Als kind (1920-1930)
Monumentale ideeën van Poirrié
iilllllii*iiiiiiisi
De Onbegrepen
Punkers
bi 9
Jfe» 5^ tf
ïf
5 h li
Alle Spaghetti- en Bami
trekkers Noord van de
Kreeftskeerkring
Rechts- en Linkshandigen
De laatste ontwerpen uit het fantasierijke brein van Jack Poirrié. Onder het
motto: "er moeten veel meer monumenten komen", zette hij zijn verlangens
op papier en zond ze naar onze redactie.
U mag zeggen welk ontwerp u het beste vindt en welke belanghebbende groep
zijn monument het meest verdient.
Alle Ongeschoolde
Rekreanten
De Moderne Voetbalfans
Alle Overige
Mislukk(el)ingen
(Vervolg: "Hoe een Chinees in Holland
kwam")
te doen, vooral Indische produkten.
Als hij dat gedaan had, kwam hij bij
ons bijpraten en zijn belevenissen
vertellen. Toentertijd was Mah Yong
een rage en vader had een heel mooi
spel voor ons gekocht. Tjin heeft ons
dat spel heel goed onderwezen. Later
werd iedere zaterdagavond en zondag
middag dat spel gespeeld met onze
vrienden.
Toen de ambtstermijn van onze
ambassadeur in België om was en hij
buitenlands - ik bedoel buiten Europa -
werd benoemd, had Tjin geen zin meer
om naar zo'n onbekend land mee te
gaan. Hij kwam terug naar Den Haag
en trok bij zijn vrienden van "Het Verre
Oosten" aan de Laan van Meerder-
voort in.
Daar werkte ook een Duits meisje. We
kregen voor WO II veel van die Duitse
meisjes, die - alleen tegen kost en
inwoning - hier kwamen om te eten,
want Hitler was toen al in eigen land
met zijn vermageringsdiëet (=honger-
dieet!) begonnen. Tjin en zij werden
verliefd op elkaar, al kenden beiden de
Nederlandse taal niet zo best, maar
liefde heeft geen taal met woorden
nodig.
Moeder moest natuurlijk met haar
kennismaken en die heeft haar toen
ingelicht over de oosterse mentaliteit.
Zij wilde dat accepteren. (De eigenaar
van "Het Verre Oosten" Cheung, is 60
jaar getrouwd geweest met een Zeeuw
se!) De bruiloft werd in het restaurant
gevierd, waarbij moeder natuurlijk
eregaste was. Na een jaar huwelijk
werd tot zeer grote vreugde van Tjin
een zoon geboren, hèt ideaal van elke
Chinees en elke Oosterling. (Mijn zus
en ik kregen niets bij onze geboorte,
mijn broer kreeg veel cadeau s!).
In die tijd was verhuizen geen punt.
Toen mijn ouders drie kinderen had
den met de vierde op komst, verhuis
den we naar Randoesari. Mijn broer
zat in de 1e klas van de Neutrale
school - hoek Bodjong links en Pen-
drikan rechts - en ik zat op de kleuter
school een paar huizen van ons van
daan. We leerden allerlei kinderliedjes
(die ik allemaal nog ken) maar dat
komt in een verhaal apart, matjes
vlechten, met lei en griffel omgaan en
speelden in de grote achtertuin.
Na een jaar ging ik met de jongen die
tegenover ons woonde, toen de jongste
zoon van de burgemeester, iedere
ochtend samen naar school, om de
dag met onze baboe en de kebon van
Coen. Mijn broer wou niet met ons
samen lopen, in hoofdzaak van wege
de begeleiding baboe-kebon, wat hij
maar kinderachtig vond.
We kregen in een trommeltje brood
mee om in de "uitgpanning" (speel-
kwartiertje, waarom kwartier is mij niet
duidelijk, we mochten 2 x een half uur
in de schooltuin spelen) op te eten. Nu
had Coen heel vaak pindakaas op zijn
brood en ik ananasgelei - home-made
- en dat werd prompt geruild.
Dat resulteerde in een uitwisseling van
potten pindakaas van Coen's moeder
en ananasgelei van de mijne en later
moest onze kokkie - tot haar grote
ergernis - katjang heel fijn oeleken en
kreeg maatje het recept van pindakaas
en de kokkie van Coen leerde ananas
gelei maken. Na drie jaar Neutrale
school gingen we naar de school met
de Bijbel. We waren intussen verhuisd
naar Karangsari. Verhuizen was zeker
"in" toen want in dezelfde straat heb
ben we op 4 verschillende adressen
gewoond voordat mijn vader een huis
met verdiepingen en 2 grote leeuwen
bij het hek kocht, in dat huis heb ik
mijn tienertijd doorgebracht en dat
was op de Karreweg. KËNÈS
Toen het jongetje bijna een jaar was,
kwam op een dag het vrouwtje huilend
bij mijn moeder om te vertellen, dat
Tjin in het ziekenhuis was opgenomen.
Hij had bloedvêrgiftiging door een
negenoog. Moeder ging direkt met
haar mee en bezocht hem iedere dag
met haar. Toen de dokter geen hoop
meer gaf, wachtte moeder met haar
het einde af. Zo nam ze afscheid van
een wel zeer trouwe kameraad.
Nadat zijn vrouw met behulp van mijn
moeder de zaken had afgewikkeld,
ging ze terug naar haar familie in
Duitsland. Kort daarop vielen de Duit
sers 10 mei 1940 ons land binnen en
we hebben nooit meer iets van haar en
haar zoon gehoord.
Dit is dan de historie van onze trouwe
Tjin. Ik heb het verhaal samengesteld
uit de geschreven memoires van mijn
moeder en van mijzelf.
E. C. AMIABEL
15