POIRRIE'S PERIKELEN JUBILEUM WINAND DIVENDAL ik GUEST HOUSE PGI OPWARMEN Tijdens de tocht over de Lematang zaten we met onze Bren-carriers op elkaar gepropt op een door een sleep bootje voortgeduwde tongkang, we noemden het een landingsboot. Voor het opwarmen van ons prakje maak ten we toen gebruik van de Jan te Velde, dat was een rondom geperfo reerd blikje waarin je een laagje zand een een scheut benzine moest doen en vervolgens aansteken. Als zo'n onding nieuwe brandstof behoefde, moest je je er terdege van vergewissen dat hij ook werkelijk uit was, zéker vanwege al die munitie en brandstof aan boord. Ene H. liet dat na, met als gevolg een kleine explosie die iedereen de stui pen op het lijf joeg en hemzelf van alle borstharen beroofde. Het was ook inderdaad erg warm en vrijwel ieder een liep met ontbloot bovenlijf. Uiter aard kreeg H. van alles naar zijn eveneens half verschroeide hoofd ge slingerd, tot het inmiddels gedoofde verwarmingsapparaatje toe. "MISS RIBOET" Toen Hamid voor het eerst neurieënd en heupwiegend bij ons binnenkwam, zat iedereen hem mlompong aan te kijken. Sjahdoellah kwam het eerste bij, "Miss Riboet" zei hij diep onder de indruk. Miss Riboet ontpopte zich na de verplichte testperiode tot een voorbeeldige patrouillemaat, taai, goed gemutst en nooit te beroerd om van een vermoeide maat wat bagage over te nemen. Alleen als het gesprek op die testperiode kwam werd hij wat sikkeneurig en kon er geen stom woord vanaf. Begrijpelijk, want we hadden hem voor zijn eerste patrouille uitgerust met een buitgemaakte kara bijn met afgebroken slagpin. Uitein delijk waren we toen nog niet zo van zijn betrouwbaarheid overtuigd en je weet maar nooit. Ergens bezuiden het kolonisatiegebied Belitang kreeg hij de opdracht de Wai Oempoeh, dat is een kali van ongeveer 30 meter breed te, op een eventuele doorwaadbare plaats te onderzoeken. Boze tongen beweerden, dat op de zandbanken van die kali weieens zonnebadende kro kodillen werden gesignaleerd, maar daar wist Miss Riboet niets van, som migen van ons ook niet. In elk geval kweet onze verkenner zich uitstekend van zijn taak, hij kwam niet alleen ongedeerd aan de andere kant, maar wist ook nog een prauw te versieren, waarmee hij ons een nat pak bespaarde en de nodige welver diende schouderklopjes kreeg. Op de terugweg hielden we een lange rust onder een paar klapperbomen. Gesterkt door zijn huzarenstukje trok Miss Riboet de stoute schoenen aan en zou met permissie enkele klappers voor ons omlaag schieten. We zagen het aankomen, de karabijn knalde niet, de eerste keer niet en na enkele keren grendelen ook niet. Miss Riboet werd steeds zenuwachtiger en wendde zich uiteindelijk met het onwillige wapen en een gezicht als een verkleurde bangkoeang tot ons. We hebben hem toen niet langer in het ongewisse gelaten en alles eerlijk uit de doeken gedaan. De rest van de terugweg heeft hij niet meer geneu ried, zelfs niet toen we hem er na drukkelijk op wezen, dat we zijn hele omgeving terdege onder schot hadden gehouden toen hij met de karabijn in de aanslag door de Wai Oempoeh waadde, wat ook echt waar was. Bo vendien had niemand ook maar één krokodil gezien. Maar zoals gezegd, Miss Riboet werd toch een voorbeeldig patrouillemaat echt zo een die je rustig achter je kon laten lopen zonder kippevel te krijgen. Alleen soms, als hij een beet je sikkeneurig was, kon hij je op zo n vreemde manier aanstaren. Als een krokodil, voordat hij zijn prooi te gra zen neemt. 's Avonds, toen de gemoederen niet meer zo verhit waren en het eerste gitaargetokkel weerklonk, verklaarde H. dat hij door het felle zonlicht niet had kunnen zien dat er nog vuur in het potje zat. Een van de maten, ik geloof de gitarist, opperde toen dat je in twijfelgevallen beter voor alle ze kerheid je vingers erin kon steken dan je maten zo aan het schrikken te ma ken. H. schijnt dat later ook gedaan te hebben, maar toen zat er weer nog vuur in het potje. Hoe hij ooit soldaat I heeft kunnen worden is een onopge lost raadsel gebleven, vermoedelijk had hij een Oom of zo bij de Generale Staf. Op 6 juli a.s. zal broeder Winand Di- vendal O.F.M. gedenken dat hij 50 jaar geleden is ingetreden in de Orde der Franciscanen. De kerkelijke viering van dit jubileum vindt plaats op vrijdag 4 juli a.s. om 10.30 uur in de H. Leo- narduskerk, Haagweg 13 in Leiden. Broeder Winand heeft ruim 36 jaar in Indonesië gewerkt, waar hij zich enorm heeft ingezet voor kinderen in nood. Onder meer is hij 12y2 jaar directeur geweest van het bekende Vincentius- jongenshuis op Kramat en heeft hij "Pondok si Bocel", het tehuis voor kleine kinderen, opgericht. In juli a.s. zal het Vincentiuswerk een tweede jubileum hebben, namelijk het 10-jarig bestaan van de Nederlandse stichting Panti Asuhan. Deze stichting verzamelt fondsen voor de ondersteu ning van het Vincentius-werk in Indo nesië. Op 25 mei a.s. wordt voor begunsti gers van deze stichting (en voor be langstellenden) in Leiden een bijeen komst georganiseerd om hen te infor meren over het kinderwerk in Jakarta. Deze bijeenkomst wordt gehouden in het Antonius Clubhuis, Lange Mare 43 in Leiden en vangt aan om 15.00 uur. Verdere informatie over deze jubilea en de Stichting Panti Asuhan kan wor den verkregen bij de heer Jan Diven- dal, Herengracht 17, 1382 AE Weesp, tel. 02940 - 1 25 30. (voorheen Wisma DGI) Jl. Teuku Umar 17, Jakarta, tel. 342896. U bevindt zich in het centrum van de stad en in een "family" sfeer. 17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1986 | | pagina 17