ONS PROGRAMMA VOOR 1987 IS ER WEER. Reisvereniging ~9SELA.3€A.T Een van de manschappen van de "Zuider kruis" in uitgaanstenue. Engels sprekende Ceylonnezen, maar daar zij die taal zelf niet kunnen spreken voelen zij zich opgelaten. In deze geest ging het krantenartikel verder. Drie en een half lange jaren hebben deze manschappen met elkaar op één en hetzelfde schip gezeten. Dat viel niet mee. In hun houding was echt wel iets veranderd. Ze waren na verloop van tijd niet zo makkelijk meer naar je hand te zetten. Hun verblijf in deze meer westers georiënteerde wereld, hun omgang met communis tische vriendjes in Ceylon en het feit dat zij niet ontslagen konden worden, maakten hen lastiger dan vroeger. Zij stonden meer op hun rechten en de plichtsbetrachting nam af. Vervelend was o.a. dat de manschappen voor het minste of geringste een request schre ven aan de Admiraal. In de stad zaten op de hoeken van de straten schrij vers, die voor 5 rupies een request schreven, kant en klaar met een en veloppe er bij. Natuurlijk waren het allemaal requesten met een inhoud van generlei waarde, maar de recht zetting van de bezwaren was telkens weer tijdrovend. Een echte reden om ontevreden te zijn was er - gezien de oorlogsomstandig heden - eigenlijk niet voor de Inlandse mindere schepelingen. Bij amusement aan de wal was natuurlijk de taal een aanzienlijke barrière doch niet on overkomelijk in het bijzonder omdat de manschappen het op financieel ge bied veel en veel beter hadden dan vóór de oorlog en dan de mensen aan de wal. De manschappen van Hr. Ms. "Zuiderkruis" werden betaald over eenkomstig hun collega's bij de Ko ninklijke Marine, waardoor zij - voor hun doen - per maand grote bedragen beurden, een matroos kreeg 100 rupees in zijn handje. Hierdoor en met hun mooie uniformen maakten zij tijdens het passagieren aan de wal goede sier en waren zij bij de dames zeer gewild zeker op die terreinen waarbij de taal geen rol speelt en geheel overvleugeld is door liefde, charmeren en tedere gevoelens, iets wat de Oosterling zo goed ligt. Ofschoon de equipage bij vertrek uit Java, zoals hierboven opgemerkt, stond te huilen over hun vrouw en kinderen, waren zij dat verdriet spoe dig te boven en al vrij gauw waagden zij zich te Colombo weer in het huwe lijksbootje. Vrouw en kinderen op Java speelden geen rol; een Mohamme daan mag vier wettige vrouwen nemen. Bij het trouwen werd niet op geld gekeken; de een trouwde al deftiger dan de andere en men zag in het volkslogies aan boord weldra trouw foto's verschijnen. Hij keurig in smo king of jacket plus koepia en zij met witte bruidssluier en bruidsboeket. De officieren aan boord zagen oor spronkelijk die trouwerij niet graag, want het kon tot moeilijkheden leiden bij terugkeer in Indië maar van de andere kant werden de mannen daar door rustiger, zij zaten niet te tobben over vrouw en kinderen op Java en zij hadden een tehuis wanneer zij moch ten passagieren, terwijl het aantal V.Z. gevallen nihil was. In de loop van de oorlogsjaren werd 46 keer aangifte gedaan van de geboorte van een kind. Toen Hr. Ms. "Zuiderkruis" goed en 30 daagse Java-Bali tour, met Nederlandse reisleiding f 3.695- Vertrekdata: 8 maart 1 987 - 3 mei 1 987 - 5 juli 1 987 - 2 augustus 1987 - 22 november 1987. Voor groepen en verenigingen komen wij met een dia-programma. VRAAG REISBESCHRIJVING NU: Postbus 21 - 3760 AA SOEST - Telefoon 02155 - 1 59 33 Ingesch. K.v.K. 506966 Stadsgezicht in Colombo. wel op Java terug was, werden alle vrouwen (voor zover zij dat wilden) met de kindertjes opgezonden naar Java. Uiteraard heeft dit hier en daar moeilijkheden gegeven met de eerste echtgenote, doch ernstig was het niet. Dat komt omdat de Inlandse vrouw een ruimere kijk op het leven heeft en daardoor gemakkelijker begrijpt. Een typisch voorbeeld. Eén van de matro zen, die te Colombo opnieuw ge trouwd was, vond bij aankomst op Java zijn eerste vrouw terug, doch zij was intussen met een ander gehuwd. De matroos stapte op de waarnemend echtgenoot af en deelde hem mee dat het feitelijk zijn vrouw was, waarmee hij samenleefde en dat hij haar terug wilde hebben. De nieuwe echtgenoot zag hiervan het billijke in en de ma troos ging tevreden met zijn vrouw naar huis. Hij kreeg echter na enige maanden bericht dat zijn tweede vrouw uit Colombo onderweg was naar Java. De matroos ging toen weer naar de man die zijn vrouw gedurende de oorlog had gehuwd en deelde hem mede, dat hij bericht had ontvangen dat zijn tweede vrouw thans onderweg was naar Java en aangezien twee vrouwen wel een beetje te veel was van het goede vroeg hij of de waarnemend echtgenoot zijn eerste vrouw weer wilde terugnemen. Deze ging hiermede akkoord, want zij was altijd een goede vrouw voor hem geweest en zo werd deze moeilijkheid tot een gelukkig einde gebracht. Het is waar. Alles zal recht komen. tv 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1986 | | pagina 19