/ySRv\ ViJ^/ ORIENT TRAVEL BV (Vervolg: "Prof. Mr. Dr. C. Fasseur) Geschiedenis en Indische Nederlanders Prof. Fasseur: "Dat de belangstelling voor de geschiedenis van Indonesië is toegenomen, wordt onder meer be wezen door deze leerstoel in Leiden". - Zegt u bewust "de geschiedenis van Indonesië" en niet "de geschiedenis van Nederlands-Indië? Het laatste zou kunnen duiden op een andere benadering van doceren." "Daar moet je niet kinderachtig over doen. Als het gaat over de periode tot 1950 dan is het duidelijk dat je het hebt over Indië. Ik weet wel dat men sen het soms moeilijk kunnen hebben met benamingen en sommigen blijven zelfs staan op de sch van Neder- landsch-lndië. Maar als je daarop blijft steken, ga je toch denk ik aan het wezen van de zaak voorbij." - Het lijkt er vaak op dat Indische Nederlanders nogal buiten spel staan of worden gezet wanneer het gaat over de geschiedenis van Indië. Het gaat dan over Nederland en Indone sië, Nederlanders en Indonesiërs, staatkundige verhoudingen, politieke problemen enz. Het gewone leven met de gewone dingen en de gewone mensen, die voor een belangrijk deel toch Indië maakten zoals het was, hangt er maar een beetje bij en dat terwijl de ge schiedenis van de (oudere) Indische mensen juist uit dat gewone bestond. "De emotionele betrokkenheid tot de Indische geschiedenis is mijns inziens bepaald tot die generatie, die er zelf heeft geleefd en gewerkt. Als histori cus, dien je de materie vanuit verschil lende invalshoeken te benaderen. Daardoor ga je natuurlijk ook relati veren. Betrokkenheid bij de geschie denis van Indonesië is geen zaak van één bepaalde groep en zo doet het er ook niet toe of mijn studenten een Indische achtergrond hebben of niet. Men volgt onderwijs zonder dat daar bij een bepaalde richting wordt ge- suggereerd^en de verworven kennis moet een ieder zelf naar eigen inzicht gebruiken." "Ik weet dat er mensen zijn, die zich enorm aangesproken voelen wanneer er iets ten nadele van Indië wordt gezegd. Ik kan me daarover verwonde ren, misschien omdat ik mij totaal niet betrokken of verantwoordelijk voel voor iets dat 50, 100 jaar of langer geleden fout is gegaan. Wat vele In dische Nederlanders doen, het ver dedigen en het koesteren van het verleden, begrijp, ik dan ook niet helemaal. Wat beogen ze daarmee? Mijn verwachting is dat in de plurifor me maatschappij van nu en de toe komst de Indische Nederlanders steeds minder herkenbaar zullen zijn. Het nadeel daarvan is, dat specifieke cultu rele kenmerken verloren dreigen te gaan, maar aan de andere kant houdt het als afzonderlijke groep willen blijven voortbestaan naar mijn mening het gevaar van getto-vorming in Bestuur "Wat waren naar uw mening de ster ke en de minder sterke zijden van het Nederlands bestuur in het voormalig Ned.-Indië?" "De sterke zijde van ons bestuur in Indië bestond uit de sociale zorg voor de bevolking, zoals men die in die tijd zag. Ik neem in dat verband de pokken- vaccinatie, de zorg voor verbetering van landbouw en veeteelt, het irrigatie systeem. Enige tijd geleden is er een vergelijkend onderzoek gedaan door de universiteiten van Leiden, Cam: bridge, New Delhi en Yogya, naar hetgeen is verricht door het Neder landse en Engelse bestuur. Op een congres in New Delhi verbaas den de Indiase historici zich over de intensieve bemoeienis die het Neder landse bestuur aan de dag legde op het gebied van de behartiging van de welzijnstaken in haar kolonie. In tegenstelling hiermee liet het Britse bestuur in India zich met deze zaken niet in en beperkte zich tot de zorg voor de rechtspraak, het innen van belastingen en het verzekeren van de interne veiligheid. Daartegenover liet het Nederlandse bestuur veel te weinig aan de inheemse bevolking zelf over, hetgeen een sterk doorgevoerd paternalisme tot gevolg had; alles werd voorde bevolking gedaan, maar niets door haar. Er was te weinig aandacht voor de onderwijsmogelijk heden voor een bredere groep van de bevolking. Het onderwijs was dusdanig geperfec tioneerd, dat te weinigen er deel aan konden hebben. Wat betreft het univer sitaire onderwijs waren er niet genoeg plaatsen beschikbaar en waren de eisen te hoog. In het voormalige Brits- Indië beheerden de Indiërs zelf univer siteiten. De Indian Civil Service was open gesteld voor Indiërs, die bepaalde examens hadden afgelegd. Tussen de beide wereldoorlogen vond in India een grote toename plaats van het aantal inheemse bestuursambtenaren, die in staat waren het bestuur over te nemen. In Ned.-Indië is er in het begin van de 20e eeuw sprake van geweest de bestuursdienst open te stellen voor Indonesiërs, die in Leiden waren afge studeerd en hen te plaatsen als contro leur en ass.-resident. Daar dit op bezwaren stuitte, is dit plan niet tot uitvoering gekomen. De coöperatoren onder de Indonesiërs kregen zodoen de niet de gelegenheid deel te nemen aan het bestuur en bleven in eigen kring opgesloten. Daardoor was het ook niet mogelijk tot een geleidelijke overdracht van het bestuur te komen. Oorlog "Hoe waardeert u de grote aandacht die er de laatste tijd wordt gewijd aan de gebeurtenissen die zich in de oorlog en de bezetting in Indië hebben af gespeeld?" "Ik vind het een goede zaak dat dit nu gebeurt, op een ogenblik dat naast betrokkenen er nog van kunnen getui gen en op een tijdstip dat de boeken van Prof. De Jong die over deze periode handelen, het licht zien. Voor de ge dachte te komen tot de oprichting van een Indisch monument in de vorm van een oorlogsmonument loop ik niet zo warm, het suggereert dat de herden king van 15 augustus een aflopende zaak is. Men kan zich afvragen of de Indische groep een dergelijk monu ment nodig heeft als erkenning van het tijdens de oorlog en bezetting doorstane leed". De Jong Hoe schat u de kansen van het Comité Geschiedkundig Eerherstel om het proces tegen de Staat te winnen? "Ik denk dat er weinig zicht op is dat het proces gewonnen wordt en al zou het wel zo zijn, dan denk ik dat geen historicus bereid zal zijn deel 11 Aoveè- te doen, omdat dan de positie van de historicus als onafhankelijk weten schapper in het spel komt. Indien er bij de Indische Nederlanders inderdaad behoefte bestaat aan een historisch houvast, dan zal er uit die kring wel iemand opstaan die zelf een boek gaat schrijven indien hij zich daartoe gekwalificeerd weet. Zelf ben ik dan best bereid adviezen te geven". (lees verder pagina 20) (ANVR) RETOUR BANGKOK VOOR SLECHTS f 1.575,- RETOUR JAKARTA f 1 795- 31 -daagse verzorgde reis JAVA en Bali v.a. f 3.670,— BALI - plus BANGKOK, SINGAPORE, SUMATRA, JAVA retour f 2-^45 - RETOUR AUSTRALIË plus 2 stops Indonesië GARANTIEFONDS REISGELDEN f 2.800 - Rokin 52 - AMTERDAM - Tel. 020 - 24 25 38 Laan van Meerdervoort 291 - DEN HAAG Tel. 070 - 63 83 67 Singel 486 - 1017 AW AMSTERDAM Tel. 020 -23 74 84 17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1986 | | pagina 17