FASH(PASAH)-Echtscheiding BESTUUR IN NED.-INDIE (VII) BIJZONDERE STEEN Voor de rechtbank in Langkat, destijds (voor de tweede wereldoorlog) voor gezeten door de toenmalige Sultan Toeankoe Machmoed en bijgewoond door de Assistent-resident, verscheen een vrouw, die echtscheiding (pasah) vroeg. Zij was een Mohammedaanse. In Nederland leven en wonen vele Mohammedanen. Wat weet de doorsnee Nederlander van de Islam? Wat behelzen hun verplichtingen? Wat is verboden en wat is geoorloofd? Welnu, de bestudering en beantwoording van al deze vragen wordt de "wetenschap der plichtenleer" (ilm al fikh), genoemd. De oude schriftgeleerden, de Fakihs, steunden bij hun uitspraken op de Koran en de Gewijde Traditie. Ziet U deze geleerden al zitten in de woestijn of in tenten in de oase? Of op de marmeren vloer van de moskee in diep gepeins verzonken? In de loop der jaren ontstond zo een aantal Fikh-scholen. Deze worden aan geduid met het woord "madzhab" dat eigenlijk "richting" betekent. Dat wil zeggen, dat iedere "Fikh" in het uitge strekte rijk soms een eigen interpreta tie had over de uitleg van bepaalde uitspraken in de Koran en de traditie. Uiteindelijk bleven er vier erkende Fikh-scholen over en wel de Sjafi'iti- sche, de Flanafitische, de Malikitische en de Flanbalitische scholen. Heel terecht zegt Saadi dat het doel der wetenschap is klaarheid in de ziel te brengen - niet om de wereld in brand te steken! In ons voormalig Neder- lands-lndië, in Coromandel en Mala bar, in Malakka en Hadramout (zuid- Arabië), Bahrein en in sommige delen van Oost-Afrika behoren de Moslims algemeen tot de Sjafi'itische madzhab. Het is natuurlijk te begrijpen, dat er vroeger heftige meningsverschillen kon den ontstaan tussen de diverse scho len. Meestal betroffen deze echter alleen de toepassing van de regels op bijzondere gevallen. Langzamerhand ontstond de overtuiging dat die ver schillende opvattingen naast elkaar bestaansrecht hadden. Ja, men haalde zelfs de Profeet aan, die gezegd zou hebben: "Het meningsverschil in mijn gemeente is een genadebewijs van Allah." Het komt zelden voor dat iemand van de ene madzhab, (Fikh-school) over gaat naar een andere. Dit gebeurt wel als een vrouw huwt met een man van een andere madzhab, of als een ge zin in een streek gaat wonen, waar uitsluitend een andere madzhab wordt aangehangen. Als een Hanafiet bijv. een Sjafi'iet wordt vindt de Sjafi 'itische madzhab de zaak gezond - hij krijgt er een lidmaat bij, maar die Hanafitische school pleegt zich daar over afkeurend uit te laten: logisch, hij verliest een genoot! Als een madzhab een bepaalde (op zichzelf staande) kwestie minder streng beoordeelt dan een andere, is het zelfs mogelijk omwille van deze kwestie tot de mildere madzhab over te stappen, mits men alle bepalingen op dit stuk van die Fikh-school nauwgezet op volgt. Dit heet het "met gezag bekle den" (taklid) van dat onderdeel van de door Victoria Kauibach en Dr. J. J. C. H. van Waardenburg (t) leer. Deze lange uitleg is nodig om het volgende te vatten. Welnu, we zaten dus in Langkat en het verhaal van de vrouw, die pasah vroeg moge door het bovenstaande verdui delijkt worden. Echtscheiding wordt in Nederland in eerste instantie door een advocaat geregeld, terwijl de scheiding zelf door de rechter wordt uitgesproken. De Mohammedaan heeft wel een zeer simpel systeem: Als de man driemaal tegen zijn vrouw zegt: "je bent mijn zuster!" dan is hij' gescheiden! Welke reden had deze Mohamme daanse vrouw nu om zich te laten scheiden? Zij vroeg echtscheiding aan op grond van het feit, dat zij als minderjarige maagd door een ander persoon dan haar vader of grootvader in de echt was verbonden. Nu zij volwassen was geworden, eiste zij ontbinding van dit huwelijk. Hoe is het mogelijk, dat iemand zo maar kan beschikken over de toe komst van een ander? Jazeker. In de Islam blijft een vrouw de mindere en is ondergeschikt aan de man. Deze kwesties zijn zeer gevoelig, vooral waar dit het hart betreft! "Het hart valt sneller om dan een pot die aan het koken is," zegt Al-Ghazali. Daarom is het goed, dat er wetten bestaan om het hart aan banden te houden! De kern van deze zaak zat in het volgende: Volgens de Sjafi'tische Leer bezit alleen de vader, of de grootvader van vaderszijde de bevoegdheid zijn minderjarige dochter zonder haar toe stemming uit te huwelijken. Dat heeft als vreemde consequentie dat minder jarige kinderen, die deze bloedver wanten niet bezitten, niet kunnen trouwen zolang zij minderjarig zijn. Door middel van "taklid" kan men echter omtrent dit onderwerp over gaan tot de leer van de Hanafitische School, die iedere bloedverwant als wali (huwelijks sluiter) bevoegd ver klaart de minderjarige maagd uit te huwelijken zonder haar toestemming. Welnu hier zat de vrouw in haar kleurige sarong en kanten baadje met een sluier rond haar hoofd gewonden en eiste ontbinding van haar huwelijk, omdat dit zonder haar toestemming, toen zij nog een minderjarige maagd was voor haar was gesloten, niet door haar vader of grootvader (agnati in de mannelijke lijn), maar door een oom. Dat ware niet mogelijk geweest als men niet door "taklid" de omtrent dit onderwerp in de Hanafitische School geldende leer had toegepast, die elke bloedverwant als wali bevoegd ver klaart. Maar ter rechtszitting wist niemand of er hier sprake was geweest van "taklid"! Hoe dit ook zij, zelfs als zou dat het geval zijn geweest, dan nog kon de vrouw, nu zij volwassen was, ontbinding van het huwelijk eisen op grond van het ontbreken van haar toestemming toen zij nog minderjarig was. Welke eis derhalve werd toe gewezen. Gelukkig waren er uit haar huwelijk geen kinderen geboren en ook de wali (huwelijks sluiter) was enige jaren geleden gestorven. Alleen de echtge noot en zijn familie voelden zich ge kwetst, maar konden zich troosten met het feit dat het maar niets is om een vrouw, die niet van je houdt, tegen wil en dank vast te houden. Op de pasar malam ontmoette ik Krelis, een marineman, een goede maat van mijn schoonzoon, eveneens een zee schuimer in overheidsdienst. Krelis, net terug van een maandenlange zee reis in het verre Oosten, geniet nu van een bijzonder verlof. Hij haalde een pakje uit zijn binnenzak en uit dat pakje kwam een in papier gewikkeld steentje te voorschijn. "Pa", begon hij, "het komt heel goed uit dat ik u hier ontmoet. Zou u dat krabbeltje voor me willen vertalen: dat steentje kocht ik in Jakarta voor 10.000 rupiah van een heel arme sloeber. Uit zijn gebaren maakte ik op, dat het steentje mij tegen allerlei onheil zal beschermen". Hoewel ik absoluut geen stenenexpert ben, maar de taal van mijn geboorte land nog voldoende beheers, nam ik eerst het verfrommeld stukje papier en las: "Kalau dompetnya kosong, kepa- lanya pusing" hetgeen betekent, als de beurs/portemonnaie leeg is, doet het hoofd pijn. Een waarheid als een koe dus. Het steentje op zich, verschilt (voor mijn leke-ogen) niets van een gewone kiezelsteen. "Krelis, denk maar aan die adviseren de spreuk bij al je aankopen, want dat zal de stenenverkoper wel bedoeld hebben", zei ik bij het afscheid tot de teleurgestelde jongeman. NONO PONDER 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1986 | | pagina 6