O AFSCHEID VAN DRS. R. L. MELLEMA (heldinnen) werden, hetzij zo.To be or not to be, Shakespeare's wijze uit spraak werd zwijgend in praktijk gebracht. We hadden dappere vrouwen en mannen, maar juist die spraken niet over hun daden. Zij die na de oorlog om een onder scheiding gevraagd en die ook ge kregen hebben, ik gun ze het van harte, maar dan denk ik maar dat ze dat kruisje ontvingen in naam van die velen die het ook verdienden maar er niet over gepiekerd hebben, op het moment dat ze deden wat ze vonden te moetenjdoen. En zo hoort dat. Mensen buiten het kamp komen in dit nummer van Moesson aan het woord over hun leven toen. Ik meen te moe ten onderstrepen dat die verhalen onopgesmukt, onbevangen gedaan zijn, zonder overdrijving, zonder weg lating van ware feiten. Toch zijn er zaken waarover men niet graag praat, gebeurtenissen die te aangrijpend en te persoonlijk zijn geweest. Dat heeft met trots te maken of met schaamte om wat de ene mens de andere kan aandoen. Dit hoort niet in het westerse denkpatroon, men zadelt je meteen op met een syndroom. Vrouwen, ook mannen, jongens die niet in het kamp hebben gezeten hebben wel degelijk het nodige naar hun hoofd geslingerd gekregen, "Zeker Jappenhoer geweest?" Dat heb ik ook eens van een Hollandse jongen te horen gekregen. Kassian dacht ik, kassian die vrouwen van jullie, die voor moffenhoer zijn uit gemaakt en die het niet waren. En toen heb ik hem, ook namens alle vrouwen een lel verkocht, de hardste die ik ooit aan iemand heb gegeven. Meisjes die "met de Jap" gingen, hoe preuts ook opgevoed, op ze neerge keken heb ik nooit. "Goddank dat ze er zijn", zei mijn moeder altijd, "dan hoef jij niet". Die meisjes, die vrouwen, ach laten we wel zijn, er waren er velen, niet te verwarren met de collaborateurs. Zij verdienden het geld waarmee ze onze luxe spulletjes kochten. Grif betaalden wat we er voor vroegen, parfum, zeep, zakdoekjes, japonnen. Er zijn heiligen en helemaal geen heiligen, zo heeft Onze Lieve Heer ze nu eenmaal ge schapen. Alleen de schijnheiligen die zijn door de duivel gemaakt. De meis jes in de bordelen verdienden hun geld met het één na oudste beroep ter wereld. Weet u wat het OUDSTE beroep is Moeder. En moeders sleepten ons door de Jappentijd. Al die kinderen op de voorplaat, zomaar foto's van Indische kinderen die buiten het kamp bleven en waarvan velen nu nog met dankbaarheid zeggen: oebi or not oebi, wij zijn er gekomen." LILIAN DUCELLE Op 3 maart jl. overleed onverwacht in zijn woning in Amsterdam deze markante figuur, leraar taal- en letterkunde, Arabicus, kenner bij uitstek van de Javaanse cultuur en uitstekend fotograaf. Remt Lourens Mellema. Een van onze beste vrienden, aan wie Tong-Tong en Moesson door de jaren heen een aktief medewerker en te allen tijde een belangrijke informatie bron heeft gehad. Door de talrijke prachtige voorplaat-foto's zal hij ook u lezers een bekende zijn geworden. 88 Jaar geleden werd Remt Mellema in Urk geboren (zijn vader was zeekapitein), studeerde in Nederland maar werkte het grootste deel van zijn leven in Ned.-lndië. De oorlog maakte hem krijgsgevangene aan de Pakanbaroe spoorweg. Zijn vrouw overleed in het Ambarawa kamp. Na een verblijf in Nederland met zijn twee zonen, keerde hij terug naar Indonesië waar hij aan de Gadja Mada Universiteit verbonden werd. Zijn vriendenkring in Indonesië en zijn bekendheid als docent is even groot als in Nederland. De laatste jaren doceerde hij aan het Kon. Inst. v.d. Tropen. Een uitstekend boekje over de wajang en talrijke wetenschappelijke verhandelingen van zijn hand vormen een belangrijke erfenis van deze onvergetelijke figuur. Enkele jaren was hij gids voor wetenschappelijke groepsreizen naar Indonesië. De foto's die hij op die tochten maakte (en dia's) schonk hij grotendeels aan ons blad. Een kostelijke nalatenschap van een groot vriend, een ons dierbaar geworden medewerker die we erg zullen missen. Tijd en ruimte gebrek beletten ons meer over Mellema te schrijven, wij hopen dit in een volgend nummer met foto's te kunnen doen. Zijn familie, in het bijzonder zijn trouwe levenskameraad en verzorgster Nel, wensen wij sterkte met dit verlies. L.D. 3

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1987 | | pagina 3