Twee ruiters TUNAS Trade, Tours Travel International B.V. 385 Beeklaan Telex: 34193 tunas nl. Voor de huur van een dienstwoning werd bij de ambtenaren van Nederlands Oost Indië negen procent van hun salaris ingehouden. Soms werd zo'n woning echter niet in overeenstemming geacht met de financiële draagkracht van de bewoner. Er kon dan een taxatie worden gehouden waarbij een minimum huurwaarde werd vastgesteld. De boswachterswoning van de afdeling Kelapa-Sèwoe kwam volgens de houtvester daarvoor in aanmerking. Overeenkomstig de voorschriften moest de commissie, die over de huurwaarde besliste, bestaan uit de houtvester en de plaatselijke Europese bestuursambtenaar, in dit geval was dat de Assistent Resident van Kempassan. De houtvester was een late telg van een oud en moe geslacht. Omdat hij oudste zoon was werd hij, volgens familietraditie, officier. Deze loopbaan duurde slechts enkele jaren totdat zijn vader overleed. Daarna nam hij ontslag uit de dienst en ging voor houtvester studeren in Wageningen. Hij was dus niet meer zo piepjong toen hij in Indië aankwam. Nu was hij dicht aan zijn pensionering toe en leefde het pret tige leventje van een oude vrijgezel. De A.R. was ook al jaren in dienst en woonde met zijn vrouw in een groot koel huis op een standplaats in het binnenland, waar hij het Nederlandse gezag op waardige manier vertegen woordigde. Er school geen enkele moeilijkheid in het verzoek van de houtvester en dus kwam de A.R. graag het huis van de boswachter taxeren. Het zou een ge zellige tournee worden en het bezoek aan het huis een loutere formaliteit. De woning lag aan de rand van de houtvesterij, grenzend aan een schaars bewoond, sterk door erosie aangetast, landschap. De boerenbevolking was erg arm en er werd geregeld hout gestolen. Maar de boswachter wist dit euvel wel binnen de perken te houden. De huurverlaging zou dus tevens als een soort van persoonlijke beloning kunnen dienen, want de boswachter zat al sinds jaren op zijn maximum loon en gratificaties kende de dienst van het boswezen niet. Het huis lag ver verwijderd van de schaarse autowegen die door de hout vesterij liepen, dus was het noodza kelijk om een stuk van de reis te voet of te paard af te leggen. De houtvester had in zijn jeugd leren rijden omdat hij als officier op parades te paard moest verschijnen. Maar hij had zich nooit goed thuis gevoeld in de wereld van de actieve ruiterij, wel was hij altijd op de paardenrenbaan waar hij steeds een gokje waagde om zo het geslonken familiekapitaal wat op te vijzelen. Indien hij noodge dwongen voor de uitoefening van zijn dienst van een paard gebruik moest maken liet hij altijd de plaatselijke mandoer meelopen naast het hoofd van het paard om het bit vast te houden. Zo had hij nooit moeilijk heden te verwachten. De A.R. was in zijn jonge jaren vaak genoodzaakt geweest te paard naar afgelegen dessa's te reizen. Maar met plezier had hij dit nooit gedaan en ook hij had steeds een mannetje gehad dat naast het paard liep en het bij de teugel leidde. Nu had hij in jaren geen paard meer gereden. Hij wist niets omtrent de rijkunst van de houtvester en hij versleet hem voor een geduchte ruiter. Daarom durfde hij niets te zeg gen en hoopte alleen maar dat hij een tam biekje zou treffen. De houtvester had besloten om op deze tocht geen paardenmenners mee te nemen, omdat hij tegenover zijn metgezel geen al te dwaas figuur wilde slaan. Hij was immers gewend aan het wagen van een gokje. Wel had hij opdracht gegeven om een paar van de makste paarden klaarte zetten en ook wat begeleiders mee te laten lopen. Op de dag van de taxatie vertrokken ze al heel vroeg nadat ze bij de houtvester die midden in het bos woonde, ontbe ten hadden. Het eerste deel van de tocht ging per auto door de rijzige djatibossen. Ergens op een zijpad wachtte een mantripolitie met de bos wachter en een tweetal mandoers met rijpaarden. De mantri reed ambtshalve dagelijks te paard. Na de begroeting en kennismaking hesen de beide gouvernements-amb- tenaren zich moeizaam in het zadel terwijl de twee mandoers beleefd de paarden in bedwang hielden. Daarna wipte de mantri op zijn paardje en ging aan de kop van de stoet rijden. Het nauwe bospad noopte de ruiters ach ter elkaar te rijden. De drie voetgan gers sloten de stoet, waarbij ze de hiërarchie in acht namen; de boswach ter ging dus voorop. Vanwege de voetgangers werd stapvoets gereden en de beide europeanen voelden zich weldra zo veilig dat ze de teugels lieten hangen en er gemakkelijk bij gingen zitten. De houtvester waagde zelfs een oogje aan de omgeving. De bossen werden gaandeweg slechter met kromme kleine bomen en open plekken die vol manshoog en dicht struikgewas stonden. Dit was een ge bied waar vanwege de klandestiene veeweide de grond erg beschadigd was door de erosie. Sporen van her haalde bosbrand wezen eveneens op de nabijheid van dessa's. Het bospad werd smaller en de ondergroei van struiken ruiger Terwijl hij zo aan het kijken was had de houtvester onwillekeurig zijn paard wat ingehouden. Het was hem echter ontgaan dat dit het makke beestje niet naar de zin was. Bovendien wist hij niet dat het paardje gewend was om, wanneer het in colonne reed, voorop te stappen. Het was namelijk het eigen paard van de mantri die het eerbiedig beschikbaar had gesteld voor zijn hoogste chef. Onverwachts sprong het paard, dat zich verongelijkt voelde, in een galop en zette er even de sokken in. Hij meende dat nu de tijd gekomen was om zich aan het hoofd van de colonne te plaatsen. De houtvester schrok op uit zijn be spiegelingen en denkend dat het paard op hol sloeg, schopte hij de stijgbeugels uit en liet zich met ge kromde rug en opgetrokken knieën als een bal zijdelings van het zadel rollen. Hij verdween in het dichte struik gewas dat langs de weg groeide. De twee mandoers schoten te hulp, rukten hem uit de bosjes, tilden hem rechtop en zetten hem overeind om te kunnen zien of hij ergens beschadigd was. Dat bleek mee te vallen, het dichte struikgewas had zijn val ge broken. Ze sloegen hem het stof en de bladeren van zijn kleren, raapten zijn tropenhelm op en zette deze eerbiedig weer op zijn hoofd. Daarna lieten ze hem verbouwereerd staan en renden achter de stoet aan om het paard te 2562 AZ DEN HAAG Telefoon 070 - 63 92 27 63 89 94 Uw Indonesië en Verre Oosten reis op de maat van uw beurs en wensen gesneden! Agent voor Europa van P.T. TUNAS INDONESIA TOURS ft TRAVEL Jakarta Kantoren: Medan, Padang, Yogya, Surabaya, Bali, Ujung Pandang, Bandung, Singapore, Honkong, USA. 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1987 | | pagina 10