0-6, werd het vaker 6-0, 6-0. Jammer genoeg staat er nu een grotere berg in de weg, mensen (kinderen) die twintig, nee, dertig jaar jonger zijn dan ik en ik kan helaas de klok niet terug draaien. Maar het is een goede trai ning om tegen een zestien jarige blaag te spelen, al moet ik dan vaak tegen de pagger staan als het zijn (haar?) service beurt is. Fotografie Ongeveer dertig jaar geleden kocht ik mijn eerste fototoestel en van die tijd af was fotografie een gedeelte van mijn leven. Maar ik heb pas in Amerika de "ins and outs" van fotografie kun nen beoefenen. Alhoewel Amerika na genoeg nooit een goed fototoestel op de markt heeft gebracht is het een paradijs op het gebied van film ma teriaal. Mijn passie voor het fotografie proces begon eigenlijk pas toen ik op het werk foto's nodig had voor documen tatie. ledereen nam foto's en ontwik kelde film, natuurlijk maakten ze ook hun eigen afdrukken. Ik dacht: "Laat mij de Jago fotograaf vinden en hem om advies vragen". Ik vond hem en hij was welwillend genoeg om mij te laten zien hoe ik een film uit het ma gazijn moest halen en dan ontwikke len in hardstikke donker. Nu heb ik altijd wantrouwen gehad voor mensen die onder een rood licht in het donker werken, dus ging deze Indo regelrecht naar de fotoschool. Fotografie is nu een matige hobby. Het is namelijk een vermaak dat ongezien (misschien vanwege het donker) geld slikt. Jacht Jagen heb ik gedaan sinds ik kon lo pen. Het begon met ratten en muizen. Ik weet nog dat mijn broer en ik plus een zestien honden "op een goede dag" een huis van een Chinees na genoeg hebben afgebroken om een paar ratten te vangen. Het jagen in Californië en in Amerika in het algemeen is niet te vergelijken met wat ik gewend was in Indonesië. Ten eerste heeft elke staat en elk district aparte wetten. Ten tweede zijn de soorten wild waar op gejaagd mag worden zeer gelimiteerd. Daarbij ko men ook nog de vrij beperkte jacht seizoenen. Aangezien ik jagen als een "voorhistorisch instinct" beschouw en niet perse een sport, heb ik nooit bui ten Californië gejaagd. Ik ga een gids geen 1.000,betalen omdat ik zo'n zin heb om iets overhoop te schieten. Californië is een van de staten met een geweldige hoeveelheid federaal land (land van het federaal gouverne ment). En dit land is "open" voor elke ingezetene. Zojuist genoemd land is onderverdeeld in parken, monumenten, bos, en zg. open land. Voor elke cate gorie bestaan aparte wetten en rege- lementen. Het is op dit land waar men over het algemeen kan jagen, vissen, skiën, kamperen, etc., etc. Aangezien ik helemaal op mijzelf ben aangewezen wat jagen betreft moet ik limieten stellen op afstand en het soort wild dat ik jaag. Het terrein in Californië is niet bepaald voor iedere jager geschikt, vooral niet als het jachtseizoen in de zomer of winter valt. Toen ik pas in Californië was waren er nog enkele Indo immigranten die ook weieens gingen jagen. Intussen heb ben zij echter de rijpe leeftijd van 50 bereikt en dan wordt het kruipen te gen een helling van 45 graden, bij 45 graden Celsius wel zwaar. In Zuid-Californië is het groot wild beperkt tot herten en beren. In Noord- Californië zijn ook zwijnen. De Cougar (Mountain Lion; Felis Concolor) en wilde geit (Bighorn; Ovis Canadensis) zijn 100 procent beschermd. Klein wild bestaat uit hazen (Lepus Californicus) en konijnen. Verder zijn er drie pa trijssoorten en twee duivensoorten waarop gejaagd mag worden. Van de trekvogels zijn bepaalde eendensoor ten en ganzen legaal wild. Tot op he den heb ik mij er niet toe kunnen brengen om op ganzenjacht te gaan, er zijn namelijk maar twee ganzen- soorten die zg. legaal zijn, de rest is 100 procent beschermd. En ik ga be slist geen schot - al is het bij onge luk - lossen op een beschermd beest. Vissen Ik heb pas in Californië "echt" leren vissen. In Indonesië bestonden mijn vis-avonturen uit bogo (moddervis) vangen. Of als er niets anders was dan ging ik in de vijver vissen. In Europa heb ik nooit gevist. Vissen is in Californië en de rest van Amerika een belangrijk tijdverdrijf. On geveer 5 procent van het volk (10.000.000 zielen) vist - gelukkig niet allemaal tegelijk - een aantal waar de bureaucraten rekening mee moeten houden tijdens de verkiezingen. Het vissen in Californië is beslist niet te vergelijken met dat in Europa. Dit komt voornamelijk vanwege de strenge regelementen en het "stocking pro gram". Het laatste is een methode om uitgeviste meren of rivieren niet alleen van jonge vissen, maar ook van vol wassen vissen te voorzien. Dit wordt voornamelijk gedaan met de forel (trout). Ik vis voornamelijk in plaatselijke me ren en stroompjes. Af en toe ga ik wel eens op zee vissen. Maar net als met jagen beschouw ik vissen als een pre historisch "instinct" en niet een sport. Zoet water vissen (dus het vissen in meren en stromen) is voor mij nog steeds een evenement. Niet vanwege de aanwezigheid of afwezigheid van vis, maar vaak vanwege het omliggen de terrein. Dit is iets wat men zich niet kan voorstellen totdat men het ziet en ondervindt. Er zijn hier namelijk nog plaatsen waar ik langs kilometers wa ter kan lopen zonder een mens te zien en toch is het binnen bereik, zowel lichamelijk als financieel. Mijn werk - de speelplaats Alhoewel mijn werk volgens mij heel gewoon is, is het voor velen, zelfs voor degenen die mij kennen, een mysterie. Op het ogenblik, werk ik in een neurobiochemie afdeling dat een onderafdeling is van een "Biological Research Institute". Het onderzoek dat 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1986 | | pagina 4