DE GEEST VAN PA EN MA
Ik geloof dat ik mijn onderzoekende geest niet heb van mijn Hollandse Pa, maar
van mijn Indische Ma. Als een echte totok hield mijn vader - alhoewel hij als de
beste Indischman overal aan mee deed - koppig vast aan een hele stapel Hol
landse tradities. Eén ervan heb ik hier heel goed leren kennen: "Eet niet wat je
niet kent". Aangezien Pa erg eenvoudig was in materiële behoeften, was zijn
rijsttafel compleet en royaal met: sajoer boentjies, telor ketjap, babad goreng,
semoor en een pisang ambon, die hij tot ons onaflaatbaar afgrijzen in stukjes
gesneden met zijn rijst at I Al aten wij ons ongans aan oblok-oblok, toemis
kangkoeng, sajor lodeh of pindang gaboes. Pa raakte die andere dingen niet
aan, smulde van zijn privé rijsttafel en werd er gelukkig en kogelrond bij.
God bless him.
Pa had het misschien vaak niet ge
makkelijk tussen zijn legio Indo- en
Indonesische bloedverwanten, die het
huwelijk met Ma met zich meebracht.
Logeren in de oedik bracht moeilijk
heden met zich mee. Soms moest hij
het stellen zonder de boterham bij het
ontbijt, en moest ketan eten of loepies.
Of in de Oosthoek gerechten eten
met veel petis ("die ellendige wagen
smeer!"), want veel van mijn ooms
waren maar kleine Indo's, die soms in
de oedik woonden. Maar Pa, die zelf
in een dorp geboren was (Baarn) vond
die kampongs machtig. Hij maakte
kilometerslange wandelingen in pya-
ma en soms kwam hij met een ont
dekking thuis, die voor ons ouwe
koek was, maar voor hem een ver
rukkelijke nieuwigheid.
Bij ons thuis raakte hij b.v. geen
wadjik aan, maar toen hij die 'rommel'
eens tóch had moeten proeven, was
hij er meteen dol op en bleef tot zijn
dood toe een verwoede wadjiketer.
Ik denk graag met grote sympathie en
trots aan mijn Pa terug. Alleen om
hém al kan ik nooit een "blandahater
worden. Want toegegeven: er zijn mis
schien veel beroerde Hollanders,
maar (net als bij elk volk) één goede
weegt gemakkelijk tegen tien beroer
de op. Pa was zo. God bless him.
Ma daarentegen was een onvermoei
de zoekster naar nieuwe gerechten.
Zonder enig aanzien des persoons of
stand. Uit de periodieke verloven naar
Holland bracht ze evengoed Franse
luxe-recepten mee als b.v. balkenbrij
en stoofprei. Elke toekang djoewalan
die haar onbekend voorkwam, werd
gepraaid. Daarbij speelde zich dan
altijd dezelfde comedie af. De koop
man die zijn onbekende etenswaar
aanprees en Ma, die er wantrouwig
en toch lekkerbekkend omheen liep.
Argwanend als een kip die een vreemd
bewegend dingetje op de grond ziet
liggen. Een beetje ruiken, een beetje
proeven en banjak tawarren. En vaak
werd Tjalie erbij geroepen. Om de
onbekende kost te beoordelen of te
proeven. Soms werd het een hit en
maakte Ma het na vele experimenten
onfeilbaar na. Soms bleef Tjalie ge
dwongen het onbekende recept altijd
op straat te eten, omdat Ma er niets
van wilde weten. Maar onderzoeken
deed ze altijd.
Eens wilde ze mee naar de Kouwe
Hoek, dat is dus het stelletje koffie
boeren achter Pasar Baroe te Bata
via. Ma had van mij al zoveel enthou
siaste verhalen gehoord over de za
ligste verrukkingen van de Kouwe
Hoek dat ze besloot zelf te komen
keuren. "O hemel, nee Ma I Daar
zitten alleen boewaja's!" "En jij dan?"
"Nou ja, scholieren! Maar nooit me
neren en mevrouwen!" "Nooit vrou
wen?" "Ja, h'm - nou - h'm ja, nooit
Europese dames". "En toch ga ik
kijken. Ik trakteer jou". Sinds Adam,
U weet wel, laat elke man zich tóch
overhalen. Laat staan ikke, nauwelijks
uit de korte broek gewassen.
Ik nam Ma mee om elf uur. Dan is
alles al wijd open en zijn er nog geen
jongelui, althans niet zoveel. Tot mijn
ontstemming kleedde Ma zich zoals
zij zich altijd kleedde als ze uitging:
in een keurig kostuum, hooggehakte
schoenen, en met zijden parasol (die
ze weliswaar nooit gebruikte, maar
tóch als waardigheidssymbool of zo
iets meenam), mooie tas, enfin U
weet wel, al die attributen die van een
gewone huisvrouw op slag een in
drukwekkende dame maken.
Ketjil (mijn favoriete langganan) ver
schoot gewoonweg van kleur, toen hij
mij in gezelschap zag van een impo
sante dame, die mijn moeder voor
stelde. Zou ik mijn vele verteringen bij
Ketjil misschien hebben genoten uit
achterover gedrukte blandja-centen en
kwam de Njonja rekenschap vragen?
Ik was op 15-jarige leeftijd al illustra
tie- en reklametekenaar en verdiende
daarmee een enorme koffieboercent,
maar dat wist Ketjil niet. Toen bleek
dat de mevrouw alleen kennis kwam
maken met zijn kostelijke buffet, was
Ketjil een en al gevleide dienaar, ging
open en dicht als een betoverd knip
mes en gaf ons tafeltje een boenbeurt,
die hij twee jaar terug al had moeten
hebben.
Ma stak van wal met de tophit long
drink uit die dagen: "seterop pernie-
lie kelapa kopior" en ze genoot zicht
baar. Werkelijk opgelucht (want Pa en
Ma twijfelden zo vaak aan mijn smaak,
dat ik ook niet meer goed wist of ik
gelijk had of niet) ging ik er toen op
uit om 'n aantal porties op te halen
van de etenswarenverkopers in de
buurt: de saté ajam van Idah, de soto
Ter gelegenheid van Moederdag en Vader
dag deze herinnering aan zijn ouders van
zoon Tjalie. Hoe ze aten, wat ze graag
aten, welke herinnering kan duidelijker zijn
dan die van het dagelijkse zo belangrijke
gebeuren als eten?
kambing van Jakoep (in de pasarhal
tegenover de visverkopers), de saté
padang (met die dikke, geurige, san-
ten-boemboe) en gado-gado ketoepat
siram Betawie van de verkopers Safei
en Ali zo maar op straat.
En ook al at Ma op dezelfde "kies
keurige" manier alsof ze bij Versteeg
zat of des Indes, ze smulde! Daarbij
nauwelijks lettend op de verwoede
strijd die Ketjil met de vliegen begon,
of ook maar op de vele complimenten
die Ketjil mij ongevraagd op de helm
hoed stak. Na de vorstelijke maaltijd
werd waardig afscheid genomen en de
thuisrit per taxi gemaakt
Ma is nooit meer naar de koffieboer
geweest, maar heeft zich later nog
menig hapje per boengkoesan door
mij laten brengen. Ook heeft zij later
geen gelegenheid laten voorbijgaan
om de kwaliteit van de Kouwe Hoek
keukens te prijzen. Ik geloof dat ze
het altijd betreurd heeft niet als jon
gen geboren te zijn om als wij onge
limiteerd van alle aardse vreugden te
kunnen genieten.
Pa is nooit bij de koffieboer geweest.
Op de eerste plaats dus omdat al
deze aardse vreugden hem Siberisch
lieten en verder omdat hij vaak ge
hoord had dat bij koffieboeren graag
vechtlustige soldaten en jongelui kwa
men en aan vechten had mijn vader
een broertje dood. Maar zonder nood
zaak waagde hij zich niet aan avon
turen. Hij was tevreden met wat hij
had.
Dat hij (beperkt) Indisch at, kwam om
dat hij dat als soldaat in de rimboe
had moéten doen. Tegen (aanvanke
lijk) heug en meug had hij die spijzen
leren waarderen, en die waardering is
i si
10