O Rietje Reiziger wordt voorgelicht Ivoor indische (GOUDEN SIERADEN C.MERXLE JUWELIER, I SPUI 167a - DEN HAAG I TELEFOON 070-604885 IN HET LAND VAN DE OVERHEERSER Indonesiërs in Nederland 1600-1950 Antillianen en Surinamers in Nederland 1634/1667 - 1954 Aan de Spoorlaan 434 A te Tilburg is het Volkenkundig Museum Tilburg geves tigd. In dit museum is een permanente expositie over Indonesië te bezichtigen en wanneer men dat gedaan heeft, gaat men niet met lege handen naar huis. Zo krijgen scholieren van de basisschool een brochure mee, getiteld "Rietje Reiziger op zoek naar Indonesië". Deze uitgave is mogelijk geworden door een subsidie van de Nationale Commissie Voorlichting en Bewustwording Ontwik kelingssamenwerking (N.C.O.) en voor de samenstelling en produktie ervan hebben Theo Wilton van Reede en Arjan Onderdenwijngaard getekend. Voor de aardigheid citeren wij hier onder een en ander uit dit gesubsi dieerd onderwijsmateriaal. "De landen die waren bezet, werden kolonies genoemd. De bevolking van zo'n kolonie had niets meer over zich zelf te vertellen. Ze moesten doen wat de bezetters zeiden. Als ze dat niet deden, werden ze zwaar gestraft. De mensen mochten niet meer de produk- ten verbouwen die ze zelf nodig hadden, zoals rijst. Ze moesten produkten gaan verbouwen waar de bezetters in Europa veel geld mee konden verdienen: koffie, peper en kruidnagels. Daardoor had de bevolking vaak honger. Ook in Indonesië was dat zo. Af en toe kwamen de Indonesiërs in opstand, maar deze opstanden werden door de Ne derlanders bloedig neergeslagen". Let in het bovenstaande ook op het (niet vetgedrukte) woordgebruik: be zetters. Aan wie denken jong en oud bij het horen van "bezetters"? Aan Duitsers, aan Nazi's. Ander citaat: "Drie jaar lang kregen de Indonesiërs de Hollanders niet te zien. In augustus werden de Japanners door de geallieer den verslagen. Toen de overlevende Nederlanders uit de kampen kwamen, wilden ze weer dat het werd zoals vroeger - Indonesië moest weer kolonie zijn van Nederland. En daar hadden de Indonesiërs natuur lijk helemaal geen zin in. Ze wilden hun vrijheid en hun onafhankelijkheid. Daar om begonnen in 1945 de Indonesiërs een oorlog tegen de Nederlanders die tot 1949 heeft geduurd. Meer dan een half miljoen Indonesiërs verloor het le ven". Kijk, dat noem je geschiedschrijving in een rotte notedop. Hoeveel (Indische) Nederlanders ook omkwamen tijdens de bersiap is blijkbaar onbelangrijk. "In 1958 was er weer oorlog tussen Nederland en Indonesië: nu om West Nieuw-Guinea. Dit is de laatste oorlog die Nederland (tot nu toe) heeft ge voerd. Die oorlog had tot gevolg dat 300.000 mensen naar Nederland kwa men: veel Nederlanders die tot dan toe in Indonesië hadden gewerkt, maar ook veel mensen die half Indonesisch - half Nederlands waren: de Indische mensen. Die brachten hun cultuur mee: rijst, ba mi en saté, de restaurants en ook hun muziek, sport (pentjak silat) en kunst". Nu weten we dus dat de repatriëring pas na 1958 op gang is gekomen en eindelijk weten we nu ook wat we mogen verstaan onder de cultuur van halfbloedjes. "Wanneer een rijk land hulp geeft aan een arm land is dat natuurlijk een goede zaak, MAAR: 1. Nederland verdient (een deel van) de gegeven hulp weer terug 2. Nederland geeft Indonesië hulp on der voorwaarden 3. Een deel van de hulp wordt gegeven als lening. Indonesië moet dat weer terug betalen met rente Indonesië wordt dus opnieuw tot kolo nie gemaakt. Men noemt dit neo-kolonialisme." Er staan nog meer aardigheidjes in dit geschrift, maar wat Rietje Reiziger er mee moet, is maar de vraag. Misschien heeft ze helemaal geen zin meer om met haar kapitalistische grootouders (die toch maar drie vakanties daar heen kunnen betalen en van wie er een Indonesiërs heeft vermoord) naar dat land te gaan met zo'n rotte ge schiedenis en met een tegenwoordige tijd waar ook weinig goeds in is. Arm Rietje, arme kinderen die worden voor gelicht door Volkenkundig Museum Tilburg en oom Theo en Arjan. R.B. iHllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllililllllilllillllllllllllillllllllllllllllllllillllllilillllllilllllliiyjj naar: Gespecialiseerd in het groeibriljant I systeem. Eigen atelier voor het ver- j vaardigen van briljanten sieraden. I 22 krt. en 24 krt. gouden schakel- armbanden, slangarmbanden, colliers, I trouwringen, hangers, haarspelden, j oorknopjes en vele andere sieraden, j GEOPEND VAN: 9.30 UUR TOT 17.00 UUR ZATERDAGS GEOPEND TOT 16.30 UUR 's WOENSDAGS de gehele dag GESLOTEN llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllï Over de daden en ervaringen van de Nederlanders in Oost- en West-Indië zijn honderden boeken vol geschreven. De lotgeval len van Indonesiërs, Surinamers en Antillianen in Nederland worden nu pas voor het eerst in deze twee - apart verkrijgbare - boeken beschreven. Hun verhaal, de keerzijde van de koloniale medaille, is het verhaal van een bonte stroom bezoekers die sinds 1602 om zeer uiteenlopende redenen in het koloniale Nederland belandde. Over slaven en studenten, arbeiders en matrozen, poli tici en kunstenaars, baboes en djongos - over hen allen wordt verteld hoe zij "het moederland" vonden, wat zij er deden en hoe zij er werden behandeld. De talrijke, grotendeels nooit eerder afgedrukte foto's en facsimilés dragen er toe bij dat deze boeken een fascinerend beeld geven van het verblijf in het land van de overheerser. INTEKENVOORDEEL 15#/o, BESTEL VÓÓR 15 MEI Harry A. Poeze, Cees van Dijk, Inge van der Meulen, gebonden, x 398 blz., groot formaat (19-5 x 28 cm) tot 15 mei 49,50; daarna 59,50. Gert Oostindie en Emy Maduro gebonden, xii 220 blz., groot formaat (19.5 x 28 cm) tot 15 mei 29,50; daarna 34,50. Informatie (uitgebreide folder) en bestellingen: bij uw boekhandel, of bij de uitgever FLORIS PUBLICATIONS, Antwoordnummer 3211, 3300 VB Dordrecht (geen postzegel nodig), telefoon 078 - 51 04 54 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1986 | | pagina 20