Op "cruise" met een oorlogsbodem Ned.-lndië levert een wereldprimeur INDISCHE SPEKKOEKEN Na de inval van de Duitsers in Nederland in mei 1940 werd het hachelijk menens in het Verre Oosten. Japan begon zich te roeren en bepaalde daardoor het tempo van de ontwikkelingen in dat gebied. Nog in dezelfde maand mei richtte Japan tot de gouverneur generaal van Nederlands-Indië het verzoek een definitieve belofte te doen om jaarlijks een grote hoeveelheid olie, rubber, tin en andere grondstoffen naar Japan te doen verschepen, ongeacht de omstandigheden, die zich later mochten voordoen. Op 6 juni d.a.v. verklaarde de Nederlands-Indische regering dat zij om haar handelsbalans in evenwicht te houden wel bereid was aan een redelijke vraag naar grondstoffen tegemoet te komen. Gezelligheid kent geen tijd Japan begon driester op te treden en daarbij betrok zij ook andere landen. Aan Engeland werd het verzoek ge daan de Birma-weg, waarlangs China van oorlogsbehoeften werd voorzien voor drie maanden te sluiten (17 juli 1940) en zijn garnizoenen uit de bui tenlandse concessies te Tièntsin (18 augustus 1940) en te Shanghai (21 augustus 1940) terug te trekken. Van. Vichy-Frankrijk werd door Japan ge- eist Japanse troepen in Tonkin toe te laten en het gebruik van vliegbases in dat land toe te staan. De Vichy- regering zwichtte en een maand later trokken Japanse strijdkrachten Tonkin binnen. Het werd duidelijk: Japan zet te de eerste stappen richting Nanyo. De Nederlander in Indië maakte zich wel zorgen over de ontwikkelingen in Europa, maar zij zagen geen onmid dellijk gevaar van Japan als opponent in de Stille Oceaan. Tot de aanval op Pearl Harbor werden in het weekblad 'd' Oriënt" nog heel gewoon mooie vakantiereizen aangeboden naar het land van de Rijzende Zon. Onder premierschap van Konoye nam Japan ook een meer krachtige houding aan tegenover Amerika. Op 26 juli 1940 had dat land de export van olie, vliegtuigbenzine, ijzer staal en schroot verboden, behoudens een bepaalde vergunning. Omdat Japan economisch minder afhankelijk wilde zijn van Amerika kwam zij terug op bovengenoemd verzoek aan de Nederlands-lndië van 20 mei, maar nu door op Indië de druk te vergroten. Op 12 september 1940 arriveerde met het s.s. "Nissyo Maru" te Tandjong Priok een Japanse dele gatie onder leiding van Ichiro Kobayashi, minister van Handel en Industrie om "even" de levering van olie en andere grondstoffen te regelen. De delegatie bestond uit 30 economische deskun digen, waaronder twee marine- en twee leger-officieren. Mee kwamen ook enige dozijnen Japanse journalis ten, die voortdurend in het kielzog van de delegatie verbleven. Het gezelschap bezorgde de Indische vreemdelingendienst en de politieke recherche, doch ook de gewone poli tie een enorme toeneming van werk zaamheden door zijn heen en weer getrek over Java, zijn pogingen om contact op te nemen met figuren uit de politieke en de criminele onderwereld en zijn escapades, welke lang niet altijd met economische aangelegen heden te maken hadden. Het was voor het eerst dat een lid van de Keizerlijke regering Nederlands- lndië met een bezoek vereerde. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld was werden direkte besprekingen met de hoogste autoriteit in den Lande, de gouverneur generaal, "geëist". Minis ter Ichiro Kobayasi kreeg echter een dreun op zijn kleine hoofd te incas seren, want gouverneur generaal Jhr. A. W. L. Tjarda van Starkenborgh Sta- chouwer weigerde hierop in te gaan en verwees hem naar dr. H. J. van Mook, de zeer intelligente directeur van het departement van Economische Zaken, die op dat moment als gevolgmach- tigd minister van het Koninkrijk der Nederlanden onderhandelde. De Japanners waren gekomen om in de eerste plaats meer olie los te krij gen; zij wensten te onderhandelen over onbeperkte rechten tot exploratie van de Indische bodem en tot het ontwikkelen van een eigen mijnbouw en olie-produktie. Bij het aanhoren van deze exorbitante eisen kreeg Van Mook een driftbui. Hij sloeg met de vuist op tafel en schreeuwde: "Wat dit betreft moet u zich rechtstreeks tot de oliemaatschap pij wenden". Natuurlijk stonden nog andere verlangens op hun lijstje. De delegatie trad in tegenstelling met het ons zo bekende overdreven nederig en wellevend aandoende karakter vrij moedig op. Omdat Japan zich tegen over de Nederlands-Indische regering oppermachtig voelde ging die vrij moedigheid zelfs over in brutaliteit. Dit TANTE NON's Franko thuis in speciale verpakking. Min. 500 gram f 20,— Min. 750 gram f 25,- stort op giro 38 92 616 Mevr F. Y. ROBERT-FLAMAND Mozartlaan 629 5011 SP TILBURG, tel. 013-56 08 35 door F. C. Backer Dirks bracht de Nederlands-Indische rege ring ertoe een soort afleidingstaktiek te voeren: zo min mogelijk aan de onderhandelingstafel zitten en zoveel mogelijk de Japanners op een zijspoor houden, onder meer door het organi seren van een overvloed aan festivitei ten. Eén daarvan was een avond-rondvaart vanuit Tandjong Priok in de Baai van Batavia. Voor deze manifestatie werd aangewezen Hr. Ms. "Tydeman" van de Gemilitariseerde Gouvernements marine onder commando van Gezag hebber A. Kool. Met het oog hierop werd het schip door manager Molen kamp van het restaurant Capitool te Batavia met bloemen e.d. versierd tot een varend hotel-restaurant. Personeel van genoemd restaurant zorgde voor een schrikbarende hoeveelheid "nat- jes" en droogjes". Uiterlijk had het er alle schijn van dat hier een "cruise" van allure zou beginnen. De passa giers waren in hoofdzaak Japanners. Klokslag 1 6.00 uur werden de trossen los gegooid en statig, maar vooral heel langzaam voer de "Tydeman" door de kom van Tandjong Priok naarde haven uitgang, alwaar de telegraaf op volle kracht werd ingezet. Dit bracht de vaart van dit oorlogsbodem-cruise schip op 5 mijl per uur. Gezaghebber Kool liet koers zetten op de zuidelijke groep eilanden van de "Duizend Eilanden". Het weer was uitstekend; het schip lag rustig. Zowel aan stuurboordzijde als aan bakboord zijde zag men passagiers over de railing hangend in de verte turend. Nadat de "djongossen" een uurtje al lerlei dranken en borrelhapjes hadden geserveerd kwam er wat leven in de brouwerij. De railing werd verlaten, men zocht elkaar op, de tongen kwa men los, het werd gezellig aan dek, terwijl een strijkje voor "background- music" zorgde. Tegen zonsondergang overwoog commandant Kool de terug tocht te aanvaarden, doch juist toen hij de "Djoeroemoedi" het bevel: "tjikar kanan" wilde geven kwam een koerier op de brug met het verzoek van de gastheer dr. Van Mook het eiland Edam te ronden. Enkele passagiers hadden namelijk de vuurtoren van Edam waargenomen, die zojuist ont- 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1987 | | pagina 12