Nederlands-lndië in het huidige onderwijs door ft. Haringman en dm. H. ran Wiggen Onlangs is bij ministeriële circulaire bekend gemaakt dat voor het centraal schriftelijk examen geschiedenis in 1988 één der onderwerpen "Nederlands- lndië 1918-1949" zal zijn. In het kader van dit themanummer leek het ons zinvol eens na te gaan welke leerstof de Mavo-, Havo- en VWO-leerlingen in 1988 over dit onderwerp moeten kennen. Examen In het algemeen voortgezet onderwijs (Mavo, Havo en VWO) wordt aan het eind van elk laatste schooljaar een centraal schriftelijk examen afgeno men. Voor dit landelijk examen stelt de minister de onderwerpen vast die schriftelijk getoetst zullen worden. De scholen behoren deze onderwerpen grondig voor te bereiden, zodat de leerling het examen succesvol kan afleggen. Deze voorbereiding ge schiedt meestal bij de vakken aard rijkskunde en geschiedenis met be hulp van speciaal geschreven kater nen. Het centraal schriftelijk examen start naast het zogenaamde schoolonder zoek, dit is een schoolexamen, dat de school naar eigen inzicht kan af nemen. Theoretisch is het mogelijk dat er grote nivo-verschillen tussen de schoolonderzoeken van de diverse scholen bestaan. Het landelijk examen is echter voor alle leerlingen gelijk! Geschiedenisexamen Voor het geschiedenisexamen in 1988 heeft de minister besloten de onderwerpen "Nederlands-lndië 1918 -1949" en "De afbraak van het Britse en Franse Wereldrijk" als examenstof voor te schrijven. Deze onderwerpen kunnen niet los van elkaar gezien worden. Het we- reldomvatttende dekolonisatieproces begon al ver voor de Tweede Wereld oorlog. Het Brits-Franse dekolonisatie proces leidde o.a. tot het ontstaan van India en Pakistan (1 947) en van Algerije (1 962). Dit onderwerp wordt globaler behandeld dan het onderwerp Neder lands-lndië. Voor het geschiedenis examen worden elk jaar twee nieuwe onderwerpen vastgesteld. Voor 1 987 (dus het komende examen) zijn dat "Sovjet-Unie 1924-1964" en "Staatsinrichting van Nederland Het is hier niet de plaats om het systeem van de jaarlijks veranderen de onderwerpen te beoordelen, maar opvallend is dat een gelijkwaardig vak als aardrijkskunde de examenonder- werpen 3 tot 5 jaar hetzelfde houdt. Stofomschrijving Om grote verschillen in behandeling te voorkomen heeft de minister een nauwkeurige stofomschrijving over Nederland en Nederlands-lndië 1 91 8- 1949 gegeven. Het begint in 1918 bij de installatie van de Volksraad en ein digt bij de souvereiniteitsoverdracht in 1949. De gehele periode 1918-1949 is in tweeën opgedeeld, nl. 1918- 1942 (capitulatie voor de Japanners) en 1942-1949. Van de periode 1918-1942 ligt het accent vooral op de bestuurlijke in richting van Nederlands-lndië en de politieke bewegingen, crisis en oor log. Bij het subonderdeel "bestuurlijke in richting" moet gekend worden: - de verhouding Nederlands Parle ment - Volksraad; - de grondwetswijziging van 1922; - het Binnenlands Bestuur; - het beleid van de gouverneur- generaal; - verhouding Batavia-Den Haag; - de inheemse bestuurders en de zelfbesturende vorsten; - Nederlanders en andere bewoners van Nederlands-lndië. De hierbij behorende namen, termen en begrippen zijn: adat - desa - desaschool - econo mische ontwikkelingen - ethische rich ting - exorbitante rechten - heren- diensten- Indische begroting - Islam - kampong - KNIL - ministerie van Kolo niën - missie - onderwijs - zending - ziekenzorg. Bij het subonderdeel "politieke be wegingen, crisis en oorlog" zijn de volgende aspecten voorgeschreven: - oprichting van nieuwe en uitbouw van bestaande politieke bewegin gen door zowel Nederlanders, Indi sche Nederlanders, inheemsen als overigen; - onrust, zich uitend in haven- en spoorwegstakingen en in de muiterij op de Zeven Provinciën. - de communistische opstand; - de economische crisis en de gevol gen ervan voor Indië en Nederland. - de petitie Soetardjo; - de gewijzigde verhouding tot het opperbestuur tengevolge van de be zetting van Nederland door de Duitsers; - Indische vragen naar aanleiding van het Atlantisch Handvest (augustus 1941); - Pearl Harbour, oorlog met Japan, capitulatie op 8 maart 1942. De hierbij behorende namen, termen en begripppen zijn; ABDA, commando - Boven-Digoel - contract-koelies - Groot Oost-Azia tische welvaartsfeer - Groter - Neder land - Hatta - Hollands-Inlandse scho len - "Indië verloren, rampspoed ge boren" - Indische partij - Indische Nederlanders/Indo Europeanen - In donesië - katoentjes - nationalisme - Soekarno - Sjahir - Stuw Groep - Vaderlandse Club - "Van Imhoff" - wilde scholen. De periode 1942-1949, van capitula tie tot souvereiniteitsoverdracht is volgens de leerstofstructuur in 2 sub periodes verdeeld, n.l. 8 maart 1942 - 17 augustus 1945 en 1945-1949. Voor de periode 1942-1945 moet be handeld worden: - het Japanse militaire bestuur en de gevolgen ervan voor de verschillen de bevolkingsgroepen; - de reacties van de Inheemse bevol king op de Japanse overwinning; - 7 december 1 942 rede van Koningin Wilhelmina over de toekomstige status van Nederlands-lndië; - de houding van de Japanners ten opzichte van de wens van de Indo nesische nationalisten om onafhan kelijk te worden; - 15 augustus 1945 Japan capitu leert; -17 augustus 1945 Soekarno en Hatta roepen de republiek Indonesia uit. De erbij behorende namen, termen en begrippen: beschermde wijken - Birma spoorweg dwangarbeid - Hiroshima - hongers nood - interneringskampen - Kempei- tai - krijgsgevangenen - Pantja Sila - Romoesja's - Rijksconferentie. Van de periode 1945-1949 behoort aan de orde te komen: - 29 september 1945 aankomst van Britse troepen op Java; ook uit Ne derland worden troepen naar Indië gezonden; - het probleem van gevangenen en geïnterneerden in het onder republi keinse controle staande gebied; - 1946 Hoge Veluwe conferentie; - 1947 akkoord van Linggadjati; - politionele acties; internatonale re acties, de rol van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties; houding van de Verenigde Staten van Amerika; - 1949 Ronde Tafel Conferentie: RTC- overeenkomst 27 december 1949 souvereiniteitsoverdracht; - reacties van pers en parlement in Nederland. De normen, termen en begrippen die bij deze periode horen zijn: Beel - Commissie van Goede Diensten - Commissie Generaal- Drees - federa lisme - Van Kleffens - Malino - pemoe- da - Renville overeenkomst - Roem - Romme - Van Royen - Spoor - Vere nigde Staten van Indonesië - week der schande - Westerling. 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1986 | | pagina 18