BU DE VOORPLAAT TERUG OP D'OUDE ROUTE Op één zo'n reis landde ik te Singapore die keer Voor Clifford pier lag nieuw land van opgespoten zand. Maar geen KPM-ers van ons voormalig Waterland. Echter ook mijn schip moest verder varen Zij het ditmaal om de West. Mijn oog bleef naar "toen fan froeher" staren Dat schijnt niet te mogen en dat wist ik best. Daags er op het lijnenspel van Sibayaks kegel Vreugde zinderde door mijn harte heen. Weg was, wegens gemiste kansen, mijn eerste wrevel Want lading om Belawan aan te lopen, was er geen. Toen kwam de blink van 't vuur van Willems Toren En Sabangs vertrouwde schaduwbeeld in 't zicht. Voor mij was dit puur varen als ooit te voren Een prauw voer ter kimme als was zij een gedicht. LUCAS LINDEBOOM oooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooo IEN 45 Jaar geleden, in, op de kop af drie maanden, beleefden we onbewust de afsluiting van ons leven in Indië. Het stille, rustige leven, gesymboliseerd in de foto op de voorpagina (van R. L. Mellema). De bergen en bomen, de tegallans met het kleingewas, misschien ook al de djagoeng ingepoot. De djagoeng die we over een paar maanden zouden zien als vredesteken. Toen, 45 jaar geleden wisten we niet dat ons leven een andere koers genomen had, dat niets meer zou zijn als vroeger. Zelfs niet toen de bevrijding eindelijk was gekomen. Na vele, vele djagoeng-oogsten. Raken we over de oorlog na 8 maart 1942 blijkbaar nooit uitgepraat en geschreven, over deze 3 maanden amper een woord. Daarom leek het ons goed er in deze Moesson - voor het eerst en voor het laatst mis schien - aandacht aan te besteden. Na een paar dagen van opwinding over Pearl Harbor en de oorlogsverklaring aan Japan, hernam het leven (ik spreek over Soerabaia) zijn loop. Onzekerheid over de toekomst werd weggepraat en weg-"gewerkt" en sombere voorspel lingen werden als "defaitisme" zelfs strafbaar gesteld. Mijn vader zei: "Ik geloof dat we de Japanners verschrik kelijk aan het onderschatten of onze weerbaarheid aan het overschatten zijn". Waarop zijn zuster (mevr. Führi, redactrice van "de Malanger") ant woordde: Ik zou dat maar niet te hard zeggen, broeder!", en ze gaf ons een mooie poster waarop defaitisme onze grootste vijand werd genoemd. Pa plakte de poster in zijn studeerkamer en ging verder met vioollessen geven. Mijn broer bleef in de Simpangclub spelen met Vidor von Jekim en ik redigeerde onverstoord mijn "Jong- Indië" en andere jeugdbladen voor het Soerab. Handelsbladconcern. Ja, er veranderde wel wat in de stad, en ongemerkt slopen toch twijfel en onzekerheid binnen. Als.... maar wat na dat "als" zou kunnen komen, wist niemand. Het leek of we figuranten waren in een oorlogsfilm, we keken naar onszelf, zagen ons dingen doen zonder de zin ervan te beseffen. Zoals trouwens niemand iets overtuigd kan doen zonder de bittere noodzaak er varen te hebben. We leerden oorlogs theorie, wachtend op het praktijk examen. Dat kwam met het eerste bombar dement begin februari, ledereen dacht dat de sirenes alweer vooreen oefening loeiden. Kantoorpersoneel ging on willig, ook wel grappend naar buiten, de schuilkelders in. Ik dacht flauwekul, trok me ongemerkt terug naar de drukkerij waar een paar toekangs on verstoord door bleven gaan met het schoonmaken van zetramen. Leo Mel- ger de bedrijfsleider liep rond, contro lerend of alle machines wel af waren gezet. Hij scheen het de gewoonste zaak van de wereld te vinden dat ik er ook was. "Laat die 2 laatste matrijzen overmaken, ze zijn niet scherp ge noeg", zei hij. Toen hoorden we het geronk van vliegtuigen, heel ijl, duide lijker wordend. We liepen naar een openstaande zijdeur en zagen de Navy-O's, zilvervisjes tegen een azuren hemel. Toen vielen de bom men. Na dat eerste bombardement heb ik vele andere meegemaakt, ik heb in vuurlinies gezeten, heb mortieren vlak naast en achter me horen inslaan, ben aan ettelijke sniper-schoten ont snapt, maar die eerste bommen op Soerabaia, dat was het geluid van de Oorlog die nog vele jaren zou duren. Op Tegalsari werd een huis getroffen, op Toendjoengan lag restaurant Tip top in puin en brandde de bioscoop ernaast uit. Daar draaide "It's in the air" met George FormbyPerak brandde. In deze laatste drie maanden werd het afscheid voltooid van ons Indisch leven, ik geloof dat niemand daar ooit een voorgevoel van heeft gehad. Wat wisten wij van politiek? Wat na 8 maart kwam was het concrete drama dat het lot ons had toegedacht. De nederlaag, de vernedering, dood, verdriet, angst, pijn, haat. ledereen onderging het op zijn, haar manier. Zelfs na 40 jaar raken velen niet uitgekeken op de oorlogsfilm, die herhaald en herhaald wordt. De figuranten zijn nu allemaal hoofdrolspelers geworden, ze praten en schrijven en herdenken. Maar de echte hoofdrolspelers zijn dood, dat is het trieste In dit nummer van Moesson laten we mensen aan het woord over deze laatste maanden in ons Indië, de eers te maanden van de oorlog. Zoals ik al zei, veel ingrijpends gebeurde er nog niet. Geen slachtoffers, verzets- of andere helden, we waren gewone burgers, blank en bruin, jong en oud, rijk en arm, niets vermoedend dat onze wereld voorgoed zou instorten en we eens op een ander werelddeel zouden voortleven. Mooie dromen voor de toekomst ingeruild tegen syndromen van het verleden. Onafhankelijkheid en trots vaak ingeruild tegen eeuwig gezeur om een onthouden uitkering, een pensioentje, een onderscheiding. Vechtend tegen domheid of bewust onbegrip van de mensen die ons leven en onze oorlog nooit begrepen heb ben. Of willen begrijpen. Daarom willen we deze drie maanden herdenken, samen. Zonder om te zien in wrok. In Vredesnaam niet. LILIAN DUCELLE Noot: Landen: Zeevarenden vliegen de laatste jaren steeds vaker naar een bepaalde locatie om daar aan boord te stappen. Clifford pier: Zeer bekende pier in Singa pore, alwaar passagiers en zeevarenden, op de rede liggende met hun schip, aan wal stapten/stappen om te gaan passagieren. Ons Waterland: In wezen vertaling van Tanah Ayer Kita ons Waterland Indië/lndonesië. Om de West: In westelijke richting, dus min of meer Suez-waarts. Blink: Schijnsel van een vuurtoren dat nog onder de kim zit. Vuur: Zeevarenden spreken van een vuur/vuurtje, als zij het licht van een vuurtoren/van een schip zien 's avonds. Willems Toren: Zeer bekende, en meest noordelijke vuurtoren uit voormalig Ned - Indië, gelegen op Poeloe Breuë, staat er nu nog! oooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooo

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1986 | | pagina 2