OOSTEN, WESTEN COMITÉ EERHERSTEL "STAATSGESCHIEDSCH RIJVING ZAL NIEMAND IN NEDERLAND WENSEN" BU DE VOORPLAAT (Foto: J. F. Berkhoudt) Naast zijn eerste grote liefde, de muziek, had mijn vader nog een tweede affectie: astronomie. Hij kon uren lang naar de nachtelijke hemel turen en overdag in de boeken verdiept zijn, waarvoor hij een aparte plank in de grote boekenkast had. Maar Grote Mededeler (zoals mijn moeder hem plagend noemde) als hij was, kon hij niet nalaten mij als kleuter van nauwelijks zes, toch op populaire wijze het een en ander uit te leggen over het universum. Natuurlijk snapte ik geen snars van planeten, kometen, meteoren, ik wist alleen de naam van het boek waar hij me de platen in aanwees: Flammarion. Een donkerblauw boek met een enge plaat aan de binnenkant. Broer Lud kende al op zijn zesde jaar alle belangrijke planeten bij naam. De informatie die Pa hem verschafte bleef goed geconserveerd tussen het ene en het andere oor opgeborgen, Lud is in vele zaken altijd bijzonder pienter geweest. Bij mij was het niet een kwestie van het ene oor in-het-andere- uit, maar somewhere in die verbin dingsbuis vond een chemische reactie plaats waardoor de informatie totaal van structuur veranderde, dus waarde loos werd. De enige wijsheid die ikvan Moeder Natuur heb meegekregen is dat ik mijn mond moet houden over zaken waar ik totaal niets van begre pen heb of begrijp. Een ding uit de astronomie heb ik mijn leven lang onthouden: de zon gaat op in het Oosten en onder in het Westen. "Altijd?" "Altijd", wist mijn moeder. Toen ik ouder werd heb ik aan deze informatie veel steun gehad want ik kon nu ook bepalen waar het Noorden en waar het Zuiden was. Hoe wonder lijk eigenlijk dat de eenvoudige desaman feilloos richtingen aanduidt met de windstreken, ook al loopt hij in het dichtste bos. Als ik de zon niet heb zien opgaan, weet ik niets. "Oost West, thuis best" zegt het spreekwoord. In de eerste winter in Holland veranderde ik het verbitterd (van de kou) in "Oost West, Oost best". Toen ik voor het eerst meemaakte dat ik de zon een hele week niet zag, begon ik me af te vragen of dat opgaan in het Oosten en ondergaan in het Westen niet letterlijk bedoeld was. Zou de zon dan nooit eens in het Westen opgaan? Wat een onwaardig gekeuvel bij zo n schitterende zons-ondergang op de voorplaat. Berkhoudt maakte die bij Tanah Lot in Bali. Alleen Smitsendonk, Eibers, de Vries, Helly van Brink-Eweg zouden hier het mooiste gedicht bij kunnen maken, de juiste woorden bij kunnen vinden. Het kan nog, Tanah Lot blijft, en de zon blijft iedere avond in het Westen ondergaan. l.D. "Staatsgeschiedenis zal niemand in Nederland wensen" was een van de opmerkelijke uitspraken die namens de Minister van Onderwijs en Weten schappen werd gedaan tijdens de behandeling van de zogeheten A.R.O.B.- procedure, die door het Comité Geschiedkundig Eerherstel Nederlands-lndië was aangespannen tegen de Minister van Onderwijs en Wetenschappen, naar aanleiding van de weigering van de Minister om het comité te informeren over de namen van de medelezers (van de concepten van dr. L. de Jong) en over de inhoud van de commentaren van de medelezers op die concepten. De behandeling van deze A.R.O.B. (Administratieve Rechtspraak Overheidsbeslui ten-procedure vond op 28 augustus j.l. plaats voor de afdeling Rechtspraak van de Raad van State, omdat de weigering van de minister een beschikking was op een verzoek van het comité krachtens de Wet Openbaarheid van Bestuur. In het kort komt deze wet erop neer, dat alle documenten van bestuurlijke aard van de overheid en haarorganen toegankelijk moeten zijn vooreen iederdie een belang hebben bij het kennen van de inhoud van bepaalde documenten (brieven, verslagen, contracten enz.). De machtiging die de minister geeft om de boeken van dr. De Jong door de Staatsuitgeverij te laten publiceren, is een bestuursdaad. Vóór het afgeven van die machtiging behoort de minis ter zich te overtuigen van de (weten schappelijke) kwaliteit van het werk. De namen van de adviseurs en mede lezers zijn van belang voor de beoor deling van de kwaliteit. Zoals bekend, is het voor het Comité Eerherstel van belang om de namen EXCUUS We zijn veel te laat, met dit nummer. Dit keer niet de schuld van de Post maar van onze re dactie. Vakantie, verlate kopij levering en andere kleine storin gen hebben het de drukker niet gemakkelijk gemaakt. Ma'af Redactie 15 AUGUSTUS-HERDENKING ENSCHEDE Behalve in Nijmegen vond ook in Enschede een 15 augustus-herden- king plaats, welke was georganiseerd door het Comité Herdenking 15 Au gustus 1945, regio Oost—Nederland. De plechtigheid rondom het Indië-mo- nument in het Blijdensteinpark werd bijgewoond door ongeveer 1 50 per sonen, waaronder de loco-burge meester van Enschede. In het bovengenoemde comité werken de volgende verenigingen samen: Madjoe afd. Twente, Veteranen Le gioen Nederland afd. Enschede, Bond van Minahassers rayon Overijssel en de Sport- en Ontspanningsvereniging voor Tropenvrienden. van de medelezers te kennen opdat door de Staat (als uitgever) en dr. De Jong (als auteur) de noodzakelijke zorgvuldigheid is betracht bij het totstandbrengen en uitgeven van deel 11 A uit de serie "Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereld oorlog". Daarbij gaat het onder meer om vragen of de medelezers grondige kennis hebben van het vooroorlogse Indië en wat Dr. De Jong met de kritieken van de medelezers heeft gedaan. Tijdens de zitting werd namens de minister betoogd dat het waarborgen van de privacy van de medelezers zich veizette tegen openbaring ervan. Ver der werd gezegd, en dat was opmerke lijk, dat de contacten tussen dr. De Jong en zijn medelezers hebben plaatsgevonden buiten het Rijksinsti- stuut voor Oorlogdocumentatie (RIOD) om. (Het RIOD functioneert onder verantwoordelijkheid van de Minister van Onderwijs en Wetenschappen). De documenten ter zake zouden dan ook niet vallen onder de Wet Open baarheid Bestuur. Bij monde van haar advocaat en procureur stelde het comité daar tegenover dat duidelijk is dat dr. De Jong schrijft in opdracht van de Staat en dat hij hoe dan ook "orgaan" is van het RIOD. De voorzitter van de afdeling Recht spraak concludeerde dat het er niet toe deed waarvoor het Comité Eerher stel de gevraagde informatie wil gebruiken, maar dat het er om gaat dat informatie is gevraagd en dat die is geweigerd. Van belang is dan de vraag of de gevraagde informatie van be stuurlijke aard is of niet. Bij het ter perse gaan van dit nummer was de uitspraak nog niet bekend. In het volgende nummer komen we uiteraard op deze zaak terug alsmede op het inmiddels ingestelde hoger beroep tegen het vonnis van de Haagse rechtbank. R. B.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1986 | | pagina 3